Ik lees de titel en de kopjes en kijk naar de plaatjes. Ik lees ook het onderschrift bij de plaatjes.
Ik denk aan wat ik al weet.
Ik bedenk wat de titel, de kopjes en de plaatjes met elkaar te maken hebben.
Nu doe ik een voorspelling over de stukjes tekst.
Dus ik denk dat dit stukje tekst mij gaat vertellen...
Heb ik alle kopjes en plaatjes gezien? Dan bedenk ik wat de hele tekst mij gaat vertellen.
Als ik een kopje niet begrijp, dan ga ik dat stukje heel precies lezen.
Tijdens het lezen let ik erop of mijn voorspelling klopte.