Steunweefsel

Wanneer noem je iets een weefsel?
1 / 18
volgende
Slide 1: Open vraag
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Wanneer noem je iets een weefsel?

Slide 1 - Open vraag

Wat is kenmerkend voor steunweefsel?
A
de matrix (celtussenstof)
B
cellen liggen dicht tegen elkaar
C
belangrijkste functie is bescherming
D
belangrijkste functie is steun

Slide 2 - Quizvraag

Welke types steunweefsel zijn er?

Slide 3 - Open vraag

Waaruit bestaat de matrix van bindweefsel?
A
Doorschijnend en kraakbeenlijm (chrondine) aanwezig
B
Heldere, gelachtige vezels, bestaan uit eiwit
C
Kalkzouten
D
Plasma

Slide 4 - Quizvraag

Welke drie typen vezels kunnen de matrix vormen?

Slide 5 - Open vraag

Collagene vezels
Elastische vezels
Reticulaire vezels
Lang, onvertakt en niet-rekbaar
Kort en onvertakt
Bepalen de lichaamsvorm
Vormen een netwerk
Lang, vertakt en rekbaar
Veren terug

Slide 6 - Sleepvraag

Waar of niet waar?
Straf bindweefsel bevat veel collagene vezels en vangt/stuurt trekkrachten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Elastisch bindweefsel bevindt zich in:
A
het hersenvlies
B
de pezen
C
het beenmerg
D
de slagaders

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de eigenschap van losmazig bindweefsel?
A
Het zwelt op
B
Het vangt trekkrachten op
C
Het neemt stoffen op
D
Het is vervormbaar

Slide 9 - Quizvraag

Welke functies heeft vetweefsel?

Slide 10 - Open vraag

De matrix van kraakbeenweefsel is doorschijnend en bestaat uit kraakbeenlijm. Wat is de andere naam voor kraakbeenlijm?

Slide 11 - Open vraag

De 3 typen kraakbeenweefsel
Hyalien kraakbeen
Elastisch kraakbeen
Vezelig kraakbeen
Ribben, borstbeen
trekvast, drukbestendig
vervormbaar
tussenwervelschijven, schaambeen
oorschelpen en neus
schokken opvangen

Slide 12 - Sleepvraag

Waardoor heeft botweefsel een harde structuur?

Slide 13 - Open vraag

Wat is een functie van botweefsel?
A
Opslagplaats voor calcium
B
Bescherming
C
Steun en stevigheid
D
Transport

Slide 14 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Aan de buitenkant van de botten bevindt zich vooral compact botweefsel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Waaruit bestaat de matrix van bloed?

Slide 16 - Open vraag

Rode bloedcellen
Witte bloedcellen
Bloedplaatjes
Trombocyten
bloedstolling
Erytrocyten
zuurstof transport
Leukocyten
afweer

Slide 17 - Sleepvraag

Wat is de voornaamste functie van de bloed- en lymfevaten?
A
Bescherming
B
Uitscheiding
C
Transport
D
Steun

Slide 18 - Quizvraag