26-5 H2A/B Quiz over hfst 4 Lezen

Welkom

Nieuw hoofdstuk verkennen.
Nederlands
Wat heb je nodig?
1. Leesboek 
2. Lesboek
3. Schrift+Pen 

timer
1:00
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Nieuw hoofdstuk verkennen.
Nederlands
Wat heb je nodig?
1. Leesboek 
2. Lesboek
3. Schrift+Pen 

timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

timer
15:00
15 minuten in stilte zelfstandig lezen.

Slide 2 - Tekstslide

Planning vandaag 9 juni 2023
  1. 15 minuten lezen;
  2. Nieuw hoofdstuk verkennen;
  3. Zelfstandig aan de slag met het schrijven van een zakelijke e-mail. 

Slide 3 - Tekstslide

Proefwerk Lezen Hoofdstuk 4
Argumentatie

Dinsdag 6 juni 2023

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik - Stappenplan zinsontleding
Terugblik vorige les

Zelfstandig gewerkt aan de opdrachten over: Feiten, meningen en argumenten. 

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het eind van de les weet ik het verschil tussen feiten, meningen en argumenten.

Slide 6 - Tekstslide

Werken aan opdrachten
Lees
De theorie (groene blok) en de opdrachten goed.
Maak
Maak van onderdeel Lezen opdr. 1 t/m 8.
Probeer minimaal 70% te behalen.
Hoe
In de methode voor Nederlands, je mag fluisterend overleggen met je schoudermaatje en vragen stellen aan je docent.
Tijd
Tot de docent het aangeeft.
Klaar?
Laat je werk zien aan de docent.
Huiswerk
Bovenstaande opdrachten.

Slide 7 - Tekstslide

Nu kan ik..
het verschil tussen feiten, meningen en argumenten benoemen en deze vinden in een  tekst.

Reflecteer voor jezelf.
timer
3:00

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

argumenteren
standpunt
betoog
argumenten
iemand overtuigen met taal
mening/opvatting
alle argumenten bij elkaar. 
ondersteunen je standpunt

Slide 10 - Sleepvraag

Je kunt er beter niet aan deelnemen.
De kans is erg klein dat je iets wint bij de Postcodeloterij. 
standpunt
feitelijk argument
waarderend argument

Slide 11 - Sleepvraag

Wat is een feit?
A
Het is lekker weer
B
De zon schijnt
C
Het huis is rood
D
Het huis is groot

Slide 12 - Quizvraag

Standpunt
Standpunt
Argument
Argument
dus
want

Slide 13 - Sleepvraag

Feiten zijn
A
subjectief
B
objectief

Slide 14 - Quizvraag

Fijn weekend!

Slide 15 - Tekstslide