Detail Keuzevak O3

Logistiek
Detail
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
DetailPraktijkonderwijsVoortgezet speciaal onderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Logistiek
Detail

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Detail 
Detailhandel is de verkoop van goederen. 
Detailwinkels vind je in het centrum van de stad of het dorp. 

De winkels verkopen artikelen  die je kunt eten (food) en artikelen die je niet eet (non-Food).

Voorbeelden van non-food zijn; 
tijdschriften,  parfum en schoenen.


Slide 3 - Tekstslide

Detail
Woordweb

Slide 4 - Woordweb

Retail
Retailhandel is zowel de verkoop van fysieke producten (food  en non-food)  als de verkoop van diensten

Een dienst is een taak die je voor iemand doet.
Bijvoorbeeld de  kapper. Kappers knippen je haar en dat is een dienst. Hier krijgen ze geld voor. 

Wie weet er nog meer diensten?

Slide 5 - Tekstslide

Groothandel
Koopt een winkeleigenaar producten voor zijn eigen zaak? Dan valt dat niet onder de detailhandel. Dat heet  groothandel. 

De winkeleigenaar van de detailwinkel koopt een lading producten  met als doel om het weer door te verkopen. 
  
De  klanten van een groothandel zijn  eigenaren van een detailwinkel.
 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Als ik winkel, dan doe ik dat ...
alleen maar fysiek
zowel fysiek als online
alleen maar online

Slide 8 - Poll

Hoe betaal jij in de winkel?

Slide 9 - Poll

Ik zou wel in een winkel willen werken.
Ja! Lijkt me leuk.
Ja! Ik werk al in een winkel.
Misschien
Nee. Ik wil niet in een winkel werken.

Slide 10 - Poll

Stel je voor;
Je werkt in een winkel. Wat zou je het liefste doen?
Achter de kassa
Vakken vullen
Iets anders

Slide 11 - Poll

Begrippen
Handel                           - verkopen met winst.
Detail                              - Handel in het klein, verkoop kleine aantallen. 1 fles cola
Food artikelen            - artikelen die je kunt eten.
Non-food artikelen  - artikelen die je niet eet.
Retail                              - Handel van fysieke producten en diensten.
Fysieke producten   -  producten die je kan vastpakken.
Diensten                       - een taak die iemand voor jou doet tegen betaling.
Groothandel                - Handelen in het groot.   Six pack cola



Slide 12 - Tekstslide

bedankt voor de aandacht
Bedankt voor jullie aandacht!!

Slide 13 - Tekstslide