Een deel van de kosten is vooraf bekend en zal niet veranderen als de omzet stijgt of daalt. Dit zijn constante kosten, bijvoorbeeld:
huur van een gebouw
loonkosten vast personeel
rentekosten
onroerende zaakbelasting
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1
In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Kosten
Een bedrijf maakt kosten.
Een deel van de kosten is vooraf bekend en zal niet veranderen als de omzet stijgt of daalt. Dit zijn constante kosten, bijvoorbeeld:
huur van een gebouw
loonkosten vast personeel
rentekosten
onroerende zaakbelasting
Slide 1 - Tekstslide
Constante kosten
Constante kosten zijn:
Kosten waarvan het totaalbedrag niet zal veranderen als de normale omzet stijgt of daalt
Kortom; Constante kosten zijn niet afhankelijk van de omzet.
Slide 2 - Tekstslide
Variabele kosten
Variabele kosten zijn direct afhankelijk van de omzet.
IWO (Inkoop Waarde van de Omzet) zijn variabele kosten!
Nog enkele andere voorbeelden van variabele kosten:
reclamekosten
verzendkosten
verpakkingskosten
Slide 3 - Tekstslide
Verschillende variabele kosten
Variabele kosten kun je onderverdelen in drie soorten:
Progressief variabele kosten
Proportioneel variabele kosten
Degressief variabele kosten
Slide 4 - Tekstslide
Progressief variabele kosten
De kosten stijgen harder dan de omzet.
Slide 5 - Tekstslide
Proportioneel variabele kosten
Als de kosten evenredig stijgen met de omzet noemen we dit proportioneel variabel.
Slide 6 - Tekstslide
Degressief variabele kosten
De omzet stijgt maar de variabele kosten worden naar verhouding goedkoper. Dit kan komen door grotere kortingen die je kunt krijgen bij afname van grotere hoeveelheden.
Slide 7 - Tekstslide
Verloop van variabele kosten:
Slide 8 - Tekstslide
Wat zijn variabele kosten?
A
Kosten niet afhankelijk van de omzet
B
Kosten afhankelijk van de omzet
C
Kosten gelijk aan de omzet
D
geen van allen
Slide 9 - Quizvraag
Wat zijn Constante kosten?
A
Kosten niet afhankelijk van de omzet
B
Kosten afhankelijk van de omzet
C
Kosten gelijk aan de omzet
D
geen van allen
Slide 10 - Quizvraag
Welke drie soorten variabele kosten zijn er?
A
Loon, grondstof en benzine
B
Afschrijving, btw en aflossing hypotheek
C
progressief, degressief en proportioneel
D
geen van allen
Slide 11 - Quizvraag
Vul in variabel of constant: Rente hypotheek
Slide 12 - Open vraag
Vul in variabel of constant: Inkoop
Slide 13 - Open vraag
Vul in variabel of constant: loon vaste medewerkers