Structurele, conjuncturele werkloosheid oorzaak, gevolg en maatregelen (les 3)

structureel en conjuncturele
werkloosheid,
oorzaak, gevolg en maatregelen
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

structureel en conjuncturele
werkloosheid,
oorzaak, gevolg en maatregelen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het eind van de les: 
Kun je 3 soorten bestedingen op noemen
Kun je uitleggen hoe we uit een periode van laagconjunctuur kunnen komen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  1. Hoe was het ook al weer... paar vragen
  2. Beetje uitleg 
  3. Weer een paar vragen
  4. Zelfstandig aan het werk

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

nakijken
H3§2 opdracht 1, 4, 6,7, 8 en 12

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De vraag naar arbeid is...
A
De beroepsbevolking
B
Alle mensen die vragen om werk
C
Alle uitzendbureaus
D
De totale werkgelegenheid

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een krappe arbeidsmarkt betekent dat er...
A
meer banen zijn dan werknemers
B
geen ruimte is bij de markt voor werk
C
meer werknemers zijn dan banen
D
geen werknemers voor banen

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De productie van fietsen gaat steeds vaker automatisch. Avia ontslaat daarom 2000 medewerkers wereldwijd.
A
Frictiewerkloosheid
B
Structurele werkloosheid
C
Seizoenswerkloosheid
D
Regionale werkloosheid

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het begrip concurrentiepositie betekent...

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kan een bedrijf meer winst maken?
A
Minder kosten
B
Meer personeel
C
Minder belasting
D
Meer bezoekers

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Door de aanschaf van machines stijgen de machinekosten, maar...
A
Stijgen de personeelskosten
B
Dalen de machinekosten
C
Dalen het aantal machines
D
Dalen de personeelskosten

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De concurrentiepositie verbeterd als een bedrijf...
A
meer winst maakt
B
Minder personeel aanneemt
C
de kostprijs per product vermindert
D
meer reclame maakt

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het begrip bedrijfstijd betekent...

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het begrip bedrijfstijd betekent...

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Als bedrijven de bedrijfstijd verhogen is dit goed voor de...
A
Werkgelegenheid
B
Lonen
C
Belastingen
D
Economie

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als een bedrijf de bedrijfstijd verlengt zullen de machinekosten per product...
A
Dalen
B
Stijgen

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar moet je aan denken bij het woord bestedingen?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Weet je nog ....Coronacrisis!!
Bedrijven hebben minder afzet, omdat:
  • winkels mogen niet open
  • Minder bestedingen


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bestedingen
Besteden is een ander woord voor geld uitgeven aan producten of diensten.
Bestedingen = uitgaven van een bepaalde groep

Er zijn 4 groepen waarin we bestedingen onder verdelen, namelijk:
  1. Consumenten
  2. Bedrijven (investeringen)
  3. Overheid 
  4. Export



Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Laagconjunctuur
Er zijn 4 groepen waarin we bestedingen onder verdelen, namelijk:
  • Consumenten
  • Bedrijven (investeringen)
  • Overheid
  • Export

Als een bedrijf geld verdient aan een of meerdere van de 4 bovenstaande bestedingen dan is het belangrijk voor dit bedrijf dat die bestedingen hoog blijven.

In een laagconjunctuur zijn de bestedingen in deze 4 groepen lager dan normaal en zoals in corona zelfs 0.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Laag conjunctuur


Weinig bestedingen
Minder werk
Minder productie
Hogere werkloosheid

Hoog conjunctuur


Hogere bestedingen
Meer werk
Meer productie
Lagere werkloosheid

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vicieuze cirkel
Minder inkomen
Minder bestedingen
Minder productie
Meer werkloosheid

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doet de overheid om de economie te verbeteren?
  1. Overheidsbestedingen verhogen
  2. Rente op leningen verlagen

Hoe werkt dit?
  • De overheid gaat meer wegen vernieuwen, bouwen, leningen geven etc.
  • Als de rentes laag zijn gaan mensen minder sparen en dus meer uitgeven. 
  • Ook gaan mensen dan meer lenen, want de rente is toch laag!










Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De overheid grijpt in (maatregelen)
Wat kan de overheid doen tegen werkloosheid?
 
  • Zorgen voor lagere loonkosten (door bijv. lagere sociale premies)
  • Meer geld uitgeven
  • Loonkostensubsidies geven aan bedrijven
  • Subsidies voor kinderopvang

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bestedingen stijgen als de overheid
  • meer aankopen doet
  • belasting verlaagt
  • de sociale premies verlaagt


Gevolg hogere bestedingen?
hogere bestedingen neemt werkgelegenheid toe

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten
De Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten is een Nederlandse volksverzekering. De verzekering keert uit aan een verzekerde indien deze voor zijn achttiende verjaardag arbeidsongeschikt is geworden, en dat op zijn achttiende verjaardag nog steeds is.
Loonkosten dalen als overheid
  • belasting op lonen verlaagt ( loonbelasting)
  • de sociale premies verlaagt

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Loonkostensubsidie
Een bedrag dat de overheid aan de werkgever betaalt als  bijdrage in de loonkosten van een werknemer
( extra geld als ze een werkloze aannemen)


  • Nadelen: bijv.: Het kost de overheid veel geld.
  •  Voordelen: bijv.: De overheid hoeft minder geld uit te geven aan uitkeringen;  goed voor de werkgelegenheid.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan de overheid doen bij sommige groepen werkelozen die erg moeilijk aan baan komen?
( DIT GELDT VOOR MENSEN MET EEN HANDICAP OF LAGE OPLEIDING)

  • subsidies  voor kinderopvang ( werkloze met weinig geld/opleiding makkelijker aan werk gaan)
  • loonkostensubsidies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale premies
  • Worden ingehouden op het brutoloon van werknemers
  • Worden gebruikt voor de sociale zekerheid

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kansarm en kansrijk
De werkloosheid onder autochtonen ligt lager dan autochtonen. 
Wat kan hiervan een oorzaak zijn?


Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Autochtoon en allochtoon
Voor een deel van de allochtone groep is het lastig om een baan te vinden.

  • Ze spreken bijvoorbeeld gebrekkig Nederlands 
  • hun buitenlandse opleiding wordt niet erkend.
  • sprake van discriminatie


Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kansrijk en kansarm
De inkomsten van mannen liggen hoger dan de inkomsten van vrouwen.

Wat kan hiervan de oorzaak zijn?

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kansrijk en kansarm
Voorbeelden van oorzaken voor een hoger inkomen bij mannen dan bij vrouwen:

- vrouwen werken en in deeltijd
- mannen hebben beter betaalde banen
- discriminatie



Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voltijd en deeltijd
Deeltijd werk je een gedeelte van de week. 
Voltijd werk je de hele week.

In Nederland werken relatief veel mensen deeltijd. Hierdoor zijn er meer werkende mensen en is de werkloosheid lager.


Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meer in deeltijd wordt gewerkt
werkgelegenheid in personen meer toe dan de werkgelegenheid in arbeidsjaren

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verandering arbeidsmarkt
  • robotisering: robots nemen van deel het werk over van werknemers maar er ontstaat ook nieuwe banen
  • percentage vrouwen in de beroepsbevolking stijgt
  • er wordt steeds meer in deeltijd gewerkt

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

maken
bladzijde 91 opdracht 12
bladzijde 94 opdracht 7
bladzijde 96 opdracht 2, 4 en 5
vanaf bladzijde 101 opdracht 4,8 en 10

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdrachten maken
bladzijde 86 opgave 7, 8, 10,
bladzijde 88 opgave 1 tot en met 5
bladzijde 107 

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Video

Deze slide heeft geen instructies