Hoofdstuk 4 Afsluiting / toetsbespreken

Nederlands

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Lezen

Slide 2 - Tekstslide

Programma:

Terugblik grammatica en spelling/ toets
Toets invoeren RTTI online

Verwerkingsopdracht:
Extra oefenen of
Korte verhaal ontsnapt aflezen.

Lesdoelen:

Ik weet hoe ik de persoonsvorm en het onderwerp kan vinden in de zin

Ik weet hoe ik de persoonsvorm van zwakke werkwoorden in de verleden tijd schrijf.

Slide 3 - Tekstslide

Elk puzzelstukje van de zin vertelt iets
Wie levert in?

Onderwerp
Wat  wordt er gedaan?

Werkwoordelijk gezegde en PV
Wanneer


Wat lever ik in?

Lijdend voorwerp
Wat  wordt er gedaan?

Werkwoordelijk gezegde 
Het werkwoordelijk gezegde zijn alle werkwoorden in de zin, ook de persoonsvorm.
Het onderwerp (o) en de PV horen bij elkaar. Ze staan allebei in het enkelvoud of meervoud.

Je vindt het onderwerp door te vragen:
Wie (of wat) + werkwoordelijk gezegde

Bijvoorbeeld: Wie levert in? Antwoord ik
Lijdend voorwerp (lv)

Je vindt het lijdend voorwerp door te vragen:
Wat (of wie) + WG + O

Bijvoorbeeld: wat lever (WG) ik (O)in
Antwoord: mijn dagboekverslag
Stappenplan zinsdelen:

1. Onderstreep de pv
2. Zet wg onder de pv en alle                  anderen werkwoorden die er zijn
3. Vraag: wie of wat + wg
     Zet o onder het onderwerp  
.............................................................................. 
4. Vraag wat + weg + o
     Zet lv onder het lijdend                       voorwerp

Slide 4 - Tekstslide

Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vvw
ww gezegde
Zin:
Gisteren
bracht
ze
een goed boek
voor mij
mee.

Slide 5 - Sleepvraag

Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vw
ww gezegde
Zin:
De ober 
heeft 
de jas
aan de klant 
gegeven. 

Slide 6 - Sleepvraag

Sleep de zinsdelen naar het juiste vak.
onderwerp
lijdend vvw
ww gezegde
Zin:
Marjan
had
een mooi gedicht
geschreven. 

Slide 7 - Sleepvraag

Sleep de zinsdelen naar de juiste plek. Let op... soms moet je het zinsdeel naar 2 plaatsen slepen.
wwg
ond
overig
Deze film
begint
over een uur.

Slide 8 - Sleepvraag

Gisteren                        (praten) wij de hele dag
praatten
praten
praatte

Slide 9 - Sleepvraag

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de goede persoonsvorm:

Gisteren ..... (wedden) ik met mijn moeder
A
wedden
B
wedde
C
wedt
D
wedten

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de goede persoonsvorm:

Wij .... (halen) bijna allemaal een voldoende
A
haalde
B
halde
C
haalte
D
haalden

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de goede persoonsvorm:

Samen .... (fietsen) we naar school
A
fietsten
B
fietste
C
fietsden
D
fietsde

Slide 13 - Quizvraag

Toets invoeren
RTTI online
Scores invoeren per vraag

Slide 14 - Tekstslide