5.1 Fictie les 2 2KGT 2E

  • Pak je leesboek en ga rustig lezen
  • Etui op tafel
  • Ipad en werkboek op de hoek van je tafel
5.1 Fictie
timer
10:00
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 35 min

Onderdelen in deze les

  • Pak je leesboek en ga rustig lezen
  • Etui op tafel
  • Ipad en werkboek op de hoek van je tafel
5.1 Fictie
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

  • Lezen
  • Huiswerk bespreken blz. 94-96
  • Beeldgedicht
5.1 Fictie
timer
10:00
Vandaag

Slide 2 - Tekstslide

  • Maken opdracht 2 en 3 blz. 94
5.1 Fictie 2F
Zelfstandig werken
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

  • opdracht 2 en 3 blz. 94
5.1 Fictie 2F
Bespreken antwoorden

Slide 4 - Tekstslide

  • Werken / afronden beeldgedicht 
5.1 Fictie 2F
Zelfstandig werken

Slide 5 - Tekstslide

  • wat een boekverfilming is
  • wat een filmscript is


5.1 Fictie
In deze paragraaf leer je:

Slide 6 - Tekstslide

  • Soms wordt van het verhaal van een boek een film gemaakt. Maar in een boekverfilming kan bijna nooit het hele boek worden naverteld. 
  • Een filmmaker moet dan keuzes maken. Sommige delen uit het boek komen daardoor wel in de film en andere niet.
    Een filmmaker kan er ook iets bij verzinnen om de film spannender of interessanter te maken.
5.2 Gedicht
Leertekst: Boekverfilming blz. 97

Slide 7 - Tekstslide

  • Een filmscript is dus belangrijk voor alle mensen die
     meewerken aan de film, zoals de cameramensen of de
     mensen die zorgen voor de decors en de kleding
  • De regisseur is de belangrijkste persoon bij het maken van een film, want hij bepaalt hoe het script wordt uitgevoerd. Als het nodig is, past hij het filmscript aan 
5.2 Gedicht
Leertekst: Boekverfilming blz. 97

Slide 8 - Tekstslide

  • Maken opdracht 6 blz. 97
  • Werken / afronden beeldgedicht 
5.1 Fictie 2F
Zelfstandig werken

Slide 9 - Tekstslide

  • Een gedicht kun je herkennen aan de vorm:
     korte regels in groepjes, met veel wit eromheen.
     Meestal zegt die vorm niets over het onderwerp
     van het gedicht.
  • Bij een beeldgedicht laat de vorm juist wel het
    onderwerp zien.
    Een beeldgedicht is een combinatie van tekst en beeld.
5.2 Gedicht
Leertekst: Beeldgedicht blz. 106

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

  • Maken opdracht 6 blz. 97
  • Werken / afronden beeldgedicht 
5.1 Fictie 2F
Zelfstandig werken

Slide 13 - Tekstslide

  • Lezen tekst 1 blz. 92 
  • Maken opdracht 2 en 3
5.1 Fictie
timer
10:00
Zelfstandig werken

Slide 14 - Tekstslide

  • Lezen tekst 2 blz. 95 
  • Maken opdracht 4
5.1 Fictie
timer
10:00
Zelfstandig werken

Slide 15 - Tekstslide

  • Bespreken opdracht 4
  • Maak samen opdracht 5
5.1 Fictie
timer
10:00
Zelfstandig werken

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

  • Een filmmaker gebruikt voor het maken van een film een
     script. Het wordt geschreven door een scriptschrijver
  • In het filmscript staan allerlei aanwijzingen.
     Bijvoorbeeld:
    • alle teksten die de acteurs moeten zeggen
    • waar een gebeurtenis zich afspeelt
    • wat er precies te zien is.
5.2 Gedicht
Leertekst: Boekverfilming blz. 97

Slide 18 - Tekstslide