5.5 Huiswerk bespreken (niet delen met ll) (voor klas die 3.5 niet helemaal gedaan had)
1 / 21
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Wat is GEEN grootheid?
A
Oppervlakte
B
Inhoud
C
Temperatuur
D
meter per seconde
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Grootheid of eenheid? Selecteer een grootheid
A
Meter
B
Tijd
C
Vierkante meter
D
Graden Celcius
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat zijn grootheden? Een grootheid is iets wat je kunt meten.
Noem 3 voorbeelden van grootheden.
Noem 3 voorbeelden van grootheden.
Slide 7 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Met een maatcilinder kan je een grootheid meten. Welke grootheid?
A
massa
B
lengte
C
temperatuur
D
volume
Slide 8 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de grootheid die een weegschaal kan meten?
A
dichtheid
B
massa
C
volume
D
lengte/ afstand
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Welk meetinstrument gebruik je om de grootheid "temperatuur" te meten?
Slide 10 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Welk meetinstrument gebruik je om de grootheid "tijd" te meten?
Slide 11 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Hiernaast zie je de formuledriehoek van de formule R = U ÷ I.
Wat is de formule van U ?
Wat is de formule van U ?
Slide 12 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wat is de formule van t ?
A
t = v x t
B
t = s ÷ v
C
t = s x v
D
t = v ÷ s
Slide 13 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Een vogel vliegt met een snelheid van 7 m/s van Maasland naar Kwintsheul. De dorpen liggen op een afstand van 9.300 m van elkaar. Bereken hoelang de vogel er over doet. Geef je berekening volgens formule, gegevens, berekening, resultaat.
Slide 14 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Een voorwerp met een massa van 1600 gram drijft in een bak met olijfolie. Het voorwerp heeft een dichtheid van 0,58 g/cm3. Bereken het volume van het voorwerp. Geef je berekening volgens formule, gegevens, berekening, resultaat.
Slide 15 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Schrijf in wetenschappelijke notatie
125⋅10−3
Slide 16 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Schrijf zonder wetenschappelijke notatie:
6,358⋅101
Slide 17 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Schrijf in de wetenschappelijke notatie:
Slide 18 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
wetenschappelijke notatie 3,8
Slide 19 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Je hebt een experiment uitgevoerd om te onderzoeken hoe de lichtsterkte van een gloeilamp varieert met de omgevingstemperatuur. De metingen van de lichtsterkte (in lumen) bij verschillende temperaturen (in graden Celsius) zie je in de tabel. Maak een grafiek. Van de gegevens
Slide 20 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 21 - Tekstslide
Bespreken:
les 1: Vraag 3a, 3c, 3g,4a,4b,
les 2: vraag 6a, 6b,7a
