3.1 Industrie en samenleving

Burgers en stoommachines
Industrie en samenleving
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Burgers en stoommachines
Industrie en samenleving

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen deze les?
  • Samen lezen
  • Uitleg bij par. 3.1 (via filmpjes)
  • Beroepssectoren en jouw toekomstbeeld
  • Quizje
  • Huiswerk volgende les





Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
In deze paragraaf leer je:
  • hoe en waardoor de productie toenam
  • wat vanaf 1870 veranderde in de industrie
  • wat veranderde in de samenleving
  • wat veranderde in de verhouding tussen werkgevers en werknemers

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




Kenmerkend aspect bij deze paragraaf: de industriële revolutie en de opkomst van emancipatiebewegingen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

We lezen samen !



Meer productie
TB blz. 40

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Door Emoscopes - Eigen werk, drawn using XaraX software, CC BY 2.5, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=607235

Slide 7 - Tekstslide

De holle bol had aan weerszijden twee openingen, waaraan een gebogen open pijp gemonteerd was. De stoom die uit het reservoir door de holle as naar de bol liep, kwam door de twee pijpuiteinden naar buiten, waardoor de bol ging draaien. Deze stoommachine werd in feite voortgedreven door het principe van een raketmotor.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke drie beroepssectoren zijn er ?
A
aardappelsector, kledingsector en dienstensector
B
landbouwsector, industriesector en dienstensector
C
industriesector, dienstensector en broodsector

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wil je later worden en bij welke beroepssector hoort dat beroep?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

  • Laptops dicht.
  • Tassen onder de tafels.
  • Allemaal staan.
  • Stoelen aanschuiven.
Iedereen krijgt vier kleuren kaartjes
A = rood
B = blauw
C = geel
D= groen
Zeven quizvragen:
Heb je het juiste antwoord, mag je bij mij een bonusmuntje halen.
Na zeven vragen kijken we wie de meeste bonusmuntjes heeft,
die heeft gewonnen!


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk begrip hoort bij deze betekenis:
Periode van grote en snelle verandering in West-Europa door de komst van industrie; deze periode duurde van 1760 tot 1850.
A
Industrialisatie
B
Kapitalisme
C
Industriële revolutie
D
Monarchie

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is industrialisatie?
A
Een periode van grote en snelle verandering door de komst van industrie.
B
Het ontstaan van industrie (fabrieken) in een gebied waar eerst vooral landbouw was.
C
Een speciale dans.
D
Mensen die in fabrieken werken.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een van de belangrijkste uitvindingen van de revolutie?
A
stoommachine
B
ijzeren ploeg
C
straatverlichting
D
dienstensector

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welk land begon de Industriële revolutie?
A
Frankrijk
B
Engeland
C
Nederland
D
Duitsland

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rond 1800 werkten de meeste mensen in Nederland in de:
A
landbouw
B
industrie
C
diensten

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke beroepen begon de Industriele revolutie?

A
Handel en Nijverheid
B
Handel en Landbouw
C
Landbouw en textiel
D
Textiel en handel

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Door welke uitvinding konden de mensen, rond 1740, sneller weven?
A
De uitvinding van de stoommachine
B
De uitvinding van de Spinning Jenny
C
De uitvinding van de schietspoel
D
De uitvinding van het weefgetouw

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Door welke uitvinding konden de mensen, rond 1760 sneller spinnen?
A
De uitvinding van de stoommachine
B
De uitvinding van de Spinning Jenny
C
De uitvinding van de schietspoel
D
De uitvinding van het spinnewiel

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Toets of taak?
19 maart toets maken of interviewopdracht
inleveren.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

  Huiswerk voor de volgende les:
lz + m par. 3.1

TB blz. 40 - 42
Online opdr. 1 t/m 11
Voorbereiden par. 3.2 in je Cornell-aantekenschrift.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  Huiswerk voor de volgende les:
lz + m par. 3.1

TB blz. 40 - 42
Online opdr. 1 t/m 11

Vragen over de taakopdracht? -> kies KWT!

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies