In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 6 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Lesplanning
Uitleg en video's via LessonUp
Doornemen opdracht
Uitvoeren praktijkopdracht
Login op Magister.me
Slide 1 - Tekstslide
Bedrijven die producten produceren noem je productiebedrijven.
De landbouwsector wordt onderverdeeld in verschillende sectoren: Akkerbouw, tuinbouw, bosbouw, veeteelt en visteelt.
Slide 2 - Tekstslide
De landbouwsector wordt onderverdeeld in verschillende sectoren
Akkerbouwers telen gewassen zoals granen, aardappelen en maïs in volle grond. Dat noemen we open teelt. Deze manier van telen is grootschalig en arbeidsextensief.
Bosbouw is een onderdeel van bosbeheer. Er worden bomen gerooid in natuurlijke en aangeplante bossen (productiebossen).
Tuinbouwers verbouwen groente, fruit en planten in o.a. boomgaarden (open teelt) en kassen (gesloten teelt). In die kassen kunnen planten onder 'ideale' omstandigheden worden gekweekt.
Tuinbouwers kunnen het klimaat (temperatuur, vochtigheidsgraad) in de kassen regelen. Hierdoor kunnen tuinbouwers de planten het hele jaar door telen. Tuinbouw is over het algemeen kleinschalig en arbeidsintensief.
Veeteelt wordt ingezet voor de productie van vlees, melk, eieren en bijproducten zoals leer.
Multifunctionele landbouw.
Steeds meer landbouwers bieden ook andere activiteiten op de boerderij, zoals natuurbeheer, educatie en verkoop.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Slide 7 - Video
Slide 8 - Video
Manieren van zaaien
Slide 9 - Tekstslide
Zaaien doe je in de grond, dat noem je een zaaimedium.
Dat moet:
Luchtig zijn
Goed vocht vast kunnen houden
Goed warmte op kunnen nemen
Fijn (niet te grof) van structuur zijn
Voedselarm zijn
Vrij van ziektekiemen zijn
Onkruidvrij zijn
Slide 10 - Tekstslide
Verspenen
Als de zaadjes zijn gekiemd, dat noem je zaailingen, kun je ze oppotten.