Present Continuous

Aan het einde van de les kan je
  • De vorm van de 'Present Continuous' herkennen en gebruiken.
  • Weten wanneer je de 'Present Continuous' moet gebruiken.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Aan het einde van de les kan je
  • De vorm van de 'Present Continuous' herkennen en gebruiken.
  • Weten wanneer je de 'Present Continuous' moet gebruiken.

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer gebruik je de 'Present Continuous'?
  • De vorm gebruik je als iets aan de gang is op het moment dat je erover spreekt of schrijft.
  • Iets gebeurt dus op dit moment.

Slide 2 - Tekstslide

Hoe ziet de vorm eruit?
am / are / is + werkwoord + ing

He is working at the moment.

Slide 3 - Tekstslide

Voorbeeld
I am screaming at my computer right now.

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeeld
Timmy is sitting on a warm toilet seat.

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeeld
The cats are pushing all the buttons in the elevator.

Slide 6 - Tekstslide

Let op!
Als het werkwoord eindigt op een -e, dan laat je deze weg als je -ing toevoegt.

to dance - I'm dancing

Slide 7 - Tekstslide

Let op!
Als het werkwoord één lettergreep heeft en eindigt op een klinker + medeklinker verdubbel je de laatste medeklinker.

to hit        - hitting
to run       - running

Slide 8 - Tekstslide

We ... the dishes right now

A
are doing
B
was doing
C
are do
D
was do

Slide 9 - Quizvraag

Look! They ... him his present
A
are give
B
were give
C
are giving
D
were giving

Slide 10 - Quizvraag

You're the reason why I .... in the mirror,
.... in the shower.
present continuous-1

Slide 11 - Open vraag

Listen and fill in the gaps: The clock ... ... so stay.
4. the man is looking at a mine.
present continuous-6

Slide 12 - Open vraag

So comfortable we ... ...
in a bubble, bubble.
4. the man is looking at a mine.
present continuous-7

Slide 13 - Open vraag

Choose the Present Continuous:
Look! The birds ___ away!
A
fly
B
flying
C
are fly
D
are flying

Slide 14 - Quizvraag

Choose the Present Continuous:
We ___ English class right now.
A
have
B
are having
C
are have
D
are haveing

Slide 15 - Quizvraag

Choose the Present Continuous:
Why ___ for vacation?
A
are we leaving
B
are we leave
C
we leaving
D
we leave

Slide 16 - Quizvraag

Samenvatting
  • Je gebruikt de Present Continuous als iets nu gebeurt.

  • Dit is de vorm: am / are / is + ww + ing

  • Werkwoord eindigt op -e? Weg ermee!

  • Eén lettergreep, eindigt op klinker + medeklinker? = extra medeklinker!

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Slide 19 - Link

1 =
2=
3 =
4=
5=
6=
7=
8=
10=
9=
Luister en schrijf op een blad papier wat voor spellen zij aan het doen zijn.

Slide 20 - Tekstslide