Present Simple & Present Continuous
Present Simple: Het werkwoord heeft in de Present Simple maar twee vormen: het hele werkwoord en het werkwoord + -s. In de meeste gevallen hoef je niets te veranderen aan het werkwoord. Alleen bij he, she en it is dat anders. Daar komt de uitgang -s aan het werkwoord vast.
Present Continuous:
Je hebt altijd de volgende combinatie: to be + werkwoord + -ing.