Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Recap Grammar Ch. 4 1KGT
Chapter 4: No place like home
1 / 43
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
In deze les zitten
43 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Chapter 4: No place like home
Slide 1 - Tekstslide
Deze les herhaling grammar H4
Present Continuous - onvoltooid tegenwoordige tijd
Articles - Verschil a / an
Imperative - Gebiedende wijs
Slide 2 - Tekstslide
Detached house
Flat
semi-detached house
castle
skyscraper
terraced house
Slide 3 - Sleepvraag
Welke drie vervoegingen van 'to be' ken je?
Slide 4 - Open vraag
Wanneer gebruik je de 'Present Continuous'?
Als iets aan de gang is op het moment dat je erover spreekt of schrijft.
Iets gebeurt dus op dit moment.
Slide 5 - Tekstslide
Hoe maak je de present continuous?
Slide 6 - Open vraag
Hoe ziet de vorm eruit?
am / are / is + werkwoord + ing
He
is working
at the moment.
Slide 7 - Tekstslide
Voorbeeld
I
am
screaming
at my computer right now.
Slide 8 - Tekstslide
Voorbeeld
Timmy
is sitting
on a warm toilet seat.
Slide 9 - Tekstslide
Voorbeeld
The cats
are pushing
all the buttons in the elevator.
Slide 10 - Tekstslide
Let op!
Als het werkwoord eindigt op een -e, dan laat je deze weg als je -ing toevoegt.
to dance - I'm dancing
Slide 11 - Tekstslide
Let op!
Als het werkwoord één lettergreep heeft en eindigt op een klinker + medeklinker verdubbel je de laatste medeklinker.
to hit - hitting
to run - running
Slide 12 - Tekstslide
We ... the dishes right now
A
are doing
B
was doing
C
are do
D
was do
Slide 13 - Quizvraag
Look! They ... him his present
A
are give
B
were give
C
are giving
D
were giving
Slide 14 - Quizvraag
I ... a book for school right now
A
am read
B
am reading
C
was read
D
was reading
Slide 15 - Quizvraag
She ... her bag all by herself as we speak
A
is carrying
B
was carried
C
was carrying
D
is carry
Slide 16 - Quizvraag
He ... in the Alps this weekend
A
is skied
B
was skiing
C
was skied
D
is skiing
Slide 17 - Quizvraag
You're the reason why I .... in the mirror,
.... in the shower.
present continuous-1
Slide 18 - Open vraag
Listen and fill in the gaps: The clock ... ... so stay.
4. the man is looking at a mine.
present continuous-6
Slide 19 - Open vraag
So comfortable we ... ...
in a bubble, bubble.
4. the man is looking at a mine.
present continuous-7
Slide 20 - Open vraag
Articles
Slide 21 - Tekstslide
Lidwoorden
Slide 22 - Tekstslide
Klinker of medeklinker?
klinkers:
medeklinkers:
Het draait bij lidwoorden om uitspraak
niet om spelling!
Slide 23 - Tekstslide
De grammaticale regel...
MY UNCLE HAS
A
NEW CROSSMOTOR
WANNEER DE VOLGENDE LETTER ALS EEN
MEDEKLINKER KLINKT
DAN GEBRUIK JE
A
Medeklinkers
B,C,D,F,G,H,J,K,L,M,N,P,Q,R,S,T,V,W,X,Y,Z
Slide 24 - Tekstslide
De grammaticale regel...
MY BROTHER HAS
AN
OLD MOTORCYCLE
WANNEER DE VOLGENDE LETTER ALS EEN
KLINKER KLI
NKT
DAN GEBRUIK JE
AN
Klinkers
A,E,O,I,U
Slide 25 - Tekstslide
Denk om
INSTINKERS!!!
A UNIVERSITY
De
U
klinkt
als
een
J
(JOENIVERSIETIE)
als iets klinkt als een medeklinker...A
Slide 26 - Tekstslide
Phone
A
a
B
an
Slide 27 - Quizvraag
Elephant
A
a
B
an
Slide 28 - Quizvraag
Hour
A
a
B
an
Slide 29 - Quizvraag
.... uniform
A
a
B
an
Slide 30 - Quizvraag
A
AN
artist
eye
balcony
home
pineapple
honour
ukulele
umbrella
Slide 31 - Sleepvraag
DUS luister naar de klank!
Als je het even niet weten, denk aan
an
apple and
a
peer
Slide 32 - Tekstslide
Gebiedende wijs
Imperative
Slide 33 - Tekstslide
Imperative
Slide 34 - Tekstslide
Imperative
You use
don't
to say that someone should not do it.
Don't
eat too much candy
Slide 35 - Tekstslide
Imperative:
Steek niet over!
A
Cross not the road.
B
You cross not the road.
C
Don't cross the road.
Slide 36 - Quizvraag
Imperative:
Niet op het gras lopen!
A
Don't walk on the grass!
B
Walk on the grass!
C
No walking on the grass!
D
To walk on the grass
Slide 37 - Quizvraag
Imperative:
Kom binnen!
A
Don't come in!
B
Come in!
C
Coming in!
D
To come in!
Slide 38 - Quizvraag
Imperative:
Wees op tijd!
A
You must be on time!
B
You have to be on time!
C
Be on time!
Slide 39 - Quizvraag
Imperative:
not / panic
Slide 40 - Open vraag
which sentence is written in imperative?
A
Run away! As fast as you can!
B
Can you run away, please?
C
My mother never told me to run.
D
Did he run away?
Slide 41 - Quizvraag
https:
Slide 42 - Link
https:
Slide 43 - Link
Meer lessen zoals deze
Grammar recap chapter 4
April 2022
- Les met
49 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
Chapter 4: E Articles and Imperatives
Juni 2024
- Les met
28 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Grammar recap chapter 4
Februari 2021
- Les met
30 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t
Leerjaar 1
1kgt ss7 chap 4
April 2024
- Les met
51 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Present Continuous
April 2020
- Les met
22 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Present Continuous
April 2023
- Les met
20 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
The Present Simple vs. the Present Continuous
Juni 2024
- Les met
30 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k, g, t, mavo, havo
Leerjaar 1
Present Continuous
April 2023
- Les met
23 slides
Engels
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1