H5 energie - H5.4 Energie omzetten 21 22

H5 Energie - H5.4 Energie omzetten (les 1)
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

H5 Energie - H5.4 Energie omzetten (les 1)

Slide 1 - Tekstslide

Welke nadelen zijn er aan het gebruik van fossiele brandstoffen?

Slide 2 - Open vraag

Leerdoelen
18. Ik kan uitleggen hoe een conventionele elektriciteitscentrale werkt. 
19. Ik weet op welke duurzame manieren je elektriciteit kunt maken
20. ik kan uitleggen hoe energie omzettingen plaatsvinden. 
21. Ik kan het rendement uit rekenen van elektrische apparaten. 

Slide 3 - Tekstslide

Hoe maak je elektriciteit?

Slide 4 - Open vraag

Energie
Energie kun je niet maken. 

Energie kun je omzetten in een andere vorm van energie. 

Voor het maken van elektrische energie heb je dus een andere vorm van energie nodig.  (warmte, licht, chemische energie of beweging energie) 
Energie
Er zijn 5 vormen van energie: Warmte, Licht (Straling), chemisch, Beweging en elektrisch. 

Energie kun je niet maken, maar je kunt wel energie omzetten in een andere vorm van energie


Slide 5 - Tekstslide

Welke energieomzetting vindt er plaats in een lamp
Chemisch
Elektrisch
Beweging
Straling
Warmte

Slide 6 - Sleepvraag

Welke energieomzetting vindt er plaats in een motorblok
Chemisch
Elektrisch
Beweging
Straling
Warmte

Slide 7 - Sleepvraag

Conventionele elektriciteitscentrale
  •  van Fossiele brandstof wordt  elektriciteit gemaakt

  •  Vinden meerdere energie omzettingen plaats voordat er elektrische energie is. 



Slide 8 - Tekstslide

1
Kolen bevaten chemische energie. Door verbranding wordt chemische energie omgezet in warmte-energie 
3
Door de bewegingsenergie van het stoom gaat het rad draaien. De bewegingsenergie van het rad wordt in de dynamo omgezet in elektrische energie. 
2
De warmte energie zorgt er voor dat water wordt omgezet in stoom. Het stoom krijgt bewegingsenergie. 

Slide 9 - Tekstslide

Duurzame elektriciteit opwekken
Windenergie:

Energieomzetting: 



nadeel: 
Werkt alleen met wind



Zonne-energie: 

Stralingsenergie -> Elektrische energie 



Nadeel: werkt alleen overdag. 
Bewegingsenergieelektrischeenergie
Stralingsenergieelektrischeenergie

Slide 10 - Tekstslide

waterkracht:
Energieomzetting




Nadeel: 

Hoogteverschillen nodig
Duur
Bij langdurige droogte ontstaat een watertekort
impact op natuur. 



Bewegingsenergieelektrischeenergie

Slide 11 - Tekstslide

Is kernenergie ook duurzaam
Ja
Nee

Slide 12 - Poll

Om de klimaatdoelen te halen moet er in Nederland een kerncentrale worden gebouwd
Ja
Nee

Slide 13 - Poll

Kernenergie
Principe is hetzelfde als conventionele elektriciteitscentrale

stralingsenergie (kernenergie) uit uranium verwarmt water 

Water wordt stoom 

Stoom brengt turbine in beweging. 

bewegingsenergie -> elektrische energie. 


Voordeel: geen CO2

nadeel: kernafval

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Aan de slag
Wat: 
Hoe:
Hulp: 
Tijd: 
Resultaat: 
klaar: 

Aan de slag: 
Wat: 2, 3 ,5, 7, 9 , 10 , 11, 14, 15, 16
 
Hoe: zelfstandig / samen met buurman-buurvrouw

Hulp: Boek / Binas / docent

Tijd:  25 min

Resultaat:  inzicht in leerdoelen 

klaar: nakijken van gemaakte opdrachten 5.4. Uitwerken leerdoelen. 

