H4.5 deel les 10

waarnemen en reageren

H4.5    Reageren


1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

waarnemen en reageren

H4.5    Reageren


Slide 1 - Tekstslide

Welkom
  • terugblik vorige les
  • Uitleg 4.5   
  • huiswerk volgende les

Slide 2 - Tekstslide

terugblik vorige les
leren H4.4 (blz 48-51)
maken opg 20, 21, 22, 24 t/m 28  


Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
  • weten langs welke weg impulsen in de hersenen komen
  • weten langs welke weg impulsen gaan tijdens bewuste bewegingen
  • weten langs welke weg impulsen gaan tijdens onbewuste bewegingen
  • weten welke soorten reflexen er zijn

Slide 4 - Tekstslide

Hoe komen impulsen van zintuigcellen in de hersenen?
  1. Zintuigcel zet prikkel om in impuls.
  2. Impuls gaat langs gevoelszenuw naar het ruggenmerg.
  3. Impuls wordt overgegeven van gevoelszenuw naar schakelzenuwcel.
  4. via schakelzenuwcellen komt impuls in hersenen, bewustwording

Slide 5 - Tekstslide

Weg impulsen bewuste beweging

Informatie van prikkels die in je hersenen aankomen worden razendsnel verwerkt. 
Na bewustwording ontstaat een reactie. Reactie op uitwendigde prikkels is vaak een beweging.
Bewegingen uit de grote hersenen heten bewuste bewegingen.

Slide 6 - Tekstslide

Weg impulsen bewuste beweging
  1. Gevoelszenuwcellen geleiden impulsen naar het ruggenmerg. 
  2. Via schakelzenuwcellen komen impulsen in de hersenen (bewustwording).
  3. Hersenen sturen impulsen via schakelzenuwcellen naar bewegingszenuwcellen. 
  4. Begwegingszenuwcellen geleiden impulsen naar de spieren voor beweging.

Slide 7 - Tekstslide

beweging waar hersenen buitenspel staan
Reactie lichaam om beschadiging te voorkomen moet snel zijn. 
Bewegingen zonder dat je daarbij de hersenen gebruikt noemen we onbewuste bewegingen  of reflex

Slide 8 - Tekstslide

Weg impulsen onbewuste beweging
  1. Gevoelszenuwcellen geleiden impulsen naar het ruggenmerg. 
  2. Via schakelzenuwcellen gaan impulsen naar bewegingszenuwcellen. 
  3. Bewegingszenuwcellen geleiden impulsen naar de spieren voor beweging.

Reflex zorgt voor bescherming. 
Bij reflex volgt impuls kortste route. Er gaan tegelijkertijd ook impulsen naar de hersenen. Duurt langer. Besef/pijn komt later.

Slide 9 - Tekstslide

soorten reflexen
Veel soorten reflexen, bijvoorbeeld
  1. Terugtrek-reflex: reactie volgt op prikkel pijn
  2. kniepeesreflex: zorgt voor evenwicht/balans
  3. pupilreflex: beschermt tegen fel licht
  4. niesreflex: beschermt luchtwegen

Slide 10 - Tekstslide

Zenuwcellen die in je ruggenmerg impulsen doorgeven heten:
A
bewegingszenuwcellen
B
schakelzenuwcellen
C
gevoelszenuwencellen

Slide 11 - Quizvraag

Zenuwcellen die naar de spieren lopen heten:
A
bewegingszenuwcellen
B
schakelzenuwcellen
C
gevoelszenuwencellen

Slide 12 - Quizvraag

Piet wast zijn handen. In de tekening zie je delen van zijn zenuwstelsel.
Wat is de naam van onderdeel 2?

A
bewegingszenuwcel
B
schakelzenuwcel
C
gevoelszenuwencel

Slide 13 - Quizvraag

Piet wast zijn handen. In de tekening zie je delen van zijn zenuwstelsel.
Wat is de naam van onderdeel 3?

A
bewegingszenuwcel
B
schakelzenuwcel
C
gevoelszenuwencel

Slide 14 - Quizvraag

Piet wast zijn handen. In de tekening zie je delen van zijn zenuwstelsel.
Wat is de naam van onderdeel 7?

A
bewegingszenuwcel
B
schakelzenuwcel
C
gevoelszenuwencel

Slide 15 - Quizvraag

In de tekening zie je het ruggenmerg van binnen.
in het ruggenmerg vind je vooral:

A
schakel - en bewegingszenuwcellen
B
schakelzenuwcellen
C
schakel- en gevoelszenuwencellen

Slide 16 - Quizvraag


Wat is de naam van onderdeel 1?

A
ruggenmerg
B
schakelzenuwcel
C
gevoelszenuwencel
D
bewegingszenuwcel

Slide 17 - Quizvraag


Wat is de naam van onderdeel 2?

A
ruggenmerg
B
schakelzenuwcel
C
gevoelszenuwencel
D
bewegingszenuwcel

Slide 18 - Quizvraag


Wat is de naam van onderdeel 3?

A
ruggenmerg
B
schakelzenuwcel
C
gevoelszenuwencel
D
bewegingszenuwcel

Slide 19 - Quizvraag


Wat is de naam van onderdeel 4?

A
ruggenmerg
B
schakelzenuwcel
C
gevoelszenuwencel
D
bewegingszenuwcel

Slide 20 - Quizvraag

In de tekening zie je het ruggenmerg van binnen.
in het ruggenmerg vind je vooral:

Je schopt tegen de bal
A
bewuste beweging
B
onbewuste beweging

Slide 21 - Quizvraag

In de tekening zie je het ruggenmerg van binnen.
in het ruggenmerg vind je vooral:

Je knippert met je ogen
A
bewuste beweging
B
onbewuste beweging

Slide 22 - Quizvraag

In de tekening zie je het ruggenmerg van binnen.
in het ruggenmerg vind je vooral:

Je hoest na verslikken
A
bewuste beweging
B
onbewuste beweging

Slide 23 - Quizvraag

In de tekening zie je het ruggenmerg van binnen.
in het ruggenmerg vind je vooral:

Je stapt in een punaise en tilt je voet op
A
bewuste beweging
B
onbewuste beweging

Slide 24 - Quizvraag

In de tekening zie je het ruggenmerg van binnen.
in het ruggenmerg vind je vooral:

Je wilt je veter vastmaken en tilt je voet op
A
bewuste beweging
B
onbewuste beweging

Slide 25 - Quizvraag

Leerdoelen gehaald?
  • weten langs welke weg impulsen in de hersenen komen
  • weten langs welke weg impulsen gaan tijdens bewuste bewegingen
  • weten langs welke weg impulsen gaan tijdens onbewuste bewegingen
  • weten welke soorten reflexen er zijn

Slide 26 - Tekstslide

Huiswerk
  • leren H4.5 (blz 55-63)
  • maken ( blz  55 - 62 ) opg 3, 4, 7 t/m 14, 17, 21

Slide 27 - Tekstslide