Criminaliteit par. 4 en 5

Criminaliteit
par. 4: opgepakt ... en dan? + anders straffen halt
par. 5 schuldig of onschuldig
blz. 134 -139
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Criminaliteit
par. 4: opgepakt ... en dan? + anders straffen halt
par. 5 schuldig of onschuldig
blz. 134 -139

Slide 1 - Tekstslide

Geef bij de volgende afbeeldingen aan of het gaat om een overtreding of misdrijf.
Sleep het juiste woord naar de juiste afbeelding.
Mishandeling
Vuil op straat dumpen
Door rood lopen

Misdrijf

Overtreding

Slide 2 - Sleepvraag

Aan het einde van de les kun je:
  • Je kan uitleggen wanneer je verdachte bent.
  • Je kan uitleggen wat de politie mag doen bij een verdachte situatie
  • Je kan uitleggen wat bureau HALT is.
  • Je kan uitleggen wat een officier van justitie is en wat hij/zij doet.
  • Je kan uitleggen hoe een rechtzaak eruit ziet.
  • Je kan uitleggen welke 3 vragen een rechter moet beantwoorden voor hij/zij het vonnis uitspreekt.

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer ben je verdacht?
Je bent verdacht als de politie denkt dat je wat strafbaars hebt gedaan. Of te wel er is een redelijk vermoeden van schuld.

Slide 4 - Tekstslide

Een goede politieagent beschouwt iedereen als een verdachte
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Wat mag de politie
In de wet staat wat de politie wel en niet mag doen. Dit is om de burgers te beschermen.

Pas als je verdacht bent van een misdrijf mag de politie: fouilleren, arresteren of je huis door zoeken.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Wat is een proces verbaal?
Een politieverslag waarin staat geschreven waar je van wordt verdacht en hoe dit is gegaan. Dit verslag gaat naar de officier van justitie.

Slide 8 - Tekstslide

Officier van justitie
  • Schikken: Boete

  • Seponeren : niet voor de rechter en geen straf

  • Vervolgen: verdachte moet voor de rechter verschijnen

Slide 9 - Tekstslide



Officier van justitie tegen verdachte: “U hebt heel erg hard door de drukke Dorpsstraat gereden. Er hadden doden kunnen vallen. Daarom stel ik ook een erg hoge boete voor van 3.000 euro. Ik hoop dat u ervan leert.”
Leg uit of de officier van Justitie schikt, seponeert of vervolgt.

Slide 10 - Open vraag

Naar halt
Speciaal voor jongeren: je hoeft niet voor de rechter te verschijnen en geen strafblad maar er zijn wel wat eisen:
  1.  Moet tussen 12 - 18 jaar zijn
  2. je bekent waarvoor je bent opgepakt
  3. de strafbare feiten niet heel ernstig waren

Slide 11 - Tekstslide

Lees de bron
Beantwoord de vraag op de volgende dia

Slide 12 - Tekstslide


Lees de bron ‘‘Jongeren vinden excuses aanbieden lastig’’. Waarom is excuses aanbieden een belangrijk onderdeel van een straf bij Halt?

Slide 13 - Open vraag

Zet ze in de juiste volgorde: bijv. stap 1 = 1 -D
1. Pieter en Göran worden op het politiebureau verhoord.
2. De bewaker ziet de inbraak en belt de politie.

3. De officier van justitie krijgt het proces-verbaal.
4. Pieter en Göran plegen een inbraak op een industrieterrein.
5. De politie arresteert Pieter en Göran.
6. Pieter en Göran krijgen een oproep om voor de rechter te verschijnen.
7. De politie schrijft een proces-verbaal over de inbraak

Slide 14 - Sleepvraag

0

Slide 15 - Video

Wat doet een officier van justitie?

Slide 16 - Open vraag

0

Slide 17 - Video

Wat voor zaak behandelt de officier van Justitie

Slide 18 - Open vraag

0

Slide 19 - Video

Mag het slachtoffer een gesprek aanvragen met de officier van justitie
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quizvraag

0

Slide 21 - Video

Wanneer stelt de officier van de justitie de strafeis?
A
nadat ze het verslag van de politie heeft gelezen
B
nadat ze gesproken heeft met de verdachte
C
tijdens de zitting

Slide 22 - Quizvraag

0

Slide 23 - Video

Na onderzoek door de Officier van Justitie kan die beslissen of een zaak doorgaat of niet. Als hij besluit de zaak niet door te laten gaan heet dat:
A
Afgelasten
B
In de doofpot stoppen
C
Seponeren
D
Terugsturen

Slide 24 - Quizvraag

Als de rechtszaak is begonnen , dan start de Officier van Justitie met de tenlastenlegging. Wat is dat?

Slide 25 - Tekstslide

Zet in de juiste volgorde: De Officier van Justitie start de rechtszaak met de 
dan houdt hij zijn 
en tenslotte zegt hij wat de
is. 
(standpunt)
Te laste legging
requisitoir
strafeis

Slide 26 - Sleepvraag

Naar halt
Speciaal voor jongeren: je hoeft niet voor de rechter te verschijnen en geen strafblad maar er zijn wel wat eisen:
  1.  Moet tussen 12 - 18 jaar zijn
  2. je bekent waarvoor je bent opgepakt
  3. de strafbare feiten niet heel ernstig waren

Slide 27 - Tekstslide

We kijken een filmpje!
Noteer moeilijke woorden en begrippen. We gaan deze straks bij langs. Ook komen er een aantal vragen bij langs!

Slide 28 - Tekstslide

0

Slide 29 - Video

Welke begrippen kwamen er langs die je nog niet kende?

Slide 30 - Woordweb

Als een verdachte langer vastgehouden moet worden op het politie bureau vanwege het onderzoek, dan mag dat maximaal 
Dit wordt bepaald door de 
3 uur
2 weken
Rechter commissaris
Officier van Justitie

Slide 31 - Sleepvraag

Zet in de juiste volgorde: De Officier van Justitie start de rechtszaak met de 
dan houdt hij zijn 
en tenslotte zegt hij wat de
is. 
(standpunt)
Te laste legging
requisitoir
strafeis

Slide 32 - Sleepvraag

De uitspraak van de rechter noemen we :
A
de strafeis
B
het Vonnis
C
een pleit

Slide 33 - Quizvraag

De rechter doet uitspraak
Hij kan komen tot:
vrijspraak
De rechter vindt dat er niet is bewezen dat de verdachte schuldig is aan datgene waarvoor hij voor de rechtbank moest komen
Ontslag van rechtsvervolging
De rechter vindt het feit waarvoor de verdachte wordt vervolgd niet strafbaar
Veroordeling
De verdachte is schuldig volgens de rechter

Slide 34 - Tekstslide

De rechter kan  een voorwaardelijke of onvoorwaardelijke straf opleggen
  • Voorwaardelijk: De straf wordt uitgevoerd als je nog een keer in de fout gaat.
  • Onvoorwaardelijk: de straf wordt inderdaad uitgevoerd
  • Je kunt ook de combinatie krijgen van voorwaardelijk en onvoorwaardelijk.
Bijv. Een 37-jarige verdachte kreeg een celstraf van 6 weken, waarvan 3 weken voorwaardelijk.

Slide 35 - Tekstslide

Noem 3 straffen die de rechter kan opleggen

Slide 36 - Open vraag

De rechter kan  een straf opleggen met TBS.
Wat is dat?

Slide 37 - Tekstslide

TBS 
  • Ter beschikking stelling
  • Bij zware misdrijven
  • Zwaarder dan "gewoon" een straf
  • Kan leiden tot echt levenslang

Slide 38 - Tekstslide

Rechter(s)
Doen uitspraak. Schulig of niet schldig
Griffier
Maakt verslag van de rechtszaak
Officier van Justitie.
Daagt de verdachte voor de rechtbank en geeft an waar de verdachte van wordt verdacht en vraag een straf.
Advocaat van de verdachte.
verdedigt de verdachte
Verdachte
Parketpolitie.
Zorgt dat er niets raars gebeurt en begeleid de verdachte
Bode.
Bewaakt de voortgang in de rechtszaak
De Pers
oet verslag van de rechtszaak voor krant en internet
Getuige
Kan worden gehoord wat hij weet van de zaak
Publiek.
Mag niets zeggen, alleen toekijken.

Slide 39 - Tekstslide

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Griffier
publiek
advocaat
rechter
bode
verdachte
slachtoffer
officier van justitie
pers
parket politie

Slide 40 - Sleepvraag

De volgende termen ken ik nog niet goed:
Requisitoir
Seponeren
tenlastenlegging
Strafeis
Openbaar Ministerie

Slide 41 - Poll

Ik weet niet meer wat de volgende persoon doet:
Rechter
Officier van Justitie
Advocaat
Griffier
Getuige
Pers
Bode
Parketpolitie
Ik weet ze allemaal

Slide 42 - Poll