Unidad 4 Imperfecto

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

We starten in 5 minuten met de les.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Lesprogramma
A: boekopdracht:
Stripverhaal, deadline staat in somtoday

B: Woordenschat: opfrissen van vorige les/ 10minuten
C: Herhaling: Pretérito perfecto en Lijdend Voorwerp
D: Pretérito Imperfecto pagina 62/ 102 t/m 105
E: Tekstboek: Cuando era pequeño, opdracht 1 t/m 3 p. 56
D: Werkboek: opdracht 1, 3, 4 en opdracht 6. Pagina 65 t/m68



Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen
Lesdoelen voor vandaag:
Después de la clase... 
  • R: Ken je de pretérito perfecto
  • T1: Je kan pretérito perfecto in de juiste vorm invullen.
  • R: Kan je de lijdenvoorwerp vervangen naar lo-los/la-las
  • R: Imperfecto toepassen
  • T1: JE KAN IMPERFECTO IN DE JUISTE VORM IN SIMPELE CONTEXT ZETTEN.
  • T2 Je kan onderscheid in gebruik maken tussen perfecto en imperfecto in een text.



 

Slide 5 - Tekstslide

Pretérito Imperfecto wordt gebruikt....
Om gebruikelijke of herhaalde acties in het verleden te beschrijven.
Mi abuela me escribía muchas cartas. (Mijn oma schreef me vele brieven.)

Om een situatie of een toestand uit het verleden te beschrijven.
Estaba contenta. (Zij was blij.)

Om een actie te beschrijven die plaatsvindt in een onbepaalde tijd.
Hablámos por teléfono. (We waren over de telefoon aan het praten.)
Pasaba al perro. (Hij was de hond aan het uitlaten.)

Om een tijd of leeftijd in het verleden aan te duiden.
Tenía 18 años. (Zij was 18 jaar oud)

Om een persoon of plaatst te beschrijven.
Tenía el pelo largo y los ojos azules. 

Slide 6 - Tekstslide

Tijdsaanduidingen imperfecto
Maak de volgende opdrachten:
  • Opdracht: 1 t/m 4 pagina 65
Werkboek pagina 66 & 67
  • opdracht 1
  • opdracht 3
  • opdracht 4
  • opdracht 6 

Slide 7 - Tekstslide


Ya no
Para acciones que hemos planeado y hecho.

Todavía no/ Todavía
  • Para acciones que hemos planeado y hecho o no hemos planeado y hecho.

  • Pero tenemos tiempo para hacer.

Slide 8 - Tekstslide

Todo cambia
Opdracht 1 t/m 5, werkboek pagina 67
Opdracht 7 t/m 11, werkboek pagina 68 & 69

Uitleg groot en klein!
Mini herhaling

Slide 9 - Tekstslide

las
los 
la
lo
camiseta
vestido
vaqueros
zapatillas
falda
traje
sandalias

Slide 10 - Sleepvraag

Slide 11 - Tekstslide

La-Las
Lo-Los

Slide 12 - Tekstslide

1. ¿Quién tiene el aceite de oliva? 
tiene José.
2. ¿Compras tú las manzanas? No, 
compra Ana.
3. ¿Y los huevos? No
veo.
4. ¿Compramos una tarta? Sí, 
compro yo.
Preparación para la comida.
5. Busco el pan. 
tiene Javi.
6. ¿Preparáis una tortilla de patatas? Sí
preparamos.
lo
lo
la
la
los
las

Slide 13 - Sleepvraag

Lijdend voorwerp als pers.vnw
Meewerkend voorwerp als pers.vnw
Sleep naar de juiste plek
Me
Te
?
Me
Te
?
Nos
Os
?
Nos
Os
?
Le
Lo
Les
Los

Slide 14 - Sleepvraag


he bailado

Vivía

mostrabais

aprecíamos
hemos desayunado

han bebido

Pretérito Perfecto

Pretérito Imperfecto

Slide 15 - Sleepvraag

Sleep de signaalwoorden die NIET bij de pretérito perfecto horen naar de kliko. 
El año pasado
Esta semana
Hoy
Anteayer
En 1995
De repente
Nunca
Anoche
Siempre
Todavía no
En enero
Esta tarde

Slide 16 - Sleepvraag

Perfecto
No son del presente perfecto
El año pasado
Todavía no
Hoy
En 1988
Ayer
Esta semana

Slide 17 - Sleepvraag

Los marcadores del Perfecto
hoy
entonces
nunca
generalmente
todos los días
esta semana
en 2018
la semana pasada
todavía

Slide 18 - Sleepvraag

Waarvoor wordt de imperfecto gebruikt?
Personen en dingen  beschrijven.
Met de imperfecto beschrijf je het uiterlijk en geef je de leeftijd aan in de verleden tijd. 
Met de imperfecto beschrijf je ook de fysieke toestand in de verleden tijd. 
Met de imperfecto beschrijf je ook het karakter en emotionele status van een persoon in de verleden tijd. 
7) Yo no podía mover mi cuerpo.
6) Quetzalcotl sentía compasión por los hombres.
5) Yo estaba enfermo.
4) Los aztecas eran inteligentes.
3) La diosa era muy guapa.
2) Nadie sabía del secreto.
1) Ocopilli tenía quince años.

Slide 19 - Sleepvraag


Einde van de les! Deze les was...
niet leuk
wel aardig
leuk
humor

Slide 20 - Poll