M2 NE paragraaf 4.9, 5.1 en 5.2

M2 paragraaf 4.9, 5.1 en 5.2
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

M2 paragraaf 4.9, 5.1 en 5.2

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je weet welke vormen van reclame er zijn;
  2. je weet hoe reclame werkt;
  3. je weet op welke manieren je beïnvloed wordt door reclame;
  4. Je kent alle literaire begrippen van fictie en gedicht hst 1 t/m 4;
  5. je weet wat een boekverfilming is;
  6. je weet wat een filmscript is;
  7. je weet wat een beeldgedicht is;
  8. je kan een boek van Maren Stoffels deze week lenen.

Slide 2 - Tekstslide

Week 10
M. Paragraaf 4.9 opdracht 4, 5 en 6
M. Paragraaf 5.1 opdracht 6
M. Paragraaf 5.2 opdracht 4
Boek van Maren Stoffels lenen en lezen

Slide 3 - Tekstslide

Planning
  • Les 1: uitleg paragraaf 4.9 
  • les 2:  uitleg paragraaf 5.1 + 5.2 zelfstandig werken (opdr. 1 t/m 13
  • Les 3:  Formatieve toets woordsoorten socrative + leesboek lezen 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Wat weet je al?

Slide 6 - Tekstslide

Stel, je gaat een nieuw mobieltje kopen. Door wie of wat laat jij je leiden in je keuzes?

Slide 7 - Open vraag

Ik let heel erg op wat vloggers kopen, dragen en eten.
A
past heel erg bij mij
B
past helemaal niet bij mij
C
past een beetje bij mij

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Waarom wordt er reclame gemaakt?
A
Reclame wordt gemaakt om mensen aan te sporen om producten te kopen,.
B
Reclame wordt gemaakt om winst te maken.
C
Reclame wordt gemaakt om naamsbekendheid te krijgen
D
Reclame wordt gemaakt om mensen aan te sporen om producten of diensten te kopen, zodat bedrijven meer winst kunnen maken.

Slide 10 - Quizvraag

Heb je weleens sluikreclame voorbij zien komen?
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quizvraag

Door welk soort reclame word jij vooral beïnvloed?
A
advertenties
B
reclamefilmpjes
C
sluikreclame

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Video

Welke informatie in het filmpje verraste jou het meest?

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Tekstslide

Merk je sluikreclame ook op als je naar vlogs kijk?
A
ja
B
soms
C
nee

Slide 16 - Quizvraag

Er wordt te veel reclame gemaakt voor en door jongeren.
A
mee eens
B
mee oneens
C
twijfel

Slide 17 - Quizvraag

Door alle sluikreclame kunnen jongeren niet meer zelf bepalen wat ze leuk vinden om te kopen
A
mee eens
B
mee oneens
C
twijfel

Slide 18 - Quizvraag

Het is belachelijk dat vloggers op deze manier geld verdienen.
A
mee eens
B
mee oneens
C
twijfel

Slide 19 - Quizvraag

Het is goed mogelijk je te beschermen tegen reclames, zodat je er niet door beïnvloed wordt.
A
mee eens
B
mee oneens
C
twijfel

Slide 20 - Quizvraag

Les 2: M2 paragraaf 4.9, 5.1 en 5.2

Slide 21 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. Je weet welke vormen van reclame er zijn;
  2. je weet hoe reclame werkt;
  3. je weet op welke manieren je beïnvloed wordt door reclame;
  4. Je kent alle literaire begrippen van fictie en gedicht hst 1 t/m 4;
  5. je weet wat een boekverfilming is;
  6. je weet wat een filmscript is;
  7. je weet wat een beeldgedicht is;
  8. je kan een boek van Maren Stoffels deze week lenen.

Slide 22 - Tekstslide

Week 10
M. Paragraaf 4.9 opdracht 4, 5 en 6
M. Paragraaf 5.1 opdracht 6
M. Paragraaf 5.2 opdracht 4
Boek van Maren Stoffels lenen

Slide 23 - Tekstslide

Planning
  • Les 1: uitleg paragraaf 4.9 
  • les 2:  uitleg paragraaf 5.1 + 5.2 zelfstandig werken (opdr. 1 t/m 13
  • Les 3:  Formatieve toets woordsoorten socrative + leesboek lezen 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Wat weet je al?

Slide 26 - Tekstslide

Wat heb je
tot nu toe
over fictie geleerd?

Slide 27 - Woordweb

Slide 28 - Tekstslide

Waarom kan in een boekverfilming bijna nooit een heel boek worden naverteld?

Slide 29 - Open vraag

Waarom is een script belangrijk bij het maken van een boekverfilming?

Slide 30 - Open vraag

Slide 31 - Tekstslide

Wat zijn
de kenmerken
van een gedicht?

Slide 32 - Woordweb

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Hoe zie je dat 'Oversteken' een beeldgedicht is?

Slide 36 - Open vraag

Vind je dat de vorm en de inhoud van dit gedicht een geheel zijn?
A
ja
B
nee

Slide 37 - Quizvraag

Op een echt zebrapad steek je over met je voeten. Waarmee steek je over bij het lezen van dit gedicht?

Slide 38 - Open vraag

Waar sta je nu?
Woordsoorten hst 1 t/m 4

Ga naar: 
www.socrative.com
Room name:
KS17ZXPA

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Link

Slide 41 - Link

Week 10
M. Paragraaf 4.9 opdracht 4, 5 en 6
M. Paragraaf 5.1 opdracht 6
M. Paragraaf 5.2 opdracht 4
Boek van Maren Stoffels lenen en lezen

Slide 42 - Tekstslide