3.3 Vraag en aanbod

Ben jij ondernemend?
3.3 Vraag en aanbod
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Ben jij ondernemend?
3.3 Vraag en aanbod

Slide 1 - Tekstslide

3.3 Vraag en aanbod
  • Ik kan uit een grafiek de evenwichtsprijs en hoeveelheid aflezen.
  • Ik kan uitleggen waardoor de vraag- en aanbodlijnen verschuiven.
  • Ik kan het gevolg uitleggen van een verschuiving van een vraag- en/of aanbodlijn.
  • Ik kan het gevolg uitleggen van het instellen van een maximumprijs door de overheid.
  • Ik kan met behulp van een concreet voorbeeld uitleggen wat een transparante markt is.

Slide 2 - Tekstslide

Europa was lang afhankelijk van Russisch gas. Door de oorlog in Oekraïne is de aanvoer van Russisch gas sterk afgenomen.
Wat is het gevolg voor de gasprijs?
A
stijgt
B
daalt
C
blijft gelijk

Slide 3 - Quizvraag

Oktober was de warmste oktobermaand in tijden. De verwarming bleef bij vele gezinnen uit.

Wat is het gevolg voor de gasprijs?
A
stijgt
B
daalt
C
blijft gelijk

Slide 4 - Quizvraag

De winter komt eraan.
Wat is het gevolg voor de gasprijs?
A
stijgt
B
daalt
C
blijft gelijk

Slide 5 - Quizvraag

De VS en Noorwegen gaan extra gas aanbieden aan Europa.
Wat is het gevolg voor de gasprijs?
A
stijgt
B
daalt
C
blijft gelijk

Slide 6 - Quizvraag

3.3 Vraag en aanbod
Evenwicht
Het punt waar vraag en aanbod gelijk zijn
aan elkaar is:
  • De evenwichtsprijs
  • De evenwichtshoeveelheid
Vraag 3b
De evenwichtsprijs is € 1.750
De evenwichtshoeveelheid is 25.000

Slide 7 - Tekstslide


vraag 5a en 5b
Het aanbod scooters neemt met 15.000 toe. De vraag blijft gelijk.

Slide 8 - Tekstslide


vraag 5c en 5d
Door subsidie krijgt men een deel van de aanschafprijs terug. Bij iedere prijs stijgt de vraag met 15.000. Het aanbod blijft gelijk. 

Slide 9 - Tekstslide

3.3 Vraag en aanbod
Vraag kan verschuiven
  • Als de vraag toeneemt terwijl het aanbod gelijk blijft, stijgt de prijs.
      vb: inkomen consumenten stijgt.
  • Als de vraag afneemt terwijl het aanbod gelijk blijft, daalt de prijs.
      vb: verouderde technologie

Slide 10 - Tekstslide

3.3 Vraag en aanbod
Aanbod kan verschuiven
  • Als het aanbod toeneemt terwijl de vraag gelijk blijft, daalt de prijs.
      vb: meer producenten.
  • Als het aanbod afneemt terwijl de vraag gelijk blijft, stijgt de prijs.
      vb: grondstoffen te kort.

Slide 11 - Tekstslide

Steeds meer gezinnen dreigen in armoede terecht te komen door de stijgende gasprijs.
Wat kan de overheid hieraan doen?

Slide 12 - Open vraag

Om onafhankelijk te worden van Russisch gas wil Europa warmtepompen stimuleren. Die kosten meer dan CV-ketels. Wat kan de overheid doen?

Slide 13 - Open vraag

3.3 Vraag en aanbod
Vrije markt
Als de prijs bepaalt wordt door vraag en aanbod, dan is er een vrije markteconomie. Dit werkt het best bij een transparante markt (veel aanbod en veel vraag).

Soms zijn hoge prijzen onwenselijk en grijpt de overheid in:
  • maximumprijs instellen
  • subsidie geven

Slide 14 - Tekstslide

3.3 Vraag en aanbod
  • Ik kan uit een grafiek de evenwichtsprijs en hoeveelheid aflezen.
  • Ik kan uitleggen waardoor de vraag- en aanbodlijnen verschuiven.
  • Ik kan het gevolg uitleggen van een verschuiving van een vraag- en/of aanbodlijn.
  • Ik kan het gevolg uitleggen van het instellen van een maximumprijs door de overheid.
  • Ik kan met behulp van een concreet voorbeeld uitleggen wat een transparante markt is.

Slide 15 - Tekstslide