Week 47

 M&M klas 2 week 47
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 150 min

Onderdelen in deze les

 M&M klas 2 week 47

Slide 1 - Tekstslide

Les 1: Wat gaan we doen?
  • Huiswerkcheck
  • Doelen van deze week
  • Hoe zat het ook alweer? herhaling van 1.1
  • @work! opdracht 1
  • Uitleg afzet & omzet (verkoopwaarde)
  • @work! opdracht 2 t/m 5

Slide 2 - Tekstslide

Deze les leer je:
  • De belangrijkste begrippen van 1.1
    (bedrijfskolom, productiefactoren, investeren, afschrijving)
  • het verschil tussen afzet en omzet en hoe je de omzet berekent

Slide 3 - Tekstslide

Hoe zat het ook alweer?! 1.1

Slide 4 - Tekstslide

Wat is er nodig om te kunnen produceren?
3 productiefactoren:

Slide 5 - Tekstslide

Bedrijven investeren in hulpmiddelen
(kapitaalgoederen)

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeldsom:

Frans koopt tweede frituurpan ( €1500,-) voor zijn snackbar. Hij verwacht dat deze pan 8 jaar meegaat. Hoeveel schrijft Frans per jaar af?

Frans investeert in zijn snackbar. Wat kan de reden zijn voor zijn investering?

Slide 7 - Tekstslide

Maak nu opdracht 1 van 1.2
timer
2:00
@work

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Maak nu opdracht 2 t/m 5 van 1.2





Laatste 5 minuten van de les QUIZ! Pak de laptop en een rekenmachine! 
timer
15:00
@work!

Slide 11 - Tekstslide

Piet heeft een marktkraam. Daarmee staat hij 2 dagen per week op de markt. Hij verkoopt telefoonhoesjes. Op donderdag verkocht hij 46 telefoonhoesjes. Op vrijdag heeft hij in totaal 38 telefoonhoesjes verkocht. Een telefoonhoesje kost €5,-. a. Wat is de afzet van deze week?
A
46+38=84 Is de afzet van deze week
B
46x38= €1748,- is de afzet van deze week
C
46x€5,-= €230,- Is de afzet van deze week

Slide 12 - Quizvraag

Piet heeft een marktkraam. Daarmee staat hij 2 dagen per week op de markt. Hij verkoopt telefoonhoesjes. Op donderdag verkocht hij 46 telefoonhoesjes. Op vrijdag heeft hij in totaal 38 telefoonhoesjes verkocht. Een telefoonhoesje kost €5,-. Wat is de omzet (verkoopwaarde) van vrijdag?
A
38 is de omzet van vrijdag
B
38 x €5,-= €190,- is de omzet van vrijdag

Slide 13 - Quizvraag

Les 2: Wat gaan we doen?
  • Doelen van deze week
  • Hoe zat het ook alweer? (afzet en omzet)
  • Uitleg 1.2 brutowinst
  • @work opdracht 6, 7, 8 en 9
  • Uitleg bedrijfskosten & nettowinst
  • @work opdracht 10 t/m 15

Slide 14 - Tekstslide

Deze les leer je:
  • brutowinst bereken
  • wat bedrijfskosten zijn en kun je er voorbeelden van geven
  • nettowinst berekenen

Slide 15 - Tekstslide

Hoe zat het ook alweer?! afzet & omzet
De telefoonhoesjes van Piet!

Vorige week heeft hij er 150 verkocht.
Per stuk kosten deze €5,-

Wat is de afzet?
Wat is de omzet (verkoopwaarde)?

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Maak nu opdracht 6 t/m 9 van 1.2
timer
10:00
@work!

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

@work!
Maak nu opdracht 10 t/m 15 van 1.2





Zijn de opdrachten nog niet af?! NO PROBLEMO! 
Morgen krijg je hier nog tijd voor in de les.

Laatste 8 minuten van de les QUIZ! Pak de laptop en een rekenmachine! 
timer
15:00

Slide 22 - Tekstslide

3 weken geleden had piet een hele goede week op de markt! Hij heeft 251 telefoonhoesjes verkocht. Deze kosten €5,- per stuk! De inkoopprijs is €2,- per stuk. Wat is de afzet?
A
€5,-
B
€2,-
C
251

Slide 23 - Quizvraag

3 weken geleden had piet een hele goede week op de markt! Hij heeft 251 telefoonhoesjes verkocht. Deze kosten €5,- per stuk! De inkoopprijs is €2,- per stuk. Wat is de omzet (verkoopwaarde)?
A
251
B
€5,-
C
251 x €5,-=€1.255,-
D
251 x €2,-=€502,-

Slide 24 - Quizvraag

3 weken geleden had piet een hele goede week op de markt! Hij heeft 251 telefoonhoesjes verkocht. Deze kosten €5,- per stuk! De inkoopprijs is €2,- per stuk. Wat is de inkoopwaarde?
A
€5,- x 251=€1255,-
B
€2,-x 251= €502,-

Slide 25 - Quizvraag

3 weken geleden had piet een hele goede week op de markt! Hij heeft 251 telefoonhoesjes verkocht. Deze kosten €5,- per stuk! De inkoopprijs is €2,- per stuk. Wat is de brutowinst?
A
omzet - afzet
B
afzet-inkoopwaarde
C
afzet - omzet
D
omzet-inkoopwaarde

Slide 26 - Quizvraag

3 weken geleden had piet een hele goede week op de markt! Hij heeft 251 telefoonhoesjes verkocht. Deze kosten €5,- per stuk! De inkoopprijs is €2,- per stuk. Bereken de brutowinst?
A

Slide 27 - Quizvraag

3 weken geleden had piet een hele goede week op de markt! Hij heeft 251 telefoonhoesjes verkocht. Deze kosten €5,- per stuk! De inkoopprijs is €2,- per stuk. bereken de brutowinst...
omzet - inkoopwaarde = brutowinst

Slide 28 - Open vraag

Les 3: Wat gaan we doen?
  • Doelen van deze week
  • Filmpje!
  • Hoe zat het ook alweer? Brutowinst & nettowinst
  • @work opdracht tm opdracht 15
  • Nakijken en verbeteren!

Slide 29 - Tekstslide

Deze les leer je:
  • het verschil tussen afzet en omzet en hoe je de omzet berekent
  • brutowinst bereken
  • wat bedrijfskosten zijn en kun je er voorbeelden van geven
  • nettowinst berekenen

Slide 30 - Tekstslide

FILMPJE!
https://www.youtube.com/watch?v=10zJr4GccRs

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

@work!
Maak nu opdracht ... t/m 15 van 1.2





Ben je klaar met de opdrachten dan ga je nakijken en verbeteren!

Laatste 5 minuten van de les QUIZ! Pak de laptop en een rekenmachine! 
timer
15:00

Slide 35 - Tekstslide

4 weken geleden had piet een prima week op de markt! Hij heeft 189 telefoonhoesjes verkocht. Deze kosten €5,- per stuk! De inkoopprijs is €2,- per stuk. bereken de brutowinst...
omzet - inkoopwaarde = brutowinst

Slide 36 - Open vraag

4 weken geleden had piet een prima week op de markt! Hij heeft 189 telefoonhoesjes verkocht. Deze kosten €5,- per stuk! De inkoopprijs is €2,- per stuk. Hij heeft reclame gemaakt en had personeel ingehuurd. Deze bedrijfskosten waren €180,-. Bereken de nettowinst!

Slide 37 - Open vraag

5 weken geleden had piet een mindere week op de markt! Hij heeft 43 telefoonhoesjes verkocht. Deze kosten €5,- per stuk! De inkoopprijs is €2,- per stuk. Hij heeft reclame gemaakt en had personeel ingehuurd. Deze bedrijfskosten waren €160,-. Bereken de nettowinst!

Slide 38 - Open vraag