1.4 Waarden en normen & 1.5 De dimensies van Hofstede

Vorming
1.4 Waarden en normen
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Vorming
1.4 Waarden en normen

Slide 1 - Tekstslide

Centrale begrippen
  1. Cultuur
  2. Waarden
  3. Normen
  4. Institutionalisering
  5. Institutie

Slide 2 - Tekstslide

Cultuur

Definitie = Het geheel van voorstellingen, uitdrukkingsvormen, opvattingen, waarden en normen die mensen als lid van een groep van een samenleving hebben verworven.

Oftewel ... de beschaving van een land.

Slide 3 - Tekstslide

Waarden 
Waarden: Principes, opvattingen over goed en slecht

Vaak gerelateerd aan godsdienstige en levensbeschouwelijke ideeën. De visie op de samenleving en wat rechtvaardig is en wat niet.

Slide 4 - Tekstslide

Normen
Normen: geschreven en ongeschreven (gedrags)regels en wetten, die aangeven wat er verwacht wordt in een bepaalde situatie.

Normen komen altijd voort uit een bijbehorende waarde.


Slide 5 - Tekstslide

Institutionalisering
Definitie = Het proces waarbij een complex van waarden en min of meer geformaliseerde regels vastgelegd worden in standaard gedragspatronen, die het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties bepalen.

Institutie = Een vast, collectief bepaald gedragspatroon 
(Denk aan het huwelijk of de kerk)

Slide 6 - Tekstslide

Vorming
1.5 De dimensies van Hofstede

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Vergelijken van culturen
De wetenschapper Hofstede is de grondlegger van de cultuurvergelijkingen. Dit levert twee resultaten op:

  • Cultuurverschillen benoemen, identificeren en verklaren
  • Oorzaken van maatschappelijke ontwikkelingen zoeken

Slide 9 - Tekstslide

5 dimensies van Hofstede
Cultuurmodel van Hofstede & Hofstede om de culturen van verschillende landen te kunnen indelen:
  1. Machtsafstand
  2. Collectivisme vs individualisme
  3. Feminiteit vs masculiniteit
  4. Onzekerheidsvermijding
  5. Lange- of kortetermijnsdenken

Slide 10 - Tekstslide

1. Machtsafstand
Betekenis = De mate waarin minder machtige leden van bijvoorbeeld gezin, school of organisaties in een land verwachten en accepteren dat de MACHT ongelijk verdeeld is.

Macht = Het vermogen om hulpbronnen in te zetten om bepaalde doelstellingen te bereiken en de handelingsmogelijkheden van anderen te beperken of te vergroten.
Microniveau: Denk aan gehoorzaamheid / onderhandelingshuishouden of autoritair
Mesoniveau: Er zijn weinig kansen voor mensen om zicht te kunnen ontwikkelen. Bijvoorbeeld een promotie krijgen
Macroniveau: Binnen een land zal er een groot verschil zijn tussen de mogelijkheden van de machthebbers en de onmachtigen. Rechtsongelijkheid, inkomensongelijkheid, etc.

Slide 11 - Tekstslide

Ongelijkheid
In iedere samenleving bestaat ongelijkheid. Sommige mensen zijn rijker, slimmer en sterker dan anderen.

Sommige mensen hebben meer macht dan anderen.

Als persoon A meer macht heeft dan persoon B dan is er sprake van een machtsverschil (of te wel: machtsafstand)

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Machtsafstand & religie
De machtsafstand in Katholieke landen is vaak groter, dan in Protestante samenlevingen.

In Islamtische samenlevingen is de machtsafstand nog veel groter dan in Katholieke samenlevingen.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Noem de vijf dimensies van Hofstede

Slide 16 - Open vraag

2. Collectivisme vs Individualisme
Collectivisme = Het belang van de groep is belangrijker dan het individuele belang
  • Sterk 'wij-gevoel'
  • Je bent zelf ondergeschikt en past je aan de groep aan

Individualisme = Het belang van het individu is belangrijker dan het groepsbelang

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Wat valt je op aan het kaartje van machtsafstand en die van individualisme?

Slide 19 - Open vraag

Masculien (mannelijk)
Feminien (vrouwelijk)

Slide 20 - Tekstslide

3. Masculien vs Feminien
Hoe gaan culturen om met sekse en verschillende rollen?

Masculien
  • Assertief en hard
  • Materieel succes
  • Vrouwen bescheiden en teder
  • Gericht op kwaliteit leven
Feminien
  • Sekse rollen overlappen elkaar
  • Vrouw + man zijn bescheiden en teder
  • Gericht kwaliteit bestaan

Slide 21 - Tekstslide

microniveau: masculien: man moet goede rijke echtgenoten zijn, homoseksualiteit minder geaccepteerd
feminien: mannen en vrouwen als gelijke binnen het huwelijk
mesoniveau: masculien: mannen moeten prestatiegericht zijn en vrouwen hoeven dat veel minder. 
feminien: streven naar gelijke omstandigheden voor vrouwen en mannen
macroniveau: mascolien: de sterken krijgen de kans om uit te blinken, immigranten moeten zich snel aanpassen, arme landen moeten voor zichzelf zorgen en economische groei is belangrijk
feminien: mensen die het nodig hebben moeten geholpen worden

Slide 22 - Tekstslide

Wat valt je op als je de westerse wereld bekijkt t.a.v. masculien vs feminien?

Slide 23 - Open vraag

4. Onzekerheidsmijding
Hoe gaan landen om met onzekere / onbekende situaties?

Dus: De mate waarin de dragers van een cultuur zich bedreigd voelen door onzekere of onbekende situaties.

Hoe kan je toekomst dragelijker maken?
  1. Techniek (vermijden onzekerheden uit de natuur)
  2. Wetgeving en regels (zorgt voor kaders)
  3. Religie (geeft houvast)

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

In welk soort landen zal men angstiger zijn t.a.v. bijvoorbeeld vluchtelingen?
A
Nederland en andere west-Europese landen
B
China
C
Madagascar en andere Afrikaanse landen
D
Polen en andere oost-Europese landen

Slide 26 - Quizvraag

Lange termijngericht
Korte termijngericht

Slide 27 - Tekstslide

5. Langetermijn of korte termijn
Kijken we vooral naar de toekomst of naar snelle successen?

Lang = Het streven naar beloning in de toekomst, vooral door middel van volharding (volhouden) en spaarzaamheid (zuinig).

Kort = verwijst naar belangrijke zaken zoals respect voor traditie, voorkomen van gezichtsverlies en voldoen sociale verplichtingen

Slide 28 - Tekstslide

Kritiek op Hofstede
De belangrijkste kritiekpunten:
  1. Het model plakt etiketten. De ene conclusie, zegt niets over de rest van de cultuur;
  2. Het werkt alleen vergelijkend. Het zegt niets over hoe de cultuur verder presteert;
  3. Het model is statisch en heeft geen aandacht voor veranderende culturen.

Slide 29 - Tekstslide

Aan de slag!
Maken: opgave 15 t/m 48

Slide 30 - Tekstslide