cordemans 2.4

2.4 Slaven op de plantages
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

2.4 Slaven op de plantages

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Huiswerk bespreken 
  • Wat weten jullie al?
  • Uitleg 2.4 
  • Zelfstandig aan het werk 
  • quizje 

Slide 2 - Tekstslide

Wat weten jullie al?

Slide 3 - Tekstslide

Hoe was het leven op de plantages en waarom kwam er verzet tegen slavernij?

Slide 4 - Tekstslide

Op de plantage 

Plantages in Amerika:
  • Producten: Suiker, koffie, cacao, tabak, katoen 
  • Plantagehouders --> grote huizen, luxe 
  • Opzichters --> werken voor plantagehouders... soms basja's
  • Slaaf gemaakten --> lange, zware werkdagen, geen loon, gestraft als je je werk niet goed genoeg deed, wonen in houten hutten 

Slide 5 - Tekstslide

Slavenopstanden
Weinig slavenopstanden: geen vuurwapens, moeilijke communicatie

Slavenopstand in Suriname --> Boni opstand:
  • Gevluchte slaven woonden in oerwoud 
  • Boni was leider van groep mensen die slaven ging bevrijden 
  • Plantagehouders opzoek naar Boni
  • Vond het kamp alleen door hulp andere slaven in ruil voor vrijheid

Slide 6 - Tekstslide

Abolitionisme 
  • Abolitionisten = mensen die zich inzetten voor de afschaffing van slavernij
  • Ontstond door de ideeën van de Verlichting --> gelijkheid, dezelfde rechten 
  • Ontstond ook door idee dat heet niet christelijk was om mensen als slaaf te houden 
  • Veel tegenstand 
  • overtuigden toch genoeg mensen --> Engeland begon, 1833 slavernij verboden in Engelse koloniën 
  • 1863 hij Nederland slavernij afgeschaft 
  • Abolitionisten = mensen die zich inzetten voor de afschaffing van slavernij

  • Ontstond door:
  1. de ideeën van de Verlichting --> gelijkheid, dezelfde rechten 
  2. idee dat heet niet christelijk was om mensen als slaaf te houden 

  • Veel tegenstand  
  • 1833 slavernij verboden in Engelse koloniën 
  • 1863 Nederland slavernij afgeschaft 
Abolitionisme 

Slide 7 - Tekstslide

Zelfstandig aan het werk
Maak de volgende opdrachten uit je werkboek:
Pagina 59: 2, 3, 4 
Pagina 60: 7
Pagina 61: 10 

Slide 8 - Tekstslide

Wanneer vond de Franse Revolutie plaats?
A
1689
B
1789
C
1798
D
1864

Slide 9 - Quizvraag

De Franse Revolutie is geïnspireerd door
A
De Renaissance
B
De Verlichting
C
De Amerikaanse revolutie

Slide 10 - Quizvraag

In welk jaar vond de Bataafse Revolutie plaats?
A
1765
B
1775
C
1785
D
1795

Slide 11 - Quizvraag

Bij wie lag de werkelijke macht in de Bataafse Republiek?
A
Patriotten
B
Fransen

Slide 12 - Quizvraag

In welk jaar kwam er een nieuwe grondwet in de Bataafse Republiek?
A
1787
B
1795
C
1798
D
1802

Slide 13 - Quizvraag

Napoleon vond dat de patriotten de Bataafse Republiek niet goed bestuurde. Wat veranderde Napoleon aan de situatie?
A
Hij ging de Patriotten extra helpen
B
Hij werd zelf de bestuurder van de Republiek
C
Hij gaf zijn jongere broer de leiding over de Republiek

Slide 14 - Quizvraag

Vanaf het moment dat Lodewijk Napoleon (broertje Napoleon) de baas was veranderd de naam van de Republiek in...
A
Bataafse Republiek
B
Koninkrijk Holland
C
Koninkrijk der Nederlanden

Slide 15 - Quizvraag

wie nam de macht over nadat Napoleon verslagen was?
A
Lodewijk Napoleon
B
de patriotten
C
Willem Frederik

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de juiste volgorde?
A
Bataafse Republiek, Bataafse Revolutie, Koninkrijk Holland, Koninkrijk der Nederlanden
B
Bataafse Revolutie, Koninkrijk Holland, Bataafse Republiek,Koninkrijk der Nederlanden
C
Koninkrijk der Nederlanden, Bataafse Revolutie, Bataafse Republiek, Koninkrijk Holland
D
Bataafse Revolutie, Bataafse Republiek, Koninkrijk Holland, Koninkrijk der Nederlanden,

Slide 17 - Quizvraag

Abolitionisten zijn mensen die zich inzetten voor de afschaffing van slavernij zijn
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quizvraag

Er was weinig weerstand tegen de afschaffing van slavernij
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quizvraag

In welk jaar heeft Engeland de slavernij verboden in de koloniën?
A
1823
B
1833
C
1843
D
1863

Slide 20 - Quizvraag