Bijwoorden van frequentie
Het bijwoord staat
voor het
hoofdwerkwoord in de zin (behalve bij to be):
- I never liked that boy.
Het bijwoord zet je achter het werkwoord to be:
- She is always happy to see her dog again.
Hij bijwoorden staat tussen het hulpwerkwoord & werkwoord
- They would hardly ever be that rude to him.