14.3+4 zenuwstelsel

14.3&4 zenuwstelsel
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

14.3&4 zenuwstelsel

Slide 1 - Tekstslide

zenuwstelsel
Functionele indeling:
autonoom en animaal zenuwstelsel

orthosympatische en parasympatisch zenuwstelsel

Extra uitleg: Biologiepagina.nl 


Slide 2 - Tekstslide

De pupilreflex wordt aangestuurd door het
A
animale zenuwstelsel
B
autonome zenuwstelsel

Slide 3 - Quizvraag

Je beweegt je ogen naar links. Dit wordt aangestuurd door..
A
animale zenuwstelsel
B
autonome zenuwstelsel

Slide 4 - Quizvraag

Na een tennisgame van een uur zit Leon uitgeput op de bank. Welk zenuwstelsel is nu actief?
A
parasympatische zenuwstelsel
B
orthosympatische zenuwstelsel

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekent het voor de longen en het hart wanneer het parasympatische zenuwstelsel actief is?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Link

Anatomische indeling: CZ en perifeer
CZ = centrale zenuwstelsel
- grote hersenen
- kleine hersenen
- hersenstam
- ruggenmerg

perifeer zenuwstelsel
- alle zenuwen in het lichaam

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

hersenschors

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

reflex
een verkorte route van een impuls om
1. je lichaam te beschermen
2. processen automatisch te laten verlopen

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link

Slide 20 - Link

bekijk de volgende uitlegvideo's (volgende 2 dia's)

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

succescriteria
  • je kunt de definitie van de volgende begrippen uitleggen: animaal en autonoom zenuwstelsel, zenuwen, senosorische-/ motorische-/ schakelcellen, ortho- en parasympatisch, grote/ kleine hersenen, hersenstam, hersenschors, centrale en perifere zenuwstelsel, sensorische en motorisch centrum, primair en secundair centra, dendriet, axon, cellen van Schwann, sprongsgewijze geleiding, synaps, neurotransmitter, reflexboog, aangeleerde en aangeboren reflex, meyline(schede).


  • je kunt de de leerdoelen aan een ander uitleggen

  • je kunt de (examen)vragen over dit onderwerp goed (bijna foutloos) maken

Slide 23 - Tekstslide