Meer dan lezen paragraaf 4 Tekstverbanden en Signaalwoorden

Welkom!

Op tafel ligt
Boek Nieuw Nederlands blz. 23
Schrift en pen


Op computer staat geopend
Nieuw Nederlands klascodes 2A 90394
                                                2B 46878
                                                2C 95376
                                                1B 05702

Lessonup klascodes 2A: osmin
                                   2B: qiqtm
                                   2C: nhhfe
                                   1B: utari

Aan je eigen tafel zitten  


Meer dan lezen paragraaf 4. Tekstverbanden en signaalwoorden.

Je leert tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden.


Je zit aan je computer klaar
Voorbereiding
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Op tafel ligt
Boek Nieuw Nederlands blz. 23
Schrift en pen


Op computer staat geopend
Nieuw Nederlands klascodes 2A 90394
                                                2B 46878
                                                2C 95376
                                                1B 05702

Lessonup klascodes 2A: osmin
                                   2B: qiqtm
                                   2C: nhhfe
                                   1B: utari

Aan je eigen tafel zitten  


Meer dan lezen paragraaf 4. Tekstverbanden en signaalwoorden.

Je leert tekstverbanden herkennen aan de hand van signaalwoorden.


Je zit aan je computer klaar
Voorbereiding

Slide 1 - Tekstslide

........... speelde ik altijd met Playmobil.

Vul één woord in op de stippellijn.

Slide 2 - Open vraag

Vroeger speelde ik altijd met Playmobil.


Vroeger is een signaalwoord.
Bij welk tekstverband zou dit signaalwoord horen?
A
Voorbeeld
B
Opsomming
C
Tijd
D
Conclusie

Slide 3 - Quizvraag



Ik ben geboren .......................... daarom kan ik mijn verjaardag bijna altijd buiten vieren.



Welk signaalwoord van tijd past in de volgende zin?
A
met blauwe ogen
B
in het ziekenhuis
C
zonder haar
D
in de zomer

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Link

Start opdracht KGT
We maken samen opdracht 1 blz. 23-24


1. wat voor soort tekst is tekst 1?
2. Wat is het doel van tekst 1?
3. Waaraan herken je de opsomming onder "ingrediënten"?
4. Waaraan herken je de opsomming onder "Dit heb je nodig?"
5. Bij "ingrediënten" en "Dit heb je nodig" staan dingen die je nodig hebt. Wat is het verschil?
6.Welk verband herken je in de stappen onder het kopje "aan de slag"?
7. Wat bedoelt de schrijver met het woord "karakter" onder de kop "Tip"
8. Waar zou je deze signaalwoorden zetten in de tekst: vervolgens, eerst, daarna, ten slotte




Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Start opdracht BK
We maken samen opdracht 4

Pak de vragen erbij op blz. 24

Pak je schrift erbij en een pen

We lezen de vragen samen door

We kijken naar het een fragment



Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag
Maandag
BK: maak zelfstandig  opdracht  1 (blz. 24) en kijk het zelf na
KGT: maak zelfstandig opdracht 3  (blz. 25) en kijk het zelf na
Klaar ->  fictiedossier (zorg ervoor dat het op je OneDrive staat!)

Dinsdag
BK: We maken samen 2  (blz. 24). Je maakt in tweetal opdr. 1 en  opdr. 5 Kijk het zelf na.
KGT: We maken samen opdracht 2 (blz. 24). Je maakt zelfstandig opdr. 7 en kijk het zelf na
Klaar -> fictiedossier (zorg ervoor dat het op je OneDrive staat!)

Woensdag
We lezen samen in het boek katvis
Woordenschat par.3 maken online

timer
20:00
Online Nieuw Nederlands
Boek Nieuw Nederlands 
Schrift en pen
5 minuten voor tijd:
Volgende sheet!!

Slide 9 - Tekstslide

Afsluiting
Evaluatie

Volgende week
Meer dan lezen paragraaf  Hoofd-en bijzaken

Huiswerk
Maak paragraaf 3 "internationaal"  van woordenschat online af 
Woensdag 2-10: Toets meer dan Lezen
Dinsdag 15-10: Toets woordenschat

Slide 10 - Tekstslide