Slide 16 - Tekstslide

lever hier huiswerk van 5.4 in

Slide 17 - Open vraag

H5 Energie - H5.4 Energie omzetten les 2

Slide 18 - Tekstslide

Welke energieomzetting vindt er plaats in een motorblok
Chemisch
Elektrisch
Beweging
Straling
Warmte

Slide 19 - Sleepvraag


Hoeveel energie gebruikt deze lamp

Slide 20 - Open vraag

Welke energieomzetting vinden er plaats in een gloeilamp
Welke energieomzetting vinden er plaats in een gloeilamp?

Slide 21 - Open vraag

Leerdoelen
18. Ik kan uitleggen hoe een conventionele elektriciteitscentrale werkt. 
19. Ik weet op welke duurzame manieren je elektriciteit kunt maken
20. ik kan uitleggen hoe energie omzettingen plaatsvinden. 
21. Ik kan het rendement uit rekenen van elektrische apparaten. 

Slide 22 - Tekstslide

Energie
Energie kun je niet maken. 

Energie kun je omzetten in een andere vorm van energie. 

Voor het maken van elektrische energie heb je dus een andere vorm van energie nodig.  (warmte, licht, chemische energie of beweging energie) 
Energie
Er zijn 5 vormen van energie: Warmte, Licht (Straling), chemisch, Beweging en elektrisch. 

Energie kun je niet maken, maar je kunt wel energie omzetten in een andere vorm van energie


Slide 23 - Tekstslide

Energie omzetting

Slide 24 - Tekstslide

:
Elektrische energie 

  • Het vermogen van elektrische apparaten geeft aan hoeveel elektrische energie een apparaat per seconde nodig heeft. 

  • Elektrisch vermogen wordt aan gegeven in Watt (W) 

  •  Energie wordt gemeten in Joule 

  • 1 W =  1 J/s 



Slide 25 - Tekstslide

Hoeveel Joule per seconde gebruikt een gloeilamp van 100 w
A
1
B
10
C
100
D
1000

Slide 26 - Quizvraag

Een gloeilamp heeft een rendement van 10 %. Wat betekend dit?

Slide 27 - Open vraag

Welke energieomzetting vindt er plaats in een lamp
Chemisch
Elektrisch
Beweging
Straling
Warmte

Slide 28 - Sleepvraag

Elektrische energie 
(opgenomen)
licht (Nuttig)
Warmte (ongewenst)
100 W
10 W
90 W

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Voorbeeld
Een gloeilamp neemt 100 W aan energie op. Hiervan wordt 10 W omgezet in licht en de rest gaat verloren aan warmte. Bereken het rendement van de gloeilamp. 

Gegeven: Pnuttig = 10 W.  Ptotaal = 100 W
Gevraagd: Rendement
Formule: n = Enuttig : Etotaal x 100 %
Berekening n = 10 : 100  x 100 = 10 %
Antwoord: Het rendement van de gloeilamp is 10%

Slide 31 - Tekstslide

Een Tl buis neemt 80 W aan energie op. Hiervan wordt 16 W omgezet in licht. Bereken het rendement van de tl buis. (geef alleen het getal + eenheid)

Slide 32 - Open vraag

Gegeven: Enuttig = 16 W Etotaal = 80
Gevraagd : Rendement
Formule : Enuttig : Etotaal x 100 %
Berekening: 16 : 80 x 100% = 20 %
Antwoord: Het rendement van de tl buis is 20 %

Slide 33 - Tekstslide

Aan de slag
Wat: 
Hoe:
Hulp: 
Tijd: 
Resultaat: 
klaar: 

Aan de slag: 
Wat: 17,19,20,21,23,25,26,27,28,29,30,32
 
Hoe: zelfstandig / samen met buurman-buurvrouw

Hulp: Boek / Binas / docent

Tijd:  25 min

Resultaat:  inzicht in leerdoelen 

klaar: nakijken van gemaakte opdrachten 5.4. Uitwerken leerdoelen. 

Slide 34 - Tekstslide