Leerjaar 1 KGT, 9.1 A gelijknamige breuken optellen en aftrekken

Schrift

1 / 24

Slide 1: Tekstslide

WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Lesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Schrift

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?

Hoofdstuk 9.1 Breuken vereenvoudigen herhalen + huiswerk bespreken
Hoofdstuk 9.1 Gelijknamige breuken optellen en aftrekken
Uitleg
Samen oefenen
Zelfstandig werken via digitale methode
Nabespreken

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoel paragraaf 9.1 breuken vereenvoudigen

Na de les weet je:
- Hoe je een breuk vereenvoudigt
- Wat een gelijknamige breuk is
- Hoe je een gelijknamige breuk optelt en aftrekt

Slide 4 - Tekstslide

Voorkennis activeren

Slide 5 - Tekstslide

Is dit de teller of de noemer?

\frac{​ 6 ​ ​}{​ 8 ​}

teller

noemer

Slide 6 - Quizvraag

Als je een breuk vereenvoudigt:

Voorbeeld

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 9 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​}

wordt

deel je de teller door een getal

deel je de noemer door een getal

deel je de teller en de noemer allebei door hetzelfde getal

deel je de teller en de noemer door een ander getal

Slide 7 - Quizvraag

Bereken (en vereenvoudig!)

\frac{​ 9 ​ ​}{​ 2 7 ​}

\frac{​ 9 ​ ​}{​ 2 7 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​}

\frac{​ 4 , 5 ​ ​}{​ 1 3 , 5 ​}

kan niet

Slide 8 - Quizvraag

vereenvoudigen is kleiner opschrijven

Slide 9 - Tekstslide

In de breuk mogen alleen maar hele getallen staan! Dus geen komma- getallen.

Slide 10 - Tekstslide

2 3 5 7

Slide 11 - Tekstslide

Theorie: gelijknamige breuken

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Even oefenen, daarna zelf aan de slag!

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 1 2 ​} - \frac{​ 1 ​ ​}{​ 1 2 ​} =

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 9 ​} + \frac{​ 2 ​ ​}{​ 9 ​} =

\frac{​ 8 ​ ​}{​ 1 5 ​} - \frac{​ 2 ​ ​}{​ 1 5 ​} =

Slide 14 - Tekstslide

Zelf doen

Paragraaf 9.1

Opgave 9, 10, 11

Via de digitale methode!

Magister > leermiddelen > wiskunde > planning > 9.1 a gelijknamige breuken optellen en aftrekken

Blz 133 en 134

timer

1:00

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Ik kan gelijknamige breuken optellen en aftrekken

🤯NEEE

🤔nee

😐Misschien

🙂ja

😁JAAA

Slide 17 - Poll

Wat blijft hetzelfde als je een breuk optelt of aftrekt?

De teller

De noemer

Slide 18 - Quizvraag

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 4 ​} - \frac{​ 1 ​ ​}{​ 4 ​} =

Slide 19 - Woordweb

Huiswerk donderdag 20 mei

Paragraaf 9.1

Opgave 9, 10, 11

Via de digitale methode!

Magister > leermiddelen > wiskunde > planning > 9.1 a gelijknamige breuken optellen en aftrekken

Meenemen: laptop & schrift

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Wat is hetzelfde bij een gelijknamige breuk?
De noemer of de teller?

De noemer

de teller

Slide 22 - Quizvraag

Zet je mondkapje op & fijne dag!

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video