Economisch bekeken - H3.6 De overheid grijpt in, H3.7 Kansrijk en Kansarm (K) en H3.5 Gevolgen van w
3.6 De overheid grijpt in / 3.7 Kansrijk en Kansarm (K) 3.5 Gevolgen van werkloosheid (B)
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4
In deze les zitten 24 slides, met tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
3.6 De overheid grijpt in / 3.7 Kansrijk en Kansarm (K) 3.5 Gevolgen van werkloosheid (B)
Slide 1 - Tekstslide
Terugblik
Slide 2 - Tekstslide
Bestedingen zijn de uitgaven voor de aankoop van producten.
De bestedingen bestaan uit:
de aankopen van consumenten (consumptie);
de aankopen van bedrijven (investeringen)
de aankopen van de overheid;
de aankopen vanuit het buitenland (export).
Bestedingen
HERHALING
Slide 3 - Tekstslide
De bestedingen nemen af →
Bedrijven verkopen minder, dus de productie daalt →
De werkgelegenheid neemt af →
De werkloosheid stijgt →
Consumenten gaan minder verdienen →
De bestedingen nemen nog meer af
Laagconjuctuur
HERHALING
Slide 4 - Tekstslide
De bestedingen nemen toe →
Bedrijven verkopen meer, dus de productie stijgt →
De werkgelegenheid neemt toe →
De werkloosheid daalt →
Consumenten gaan meer verdienen →
De bestedingen nemen nog meer toe
Hoogconjuctuur
HERHALING
Slide 5 - Tekstslide
EXAMENOPGAVE
timer
4:00
Slide 6 - Tekstslide
3.6 De overheid grijpt in / 3.7 Kansrijk en Kansarm (K) 3.5 Gevolgen van werkloosheid (B)
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Aan het eind van deze paragraaf kun je:
uitleggen wat de gevolgen van werkloosheid zijn.
uitleggen wat bijscholen, herscholen en omscholen betekenen.
uitleggen wat de overheid kan doen om werkloosheid tegen te gaan. *
uitleggen wat loonkostensubsidie inhoudt. *
uitleggen hoe de kansen op de arbeidsmarkt verdeeld zijn. *
Wat gaan we leren?
Slide 9 - Tekstslide
Het inkomen daalt WW-uitkering Bijstandsuitkering Geen uitkering
Hogere werkloosheid zorgt voor hogere kosten voor de overheid
Mentale problemen
Wat zijn de gevolgen van werkloosheid
Slide 10 - Tekstslide
Werknemers kunnen makkelijker werk vinden als:
ze een zeer goede opleiding hebben gevolgd;
ze een opleiding hebben gevolgd voor een baan waar veel personeel wordt gezocht;
ze een sollicitatietraining hebben gevolgd;
ze zich regelmatig laten bijscholen (nieuwe dingen leren);
ze zich omscholen (voor een andere baan);
ze zich herscholen (opnieuw leren).
Wat kunnen werknemers doen om makkelijker werk te vinden?
Slide 11 - Tekstslide
De overheid kan het volgende doen:
Zorgen voor lagere loonkosten (lagere sociale premies)
Meer geld uitgeven
Loonkostensubsidies geven aan bedrijven
Subsidies voor kinderopvang
Wat kan de overheid doen tegen werkloosheid?
Slide 12 - Tekstslide
De overheid kan de belasting op loon verlagen zodat bedrijven minder hoeven te betalen aan loonkosten
Werknemers houden netto meer loon over.
De bestedingen nemen toe.
Dat is goed voor de economie.
Lagere loonkosten
Slide 13 - Tekstslide
Alle aankopen van de overheid horen bij bestedingen (uniformen, digiborden, politieauto's, enz)
De bestedingen nemen toe.
Dat is goed voor de economie.
Hogere overheidsbestedingen
Slide 14 - Tekstslide
Loonkostensubsidie is een bedrag dat de overheid aan de werkgever betaalt als bijdrage in de loonkosten van werknemers.
Subsidie maakt het voor de werkgevers aantrekkelijk om iemand in dienst te nemen.
Voorbeelden:
Loonkostensubsidie voor werknemers met ziekte/handicap
Loonkostensubsidie ex-gevangenen
Loonkostensubsidie
Slide 15 - Tekstslide
Subsidie voor kinderopvang zorgt ervoor dat ouders met jonge kinderen toch kunnen gaan werken, zodat hun vakkennis niet verdwijnt en ze toch aan het werk kunnen blijven, terwijl het kind groeit.
Subsidie voor kinderopvang
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Voor een deel van de mensen met een migratieachtergrond is het lastig om een baan te vinden.
Sommigen beheersen de taal niet goed.
Hun buitenlandse opleiding wordt niet erkend.
Er is sprake van discriminatie door werkgevers.
Autochtoon en allochtoon
Slide 18 - Tekstslide
De beloning van mannen is gemiddeld hoger dan van vrouwen. Oorzaken hiervan zijn:
Mannen bezetten vaker de beter betaalde banen;
Vrouwen werken vaker in deeltijd dan mannen;
Er is sprake van discriminatie door werkgevers.
Man of vrouw
Slide 19 - Tekstslide
Het percentage vrouwen in de beroepsbevolking stijgt.
Werknemers werken steeds meer in deeltijd.
Als werknemers meer in deeltijd werken, neemt werkgelegenheid in personen meer toe dan de werkgelegenheid in arbeidsjaren.
Welke veranderingen zijn er op de arbeidsmarkt?
Slide 20 - Tekstslide
VRAGEN?
Slide 21 - Tekstslide
OPDRACHTEN
Basis: Maak opgaven 1 t/m 32 op bladzijde 76 t/m 78 van werkboek 4A! Kader: Maak de opgaven van paragraaf 6 en 7 bladzijde 96 t/m 103 van werkboek 4A!
Klaar? Dan heb je geen huiswerk voor de volgende les!
timer
7:00
Rood = Zelfstandig en stil werken.
Geel = Fluisteren en overleggen toegestaan
Groen = Praten
Slide 22 - Tekstslide
Huiswerk voor de volgende les:
Basis:Maak opgaven 1 t/m 32 op bladzijde 76 t/m 78 van werkboek 4A!
Kader: Maak de opgaven van paragraaf 6 en 7 bladzijde 96 t/m 103 van werkboek 4A!