vragen par 2.4
De kern van een atoom bestaat uit......
A
protonen
B
neutronen
C
protonen en elektronen
D
protonen en neutronen
1 / 19
Onderdelen in deze les
De kern van een atoom bestaat uit......
A
protonen
B
neutronen
C
protonen en elektronen
D
protonen en neutronen
Slide 1 - Quizvraag
Massagetal =
A
aantal protonen
B
aantal neutronen
C
aantal protonen - aantal elektronen
D
aantal protonen + aantal neutronen
Slide 2 - Quizvraag
Een atoom heeft een massa van 9,0 u. Het atoom heeft 5 neutronen. Hoeveel protonen zijn aanwezig?
A
14 protonen
B
5 protonen
C
4 protonen
D
45 protonen
Slide 3 - Quizvraag
Koolstof heeft:
A
6 protonen
12 neutronen
6 elektronen
B
12 protonen
6 neutronen
12 elektronen
C
12 protonen
6 neutronen
6 elektronen
D
6 protonen
6 neutronen
6 elektronen
Slide 4 - Quizvraag
Zilver heeft:
A
47 neutronen
61 protonen
47 elektronen
B
61 neutronen
47 protonen
47 elektronen
C
107 neutronen
61 protonen
47 elektronen
D
108 neutronen
47 protonen
47 elektronen
Slide 5 - Quizvraag
Isotopen verschillen van elkaar in ...
A
Aantal protonen
B
Aantal elektronen
C
Aantal protonen en elektronen
D
Aantal neutronen
Slide 6 - Quizvraag
Isotopen hebben allemaal hetzelfde atoomnummer
A
Waar
B
Niet Waar
Slide 7 - Quizvraag
Hiernaast staan drie kernen van verschillende atomen.
Welke van de afgebeelde kernen
zijn isotopen?
Welke van de afgebeelde kernen
zijn isotopen?
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Wat is het atoomnummer van Calcium? (gebruik je periodiek systeem)
A
19
B
20
C
39
D
40
Slide 17 - Quizvraag
Wat is het atoomnummer van Koolstof? (gebruik je periodiek systeem)
A
6
B
8
C
10
D
12
