wk 50: 2021 2022

LES 1
timer
10:00
Herhaling samentrekkingen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

LES 1
timer
10:00
Herhaling samentrekkingen

Slide 1 - Tekstslide

Tekstbegrip
  • Door middel van een kleine kennisquiz word je voorbereid op het tekstonderwerp.
  • Je maakt een oefentoets bij de tekst. 
  • Je zoekt na het lezen op internet een tekst over hetzelfde onderwerp en kunt vertellen waar die over gaat. 

Slide 2 - Tekstslide

Tijdens de race op zondag 5 december 2021 werd Max 3e.
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Max reed al in de Formule 1 voordat hij een rijbewijs voor op de weg had.
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quizvraag

In 2015 behaalde Max in dienst van Red Bull Racing zijn eerste podiumplaats in een GP.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Tijdens het lezen
Lees de tekst intensief en beantwoord de vragen die je erbij hebt gekregen. Dit is een oefentoets en je kunt uitrekenen wat je cijfer globaal op dit moment zou zijn.

Slide 6 - Tekstslide

Na het lezen

Ga op zoek naar een tekst over hetzelfde onderwerp. Lees die tekst goed door en maak eventueel voor jezelf kort een aantekening van wat je hebt gelezen. Enkele leerlingen wordt gevraagd te vertellen wat ze hebben gelezen. 

Slide 7 - Tekstslide

Spelling
  • Je weet hoe je delen van een zin kunt samentrekken. (Bij de start van de les mee geoefend)
  • Je weet wanneer je de apostrof gebruikt.  
  • Je gaat oefenen met alle leerstof van spelling blok 4. 

Slide 8 - Tekstslide

Spelling blok 4
In dit blok heb je de volgende onderdelen geleerd:
  1. tussenletter in samenstellingen
  2. samentrekking
  3. apostrof

Maak voor een klasgenoot een oefentoets met deze 3 onderdelen. Gebruik desnoods je methode voor voorbeeldopdrachten. Ontwerp ook een antwoordblad met puntentelling.
Voor deze opdracht krijg je papier van je docent

Slide 9 - Tekstslide

LES 2
timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Tekstbegrip
  • We herhalen nog even waar de tekst uit de vorige les over ging.
  • De inhoud van de tekst uit de vorige les ga je gestructureerd weergeven in een tijdlijn.
  • Bij deze tekst maak je een collage die weergeeft wat er in de tekst te lezen valt. 

Slide 11 - Tekstslide

Voor het lezen

Wat weet je nog over de tekst die we de vorige les hebben gelezen? 

Slide 12 - Tekstslide

Tijdens het lezen

In de tekst worden verschillende jaartallen en gebeurtenissen genoemd. Zet deze overzichtelijk op een rij in een tijdlijn. 

Slide 13 - Tekstslide

Na het lezen

Zoek afbeeldingen op internet en foto's en maak een collage die verbeeldt waar de tekst over gaat. 

Slide 14 - Tekstslide

Spelling
  • Je weet het verschil tussen de directe en indirecte rede
  • Je weet hoe je met leestekens de directe rede aangeeft.

Slide 15 - Tekstslide

Directe en indirecte rede
In de directe rede schrijf je woord voor woord op wat iemand zegt. Dat noem je een citaat. Je geeft een citaat altijd weer tussen aanhalingstekens.
Voorbeeld: Mees zei: 'Ik voel me niet zo lekker.'
!Of je 1 of 2 aanhalingstekens gebruik is niet zo erg, wel moet je hier consequent in zijn: dus of 1 of 2 aanhalingstekens telkens gebruiken. 

Bij de indirecte rede geef je iemands woorden niet letterlijk weer en gebruik je geen aanhalingstekens. 
Voorbeeld: Mees zei dat hij zich niet zo lekker voelde. 

Slide 16 - Tekstslide

Bij de directe rede staat een citaat vaak achter elkaar:
'Ik voel me niet zo lekker', zei Max.
Max zei: 'Ik voel me niet zo lekker.'

Het citaat kan ook onderbroken worden:

'Gisteren', zei Max, 'voelde ik me niet zo lekker.'

Slide 17 - Tekstslide

Individuele opdracht
Zoek in je leesboek:

1. Twee voorbeelden van directe citaten.
2. Twee voorbeelden van indirecte citaten.
3. Eén voorbeeld van een citaat dat wordt onderbroken. 

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht maken
Bij de volgende opdracht mag je overleggen in tweetallen. 

vwo: blz. 242 opdracht 2
hv: blz. 227 opdracht 2.

zin 1 t/m 3: 2 zinnen uitkiezen.
zin 4 t/m 7: 2 zinnen uitkiezen.
zin 8 t/m 10: 2 zinnen uitkiezen. 

Slide 19 - Tekstslide