In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Profieloriëntatie D&P
Les 5 - Commercieel handelen
Slide 1 - Tekstslide
Waar denk jij aan bij commercieel handelen?
This is a mind map.
Slide 2 - Woordweb
Dit gaan we behandelen deze les
Vandaag gaan we het hebben over:
Wat is commercieel handelen
Ben jij commercieel?
Promotie
Rekenen
Slide 3 - Tekstslide
Wat is commercieel handelen
Commercieel handelen betekent dat je activiteiten onderneemt met als doel winst te maken.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Heb jij wel eens commercieel gehandeld?
This is a question.
Slide 6 - Open vraag
Type hier een titel
Ben jij commercieel?
Om commercieel te handelen moet je best het een en ander kunnen en weten:
Goed kunnen luisteren naar een klant
Goede vragen kunnen stellen
Vriendelijk en klantgericht zijn
Vooruit kunnen denken
Kunnen rekenen
Slide 7 - Tekstslide
Om goed commercieel te kunnen handelen, moet ik hier nog in groeien.
This is a question.
Slide 8 - Open vraag
Wat is geen kenmerk van commercieel handelen?
This is a quiz question.
Don't forget to tick a correct answer.
A
Niet bekend zijn met je eigen product/assortiment
B
Goede vragen kunnen stellen
C
Vooruit kunnen denken
D
Goed kunnen rekenen
Slide 9 - Quizvraag
Type hier een titel
Promotie
Het promoten van een product betekent dat je verschillende acties onderneemt om ervoor te zorgen dat mensen weten dat je product bestaat, begrijpen wat het is, en het willen kopen.
Je kunt op verschillende manieren een product promoten. Voorbeelden hiervan zijn: reclame, sociale media, evenementen, samenwerken met influencers
Slide 10 - Tekstslide
Heb jij door promotie wel eens een product gekocht? Zo ja, wat?
This is a question.
Slide 11 - Open vraag
Type hier een titel
Rekenen
Goed kunnen rekenen is belangrijk bij commercieel handelen. Zo moet je snel kunnen:
Uitrekenen wat verdiensten zijn
Je moet ook maten en gewichten kennen.
Je moet prijzen bepalen
Je moet budgetteren
Slide 12 - Tekstslide
We gaan even oefenen.
Bereken de volgende opgaven.
30% van 6.650 is
This is a quiz question.
Don't forget to tick a correct answer.
A
1895
B
1995
C
2095
D
2195
Slide 13 - Quizvraag
Type hier een titel
Rekenen
Een kleine bakkerij verkoopt verschillende soorten brood en gebak. In een maand heeft de bakkerij de volgende inkomsten en uitgaven: