Paragraaf 5.2 Wie steun krijgt, heeft macht

1 / 13

Slide 1: Tekstslide

GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat weten jullie nog van de vorige les
Wat hebben jullie de vorige les geleerd?

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

senaat

(hoogste bestuursmacht)

consuls

(bestuurstaken en legeraanvoerders)

volksvergadering

(geeft advies)

Slide 7 - Sleepvraag

Slide 8 - Tekstslide

Wat zouden oorzaken kunnen zijn dat de Romeinen zoveel succes hadden?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 13 - Open vraag

Paragraaf 5.2 Wie steun krijgt, heeft macht

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Sleepvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Open vraag

Meer lessen zoals deze

5.2 - Wie steun krijgt, heeft macht

Wie steun heeft, krijgt macht.

Het Romeinse Rijk start H1 S1

5.2 Wie Steun krijgt, heeft de macht

3.4 Koningstijd, republiek, keizertijd

§5.2 De Romeinen en hun bestuurders

5.2 Koning-consuls-senaat

§5.2 De Romeinen en hun bestuurders