Boter kaas en eieren

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Groente en fruit.
Smeer- en bereidingsvetten.
Vis, peulvruchten, vlees, ei, noten en zuivel.
Brood, graanproducten en aardappelen.
Dranken.
In welke vak hoort boter?
A
Blauw
B
Groen
C
Geel
D
Oranje

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welk vak hoort een biefstuk?
A
Groen
B
Geel
C
Oranje
D
Roze

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke vak hoort koffie?
A
Blauw
B
Groen
C
Geel
D
hoort niet in de schijf

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke vak hoort olijfolie?
A
Blauw
B
Groen
C
Geel
D
Oranje

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke vak hoort frisdrank
A
Blauw
B
Groen
C
Geel
D
Hoort niet in de schijf

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke schijf hoort karnemelk?
A
Blauw
B
Geel
C
Oranje
D
Roze

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In welke schijf hoort een croissant?
A
Groen
B
Geel
C
Oranje
D
Hoort niet in de schijf

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je benoemen:
- waarom een menselijk lichaam voedingsstoffen nodig heeft
- welke stoffen een menselijk lichaam nodig heeft
- wat de schijf: Smeer- en bereidingsvetten inhoudt                                                    
- wat voedingsgewoonten zijn
- wat biologisch voedsel betekent


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Drie redenen waarom je lichaam voeding nodig heeft?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bouwstof

Zijn in je lichaam nodig voor: 
  • De groei; 
  • Ontwikkeling;
  • Herstel.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Brandstof
  • Leveren energie

Zorg in het lichaam voor: 
  • Het op peil houden van de lichaamstemperatuur 
  • Groei; 
  • Ontwikkeling
  • Herstel.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beschermende stof


Zorgen ervoor dat je niet ziek wordt. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reservestof
  • Niet direct nodig als bouwstof of brandstof;
  • Worden opgeslagen in bepaalde delen van je lichaam.  

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Voedingsgewoonten

Is wat je gewend bent te eten en hoe je gewend bent dat te eten.

Het geloof (religie) is hier heel belangrijk bij. 

Ook het klimaat speelt een rol.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voedingsgewoonten=
Religie
Cultuur
Gezondheid
Geslacht
Persoonlijke smaak

Wat je gewend bent te eten en hoe je eet

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Wat zijn biologische producten?
A
producten waar bestrijdingsmiddelen worden gebruikt
B
producten waar bij het verwerken rekening wordt gehouden met milieu, dier en mens
C
producten waar kunstmest voor wordt gebruikt
D
bij deze producten mag je doen en laten wat je wilt als producent.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Biologisch
  • Bij de productie van biologisch voedsel wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met milieu en dierenwelzijn. 
  • Zo worden mestoverschotten voorkomen en krijgen dieren meer ruimte dan in de gangbare veeteelt en landbouw.
  • Biologische producten zijn herkenbaar aan de keurmerken: EKO, Europees Biologisch en Demeter

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plofkip
wist je dat:
-met 18 tot 20 kuikens op één vierkante meter leeft; 
- al na 41 dagen wordt geslacht ( 6 weken vs  biologische kip 12 weken;
- dan al ruim twee kilo weegt;
-nooit naar buiten mag;
- in 15-20 procent van de gevallen kreupel is door voetzweren, brandhakken en/of gewrichtspijn;gemiddeld anderhalve dagdosering antibiotica krijgt in haar korte leven.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vegetarisme
Vegetarier                            Eet geen vlees of vis
Veganist                               Gebruikt géén dierlijke producten zoals 
                                                  honing, melk, kaas, vlees of vis

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geel

Olie en vetten
Vetten - onverzadigd en verzadigd
Brandstof
Dierlijk / plantaardig

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke soorten boter ken je?

Slide 26 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Verzadigd en onverzadigd
Geel: verzadigd vet
Groen: onverzadigd vet


Verzadigd vet = Verkeerd
Onverzadigd vet = O

Verzadigd vet = verkeerd cholesterol. 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cholesterol 
Nodig voor bouwstof celwanden
Te hoog: .........
Slecht cholesterol: plakt vast aan de wanden bloedvaten
Zit in: dierlijke, verzadigde vetten

Goed: afbreken cholesterol 
Zit in: onverzadigde vetten

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vitaminen zitten in vetten?
timer
0:30

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat eet jij vandaag uit de gele schijf?

Slide 30 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Uitvoeren
Opdrachten maken:

1. Werkblad voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2. Start met het maken van een folder: schijf van vijf
3. Maak je eigen schijf van vijf (met foto's van wat je eet)


Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies