2.4 Slaven op de plantages

Welkom bij GS!
  1. Telefoon in de tas!
  2. Pak je laptop en schrift erbij.
  3. Kom in de LessonUp.
  4. Google: Wat zijn abolitionisten?

Een slavendorp
Een slavendorp op een plantage in Suriname. Op de daken van de hutten liggen palmbladeren. Iedere familie had een eigen stukje grond om groente te telen. Met de opbrengst daarvan konden zij wat geld verdienen.
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij GS!
  1. Telefoon in de tas!
  2. Pak je laptop en schrift erbij.
  3. Kom in de LessonUp.
  4. Google: Wat zijn abolitionisten?

Een slavendorp
Een slavendorp op een plantage in Suriname. Op de daken van de hutten liggen palmbladeren. Iedere familie had een eigen stukje grond om groente te telen. Met de opbrengst daarvan konden zij wat geld verdienen.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag?
  1. Herhaling 2.3
  2. Leerdoelen
  3. Start maken 2.4 Slaven op de plantages
  4. Slavernij
  5. Hoe duur was de suiker
  6. Abolitionisten
  7. Aan de slag!

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling: Patriotten zijn...
A
Mensen die een koning steunen
B
Mensen die kritiek hadden op de stadhouder en regenten.
C
De Fransen die in Nederland woonden
D
Mensen die de stadhouder en regenten steunden.

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling: Wanneer wordt de Bataafse Republiek gesticht?
A
1789
B
1795
C
1813
D
1806

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling: De Bataafse Revolutie is gelukt met hulp van de ....?
A
Duitsers
B
Fransen
C
Engelsen
D
Spanjaarden

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling: Wanneer was de Franse Tijd in Nederland?
A
1795-1813
B
1806-1813
C
1795-1806
D
voor 1795

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van deze les weet je: 
  1. Wat het begrip slavernij en Basja betekent.
  2. Hoe het leven voor slaven op de plantages was. 
  3. Ook weet je de oorzaak waarom er weinig slavenopstanden waren.
  4. En je weet wat het begrip Abolitionisten betekent.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2.4 Slaven op de plantages
Een slavendorp
Een slavendorp op een plantage in Suriname. Op de daken van de hutten liggen palmbladeren. Iedere familie had een eigen stukje grond om groente te telen. Met de opbrengst daarvan konden zij wat geld verdienen.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slavernij

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

LD: Wat is slavernij?
A
Zwarte mensen die in opstand komen tegen de Afrikaanse overheerser.
B
Als een mens als iemands bezit wordt gezien, en gedwongen voor hem moet werken.
C
Als een mens als iemands bezit wordt gezien en tegen betaling voor hem moet werken.
D
Witte mensen die in opstand komen tegen de zwarte overheerser.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op de plantage
  • Slavernij - Mensen worden gezien als bezit en moeten hard werken, er is geen vrijheid.
  • Koloniën in Amerika: Suiker, koffie, cacao, tabak en katoen.
  • Plantages lagen aan rivieren.
  • Hard werken in de brandende zon > zweep.
  • Basja's > Zwarte opzichter.
  • Huisslaven, veldslaven en ambachtsslaven.
  • Huisslaven werden gewaardeerd.
  • Soms vrijgelaten.
Een suikermolen
Een suikermolen op een plantage in het Caribisch gebied.
Basja's
De basja’s. Dit waren slaven die andere slaven in de gaten moesten houden en eventueel moesten straffen.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slavenopstanden
  • Weinig slavenopstanden > 
  • Communicatie was slecht!
  • Ruzie met nieuw aangekomen slaven >
  • Verschillende stammen en talen.
  • Boni oorlogen (1730-1793).
  • Stichten Marrondorpen
  • 300 Redi Musu (Roodmutsen).
Boni-opstand
Diep in het Surinaamse oerwoud woonden groepen gevluchte slaven, veilig voor de slavenhouders, die er de weg niet wisten. Eén van deze mensen was Boni. Zijn moeder, een slavin, was het oerwoud ingevlucht toen ze door haar eigenaar was verkracht. Negen maanden later werd een jongetje geboren: Boni. Hij groeide op vol haat tegen blanken en tegen slavernij. Boni werd de leider van een groep mensen die plantages overvielen, daar de slaven bevrijdden en de blanken vermoordden. De Nederlandse bestuurders stuurden soldaten, maar zij wisten de goed getrainde strijders van Boni niet te verslaan. De Nederlanders beloofden daarop aan driehonderd slaven de vrijheid als ze zouden helpen de ‘Boni’s’ te verslaan. Deze driehonderd droegen rode soldatenmutsen. Door deze ‘roodmutsen’ vonden de soldaten de schuilplaats van Boni en zijn mensen. Velen werden gedood, maar Boni ontsnapte. Hij ging nog twintig jaar door met zijn aanvallen.
Redi Musu 1796
Redi Musu = Rood Muts. 

Een Zwarte Jager van het Neeger Vrijcorps. William Blake naar een tekening van John Gabriel Stedman.
Marron = weglopen of wild

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Abolitionisme
  • Verlichte- en Bijbelse ideeën: (?)
  • Alle mensen zijn gelijkwaardig!

  • Abolitionisten - Mensen die zich inzetten voor de afschaffing van de slavernij. 
  • To abolish - afschaffen.
  • Veel weerstand (?)
  • Plantagehouders, scheepseigenaren, handelaren en bankiers!
  • 1833 Engeland
  • 1863: Afschaffen slavernij in Nederland
John Stedman
John Stedman vocht als soldaat tegen Boni. Jaren later schreef hij een boek over zijn tijd in Suriname, waaruit deze afbeelding komt. Stedman was geschokt door de behandeling van de slaven in Suriname. We weten niet of de afgebeelde man een slaaf was of een gevangen opstandeling. Wel schreef Stedman dat de man voor straf aan een haak hing en pas na drie dagen stierf.
De Vaderlander 1775
‘De donkerbruine, gesuikerde drank die jij zo graag drinkt, kunnen we niet meer missen. Maar Afrika wordt ontvolkt door er slaven weg te halen voor het bewerken van de grond waarop deze miezerige producten groeien. De slaven worden uit hun vaderland weggehaald met benauwde schepen. Naar een vreemd land, zonder hoop ooit nog naar hun eigen land terug te kunnen keren. Denk je eens in wat het is om voor altijd slaaf te worden, weggescheurd uit de armen van je ouders, je vrienden, je minnaar. Geen ander vooruitzicht te hebben dan zo lang het leven duurt, de vrijheid te moeten missen en de slavernij te moeten doorstaan.’

Slide 16 - Tekstslide

Cham’s vervloeking (Genesis 9:20-27):
  • Cham zag zijn vader Noach dronken en naakt en vertelde het aan zijn broers, Sem en Jafet.
  • Noach vervloekte Cham's zoon Kanaän, en zei dat zijn nakomelingen "slaven van slaven" zouden zijn voor Sem en Jafet.
Chamtheorie en slavernij:
  • Deze vervloeking werd later onterecht gebruikt om slavernij te rechtvaardigen, vooral voor Afrikanen.
  • De theorie is een misinterpretatie van de Bijbel, die geen slavernij goedkeurt.
Leerdoelen
Aan het eind van deze les weet je: 
  1. Wat het begrip slavernij en Basja betekent.
  2. Hoe het leven voor slaven op de plantages was. 
  3. Ook weet je de oorzaak waarom er weinig slavenopstanden waren.
  4. En je weet wat het begrip Abolitionisten betekent.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LD: Wat is slavernij?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

LD: Waarom waren er weinig slavenopstanden? Noem de oorzaak!

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

LD: Wat waren abolitionisten?
A
Slaven
B
Mensen die de slavernij wilden afschaffen.
C
Slavenhouders die de slavernij wilden afschaffen.
D
Mensen die de slavernij wilden handhaven.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan antwoord geven op de leerdoelen:
LD1: Wat het begrip slavernij en Basja betekent.
LD2: Hoe het leven voor slaven op de plantages was.
LD3: Ook weet je de oorzaak waarom er weinig slavenopstanden waren.
LD4: En je weet wat het begrip Abolitionisten betekent.
Ja!
Nee
Een beetje, wel bijna!

Slide 21 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Boek 2 vmbo-t/havo 
Paragraaf 2.4 Slaven op de plantages
Opdracht 2, 3, 4 & 5

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom bij GS!
  1. Telefoon in de tas!
  2. Pak je laptop en schrift erbij.
  3. Kom in de LessonUp met je eigen naam.
  4. Afbeelding: Wat zie je op het schilderij?

William Turner - 1840

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen vandaag?
  1. Bespreken SO & herhaling vorige les
  2. Leerdoelen
  3. Afmaken 2.4 Slaven op de plantages
  4. Mindmap slavernijverleden
  5. Oorzaken en gevolgen
  6. Afschaffing slavernij 1863 of 1873?
  7. PTO & Aan de slag!

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bespreken SO
Tijdens de uitleg ben je stil en stel je geen vragen.

Dit kan aan het einde van de les.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling: Wat is slavernij?
A
Zwarte mensen die in opstand komen tegen de Afrikaanse overheerser.
B
Als een mens als iemands bezit wordt gezien en tegen betaling voor hem moet werken.
C
Als een mens als iemands bezit wordt gezien, en gedwongen voor hem moet werken.
D
Witte mensen die in opstand komen tegen de zwarte overheerser.

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling: Welke verlichte ideeën zorgde ervoor dat er abolitionisten kwamen?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling: Wat waren abolitionisten?
A
Slaven
B
Mensen die de slavernij wilden afschaffen.
C
Slavenhouders
D
Mensen die de slavernij wilden handhaven.

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van deze les:  
  1. Heb je een mindmap gemaakt over paragraaf 2.4.
  2. Ook heb je geoefend met oorzaken en gevolgen en kun je zelf een voorbeeld geven. 
  3. En weet je waarom de slavernij niet 'officieel' eindigde in 1863.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mindmap - Video opdracht
Tijdens het kijken van de video maak je over paragraaf 2.4 een mindmap in je schrift. 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken en gevolgen slavenhandel
  • Een oorzaak is de reden waarom iets gebeurt, en een gevolg is het resultaat of de uitkomst van die gebeurtenis.

  • Bijvoorbeeld:
  • Oorzaak: Mensen in Europa wilden producten van de plantages hebben. 
  • Gevolg: De plantages hadden meer arbeiders nodig.

  • Weet wat oorzaken en gevolgen zijn!

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken en gevolgen slavenhandel
  • Bedenk zelf ook en oorzaak en gevolg met de informatie van paragraaf 2.4.

  • Oorzaak: ...
  • Gevolg: ...

timer
1:00

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LD: Koppel de oorzaak en gevolg aan het goede zin.
Oorzaak en gevolg 1:
De slaven konden niet lezen of schrijven.
Het was moeilijk voor hen om een opstand te organiseren.
Oorzaak
Gevolg

Slide 35 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

LD: Koppel de oorzaak en gevolg aan het goede zin.
Oorzaak en gevolg 2:
De vraag naar arbeiders op plantages in Amerika.
Slaven werden uit Afrika gehaald om op plantages te werken.
Oorzaak
Gevolg

Slide 36 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

LD: Koppel de oorzaak en gevolg aan het goede zin.
Oorzaak en gevolg 3:
Ideeën van de Verlichting en Christelijke overtuigingen tegen slavernij.
Abolitionisten overtuigden Europese landen om de slavenhandel te verbieden.
Oorzaak
Gevolg

Slide 37 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

LD: Koppel de oorzaak en gevolg aan het goede zin.
Oorzaak en gevolg 4:
De afschaffing van de slavenhandel in Engeland in 1807.
Andere landen volgden, en slavernij werd uiteindelijk in Nederland in 1863 afgeschaft.
Oorzaak
Gevolg

Slide 38 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verzetsheld - Tula
  • Verzetsheld van Curaçao.
  • Kon lezen en schrijven.
  • Ging naar de Gouverneur.
  • Legde het werk als slaaf neer!
  • 17 aug: 50 slaven.
  • Ging van plantage naar plantage.
  • 2000 slaven.
  • Gruwelijke wijze gedood.
Tula
Tula (geboorteplaats en -datum onbekend – Willemstad, 3 oktober 1795) was de leider van de Curaçaose slavenopstand van 1795. In 2010 werd hij uitgeroepen tot nationale held van Curaçao en in 2023 werd hij door de Nederlandse regering officieel gerehabiliteerd.

Rehabilitatie is het herstellen van iemands reputatie of rechten.

Slide 39 - Tekstslide

Tula was een slaaf in de Nederlandse kolonie Curaçao die in 1795 een opstand leidde tegen de slavernij. Hij werd de leider van een groep slaven die zich tegen de slechte omstandigheden verzetten. Ze wisten tijdelijk enkele plantages in te nemen, maar de opstand werd snel neergeslagen door het leger. Tula werd uiteindelijk gevangen genomen, gemarteld en geëxecuteerd. Zijn moedige strijd tegen de slavernij maakte hem een symbool van verzet en vrijheid.

Slide 40 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling: Abolitionisme 
  • Verlichte- en Bijbelse ideeën.
  • Alle mensen zijn gelijkwaardig!

  • Abolitionisten - Mensen die zich inzetten voor de afschaffing van de slavernij.
  • (To abolish - afschaffen)

  • Veel weerstand > 1833 Engeland > 1863 Nederland.
Ben ik dan geen man en geen broeder?
Tekeningen die de abolitionisten maakte om aandacht te krijgen voor de afschaffing van de slvernij.

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Afschaffing slavernij 1863
  • 1863: Er werden 35.000 slaven 'vrijgelaten'.
  • Kregen geen geld/vergoeding.
  • Moesten 10 jaar onderbetaald doorwerken.
  • En nu?
  • Plantagehouders > plantagemanagers.
  • 'Spullen afgepakt' > compensatie:
  • 300 gulden vergoeding per slaaf. 
  • Slaven inkopen voor de vergoedingen.

  • Slavernij dan officieel afgeschaft in 1863 of in 1873?
Ben ik dan geen man en geen broeder?
Tekeningen die de abolitionisten maakte om aandacht te krijgen voor de afschaffing van de slvernij.

Compensatie
Compensatie is een betaling of vergoeding die iemand krijgt voor verlies, schade of ongemak dat ze hebben ervaren.

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De slavernij in Nederland is afgeschaft in het jaar?
1863
1873

Slide 44 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het eind van deze les:  
  1. Heb je een mindmap gemaakt over paragraaf 2.4.
  2. Ook heb je geoefend met oorzaken en gevolgen en kun je zelf een voorbeeld geven. 
  3. En weet je waarom de slavernij niet 'officieel' eindigde in 1863.

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik kan antwoord geven op de leerdoelen:
LD1: Heb je een mindmap gemaakt over paragraaf 2.4.
LD2: Ook heb je geoefend met oorzaken en gevolgen en kun je zelf een voorbeeld geven.
LD3: En weet je waarom de slavernij niet 'officieel' eindigde in 1863.
Ja!
Nee
Een beetje, wel bijna!

Slide 46 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet je leren voor de PTO?
-Paragraaf 2.1 De macht van de koning
Opdracht 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 & 9
Aantekeningen paragraaf 2.1 + verlichtingsideeën, deze moet je kunnen herkennen.

-Paragraaf 2.2 Napoleon
Opdracht 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 & 9

-Paragraaf 2.3 De Franse tijd in de Nederlanden
Opdracht 2, 3, 4, 5, 7 & 8

-Paragraaf 2.4 Slaven op de plantages
Opdracht 2, 3, 4, 5, 6, 7 & 9
Oorzaken en gevolgen

-Aantekeningen
-Begrippen
-Afbeeldingen
-Bekijk de lessen via Lessonup.
Aan het einde van de PTO lever je je aantekeningenschrift in voor een cijfer.

De les voor de PTO maken jullie zelfstandig een oefentoets. Deze les MOET je een laptop bij je hebben! 

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Boek 2 vmbo-t/havo 
Paragraaf 2.4 Slaven op de plantages
Opdracht 2, 3, 4, 5, 6, 7 & 9

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies