Absolute & Relatieve armoede 4.6 en 4.7

Basis behoeftes en 
Absolute & relatieve armoede
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Basis behoeftes en 
Absolute & relatieve armoede

Slide 1 - Tekstslide

Deze les leren we
- Wat zijn de basisbehoeftes van een mens
- Wat is armoede (absolute en relatieve armoede) 

Slide 2 - Tekstslide

Planning 
Uitleg 4.6
Video's
Uitleg 4.7 (VWO).

Slide 3 - Tekstslide

Basisbehoeften
De vier basisbehoeften

Slide 4 - Tekstslide

Geen levensbehoeftes? Wat dan?

Slide 5 - Tekstslide

Absolute armoede:
Absolute armoede is een zaak van leven en dood. Absolute armoede houdt in dat je te weinig geld, voedsel en kleding hebt om van te leven, maar eigenlijk te veel hebt om dood te gaan. Dit is leven op het bestaansminimum. Absolute armoede vind je vooral in ontwikkelingslanden.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Samenvatting van het filmpje:

Slide 8 - Open vraag

Relatieve armoede:
Van relatieve armoede is sprake bij een ongelijke verdeling van inkomens. Je bent niet absoluut arm, maar je hebt wel minder dan iemand anders. Je buurman heeft bijvoorbeeld twee auto's en jij alleen een fiets; je buurman gaat op vakantie naar Thailand en jij moet thuisblijven omdat je voor een vakantie geen geld hebt.

Slide 9 - Tekstslide

Welvaartsziektes
Absolute armoede
Overgewicht
Overmatig drinken
Te weinig bewegen
Roken
Geen drinken
Geen dak boven je hoofd

Slide 10 - Sleepvraag

Bekijk bladzijde 205.
Wat zijn de 4 factoren van relatieve armoede?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Video

Welke factoren van relatieve armoede zag je in de video?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Video

Welke factoren van relatieve armoede zag je in de video?

Slide 15 - Open vraag

Zoek een artikel op Google over relatieve armoede, maar een prinsscreen en voeg deze toe:

Slide 16 - Open vraag

Nederland:
In Nederland is iemand arm als hij onder de armoedegrens leeft. 

In Nederland ligt die grens voor een gezin met twee kinderen op 50 euro per dag.
Voor een alleenstaande is dat 30 euro per dag. 

Dat lijkt misschien best veel, maar van dat bedrag moet alles worden betaald: de huur, voedsel, kleding, gas/water/licht, enzovoorts.

Slide 17 - Tekstslide

Ontwikkelingslanden:
Landen waar de gezondheid, het onderwijs en de financiële situatie erg slecht is, noem je ontwikkelingslanden. In deze landen heerst veel armoede. Wist jij dat ontwikkelingslanden ook wel de Derde Wereld worden genoemd?

Er zijn verschillende oorzaken waarom een land arm is en een ontwikkelingsland is. Zo is ruzie in de politiek één van de oorzaken waarom een land in ontwikkeling achterblijft. Conflicten en burgeroorlogen kosten namelijk veel geld en eisen mensenlevens. Daarnaast doen buitenlandse ondernemingen niet snel zaken met landen waar constant ruzie en onrust is.



Slide 18 - Tekstslide

Planning
Havo: 4.6 alle opdrachten maken bladzijde 206 in stilte. 


VWO: Ga naar magister Week 24 en open 4.7


Slide 19 - Tekstslide

Wat zijn de moeilijke woorden die voorgelezen zijn?

Slide 20 - Woordweb

Slide 21 - Tekstslide

Noem 3 landen waar absolute armoede voorkomt en 3 landen waar relatieve armoede voorkomt:

Slide 22 - Open vraag

Zoek een foto op het internet van armoede, maak een prinsscreen en lever deze hier in:

Slide 23 - Open vraag