present perfect

Goodmorning
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Goodmorning

Slide 1 - Tekstslide

What are we going to do today?
  • Aan het einde van de les weet je wanneer je de present perfect moet gebruiken.
  • aan het einde van de les weet je hoe je de present perfect moet gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

what do you know about the present perfect?

Slide 3 - Woordweb

Wanneer gebruik je de present perfect?
  • Als je wilt zeggen dat iets in het verleden begonnen is en nog steeds doorgaat. In de zin staat dan vaak: since, for, in. (ever, never, always)

I've been here since ten O'clock.
Dominic has waited for hours.
We haven't seen you in weeks. 

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer gebruik je de present perfect?
  • Als je wilt zeggen dat iets is gebeurd en het niet belangrijk is wanneer.

We have finished all our work.
She has given me a really good idea.

Slide 5 - Tekstslide

Maar hoe maak je nou de present perfect?
A
persoonlijk voornaamwoord + bijvoegelijk naamwoord
B
voorzetsel + he/she/it
C
have/has + voltooid deelwoord(+ed)
D
naam van je buurman/vrouw + tomaat

Slide 6 - Quizvraag

Hoe maak je de present perfect?
Je maakt de present perfect met have/has + voltooid deelwoord. Het voltooid deelwoord eindigt op -ed.

Onregelmatige werkwoorden 
hebben hun eigen vorm. 
Deze moet je LEREN!

Slide 7 - Tekstslide

Hoe maak je de present perfect?
  • Have / has + voltooid deelwoord

  • I have lived here for ten years.

  • She has known him since 2011.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is dan het voltooid deelwoord?
er zijn 2 verschillende         regelmatige werkwoorden 
                                                           
                                                  onregelmatige werkwoorden
1
2

Slide 9 - Tekstslide

           
             regelmatige werkwoorden       
1
werkwoord + -ed
play - played
walk - walked
work - worked
want - wanted

Slide 10 - Tekstslide

           
             onregelmatige werkwoorden

2
Het derde woord uit de rijtjes 
To do - did - done
to fly - flew - flown
to fight - fought - fought

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

He ......................... ( play)


A
have played
B
has played

Slide 14 - Quizvraag

I ........................(work) very hard.
A
has worked
B
have worked

Slide 15 - Quizvraag

which sentence uses the present perfect?
A
She has a cat.
B
She has had her cat for 9 years.

Slide 16 - Quizvraag

which sentence uses the present perfect?
A
I lived in Amsterdam.
B
I have lived in Amsterdam since I was 18.

Slide 17 - Quizvraag

Helen .............. ........................ here for 7 years.
A
have live
B
has lived
C
has live
D
have lived

Slide 18 - Quizvraag

You.......................(walk) to Germany
A
Has walked
B
Have walked
C
Has walk
D
Have to walk

Slide 19 - Quizvraag

Hoe vorm je de Present Perfect?
A
stam + ED
B
met het derde rijtje van de irregular verbs
C
stam + S bij he / she / it
D
met has / have + voltooid deelwoord

Slide 20 - Quizvraag

Which sentence is the present perfect?
A
I bought a dog
B
I have bought a dog
C
I buy a dog
D
I am buying a dog

Slide 21 - Quizvraag

Which sentence is the present perfect?
A
He lives here for ten years
B
He lived here for ten years
C
He has lived here for ten years
D
He is living here for ten years

Slide 22 - Quizvraag

Welke zin staat in de Present Perfect?
A
She goes home at 8 o'clock.
B
He fell off his bike.
C
She has caught ten balls so far.
D
They worked all day yesterday.

Slide 23 - Quizvraag

Welke zin staat in de Present Perfect?
A
I love to cycle to school.
B
We often go to church.
C
They have not talked to him yet.
D
I didn't hear him come in.

Slide 24 - Quizvraag

Write down a sentence with the present perfect

Slide 25 - Open vraag

Gaat dit goedkomen?
A
Nee meneer, ik ga echt hard falen
B
Ik hoop dat het goedkomt maar mijn vertrouwen is laag
C
Ik ben blij als ik een 5,5 heb.
D
Meneer, ik ga dit echt ownen! easy stuff!

Slide 26 - Quizvraag