In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Maakwerk
Maak opdracht 2, 3
Slide 1 - Tekstslide
Ga lekker zitten.
Pak Lesboek Op Niveau, een pen & je schrift.
Pak je chromebook erbij en log in in LessonUp
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoelen week 42 les 1
Aan het einde van deze les:
Hebben we de extra oefeningen nagekeken.
Zijn jullie klaar voor de toets: de zakelijke e-mail.
Hebben we klassikaal verder gelezen in 'Virus'
Slide 3 - Tekstslide
De toets
Wanneer?
Woensdag 18 oktober
Meenemen:
(NT2-)Woordenboek
Pen
Slide 4 - Tekstslide
Zakelijke mail
Doel:
Een goede en nette zakelijke mail schrijven.
Slide 5 - Tekstslide
Een zakelijke email
A
formeel
B
informeel
Slide 6 - Quizvraag
Een zakelijke mail stuur je
A
naar je beste vrienden
B
naar bedrijven of instellingen
Slide 7 - Quizvraag
Kies de juiste aanhef...
A
Hallo heer, mevrouw,
B
Geachte heer, mevrouw,
C
Geachte heer en mevrouw,
Slide 8 - Quizvraag
In een zakelijke email spreek je de ander aan met 'u'
A
waar
B
niet waar
Slide 9 - Quizvraag
Kies de juiste afsluiting, slotgroet..
A
Groetjes,
B
Met vriendelijke groet,
C
Met vriendelijke groet
Slide 10 - Quizvraag
Onder je email zet je
A
je voornaam
B
je achternaam
C
je voor- en achternaam
Slide 11 - Quizvraag
Wat doet Emilio fout? Schrijf 3 zaken op!
Hey hallo,
Ik ben Maarten. Ik zou graag gratis info over het Achterhuis willen hebben. Ken jij mij die sturen? Ik wil natuurlijk een goed cijfer halen voor geschiedenis.
Het dagboek van Anne Frank heb ik al voor het vak Nederlands gelezen. Dat is wel ff een indrukwekkend boek zeg! Volgende week houdt ik mijn spreekbeurt dus of je een beetje op wil schieten met de info. Bye.
Slide 12 - Open vraag
Theorie, nog 1x kort
Regels:
Mailadres van de geadresseerde
Onderwerpregel
Aanhef: Beste meneer De Groot of Geachte meneer/mevrouw,
Geef geen overbodige informatie.
Spreek de persoon aan met u.
Sluit af met een beleefde groet en je
voor- en achternaam.
Controleer je mail voordat je de mail inlevert.
Slide 13 - Tekstslide
Opbouw
Betreft/onderwerp:
Noteer in één woord of een paar woorden het onderwerp van je e-mail
Aanhef:
Gebruik een beleefde aanhef met daarachter een komma, bijvoorbeeld Geachte heer Jansen,
Of Geachte heer, mevrouw, (als je niet weet aan wie je je e-mail schrijft)
Slide 14 - Tekstslide
Opbouw
Inleiding:
Vertel wie je bent en waarom je de e-mail schrijft: de aanleiding.
Waarom schrijf je deze e-mail?
Middenstuk:
Gebruik voor elk deelonderwerp één alinea.
Sla tussen de alinea’s een regel over.
Slide 15 - Tekstslide
Slot:
Spreek een wens of verwachting uit. Alvast hartelijk bedankt.
Groet:
Met vriendelijke groet,
Naam en Achternaam
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Ik kan de conventies toepassen in een zakelijke e-mail
Ja, ik ken deze inmiddels uit mijn hoofd
Ik weet wat er wordt bedoeld, ik moet nog oefenen in het toepassen
Nee, het blijft abracadabra, dus ik ga de conventies in mijn hoofd stampen.