Nederlands spelling H2.2 meervouden
1 / 27
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
december
B
December
Slide 8 - Quizvraag
klinkers
medeklinkers
Slide 9 - Sleepvraag
1 klankgroep
3 klankgroepen
2 klankgroepen
circus
route
succes
Belgisch
gevaarlijk
dubbeltal
thee
politie
strand
schreeuw
Slide 10 - Sleepvraag
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Meervoud: wat is het meervoud van piano?
A
pianos
B
pianoos
C
piano's
D
pianoo's
Slide 20 - Quizvraag
meervouden
Wat is het meervoud van idee?
Wat is het meervoud van idee?
timer
0:30
A
idees
B
ideeen
C
ideeën
D
ideën
Slide 21 - Quizvraag
Zet het zelfstandig naamwoord in het meervoud.
De docent was ziek
A
Zieken
B
Docenten
C
Is
D
De
Slide 22 - Quizvraag
Meervoud op -en
Meervoud op -s
pepernoot
tennisracket
handschoen
Airpod
Slide 23 - Sleepvraag
Tekst
journalist
taxi
telefoon
kano
figuur
duim
dictee
Meervoud op -en
Meervoud op -s
Meervoud op 's
collega
