Betoog schrijven deel 2

In deze les gaan we kijken naar:
- voornaamwoorden
- voorzetsels en voegwoorden
-schrijfplan betoog
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

In deze les gaan we kijken naar:
- voornaamwoorden
- voorzetsels en voegwoorden
-schrijfplan betoog

Slide 1 - Tekstslide

Voornaamwoorden
- persoonlijk
- bezittelijk
- aanwijzend
- vragend

Slide 2 - Tekstslide

Persoonlijk
Bezittelijk
We moeten het verslag vandaag inleveren, maar ik heb het nog niet af.
Lianne heeft haar gereedschap in jouw bus laten liggen.
Me moeder zei altijd....
Mijn moeder zei altijd....

Slide 3 - Tekstslide

Bezittelijk
Persoonlijk
ik
me
zij
hun
jou
mijn
jouw
onze
uw
jullie

Slide 4 - Sleepvraag

Aanwijzende voornaamwoorden
Deze woorden verwijzen naar iets: deze, die, dit, dat, zulk(e), zo'n, dergelijke, dezelfde

de-woorden: die, deze; de jongen, die jongen, deze jongen
het- woorden: dat, dit; het meisje, dat meisje, dit meisje
meervoud: deze/die 


Slide 5 - Tekstslide

Vul het juiste voornaamwoord in

Slide 6 - Tekstslide

Want vindt je leraar van
...
antwoord?
A
dit
B
deze
C
dat
D
die

Slide 7 - Quizvraag

...iPod is niet van Mathilde.
A
dit
B
deze
C
dat
D
die

Slide 8 - Quizvraag

Na ...
vreselijke bericht was hij minutenlang stil.
A
dit
B
deze
C
zulke
D
dezelfde

Slide 9 - Quizvraag

Voegwoorden
Een voegwoord verbindt twee zinnen met elkaar. Meestal staat het voegwoord tussen twee zinnen, maar de zin kan ook met een voegwoord beginnen. 

Slide 10 - Tekstslide

Voorzetsels

Slide 11 - Tekstslide

Vast voorzetsel

Slide 12 - Tekstslide

Ik ben benieuwd ... de cijfers.

A
op
B
naar
C
met
D
aan

Slide 13 - Quizvraag

Ik moest hem herinneren ... de afspraak.
A
bij
B
op
C
aan
D
van

Slide 14 - Quizvraag

Hij zit helemaal in de knoop ... zichzelf.
A
tegen
B
van
C
op
D
met

Slide 15 - Quizvraag

Schrijfplan betoog
1. Argument: Griekenland moet uit de Europese Gemeenschap gezet worden, want ze zijn niet van plan om te bezuinigen.
2. Subargument: zie bovenstaande zin, aanvullen met:
Dat heeft de Griekse premier namelijk zelf in een interview gezegd.
3.Zie bovenstaande zin, aanvullen met:
Bovendien hebben ze sowieso niet genoeg geld om al hun schulden terug te betalen. De totale schuld van Griekenland is namelijk drie keer zo veel als het bruto nationaal product.

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht
Teams, opdrachten betoog schrijven deel 2

Slide 17 - Tekstslide