De verzorgingsstaat

1 / 52
volgende
Slide 1: Video
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Waarom moet je naar school?
Voorbereiden op de arbeidsmarkt!
  • Leerplichtwet: jongeren van 5 t/m 16
  • Kwalificatieplicht: jongeren zonder startkwalificatie t/m 18 naar school
  • Startkwalificatie: minimale onderwijsniveau om baan te vinden (havo, vwo, mbo (niv.2)
Maatschappelijk vormende functie!
  • socialiseren, opvoeden tot verantwoordelijke burgers (conservatief)
  • Ontplooien tot individuen (progressief)

Slide 2 - Tekstslide

Noteer hier het nieuwsitem dat je gevonden hebt

Slide 3 - Open vraag

School vervult 2 belangrijke functies: de kwalificatiefunctie en de vormende functie. Omschrijf beide in je eigen woorden.

Slide 4 - Open vraag

Geef een voorbeeld van een schoolvak waarmee school invulling geeft aan de kwalificerende functie

Slide 5 - Open vraag

Geef een voorbeeld van een schoolvak waarmee school invulling geeft aan de vormende functie

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Video

Wat is een cao en wat zijn de voordelen van een cao?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Video

Wat is voor jou belangrijker?
A
Vrijheid
B
Gelijkheid

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video

Waar ben jij het mee eens?
A
De overheid moet zoveel mogelijk voor ons zorgen. Als het per wet geregeld is komt het sowieso goed
B
Je moet de markt (economie) zijn gang laten gaan dan komt het vanzelf goed.
C
Als wij naar elkaar omkijken en als vrienden/familie voor elkaar zorgen wordt er aan iedereen gedacht.

Slide 12 - Quizvraag

SE De verzorgingsstaat
Hoofdstuk De verzorgingsstaat
Paragraaf 1 t/m 4 en 7 

Slide 13 - Tekstslide


 
Wat vindt de politiek? 
  • Sociaal-democraten: afblijven van de verzorgingsstaat. De sterkste schouders dragen de zwaarste lasten. (PvdA) 
  • Christen-democraten: rol van de overheid kan worden beperkt: 'goede christenen helpen elkaar'. (CDA) 
  • Liberalen: verzorgingsstaat kan blijven bestaan, maar er moet wel op bezuinigd worden. (VVD)

Slide 14 - Tekstslide

Maatregelen van de overheid 
 
  • Vanaf jaren ’80: forse bezuinigingen op uitkeringen en verlaging van de uitkeringen 
  • Strengere controle op uitkeringen door het UWV 
  • Aantrekkelijker maken van werk: deeltijd, thuiswerk en loon hoger dan een uitkering 
  • Strengere (her)keuring van arbeidsongeschikten en nieuwe wet: WIA

Slide 15 - Tekstslide


Rechts-liberalen

  • VVD (Volkspartij voor Vrijheid en Democratie)
  • De overheid moet zich zo min mogelijk bemoeien met de levens van mensen
  • Lage uitkeringen, zodat werklozen eerder bereid zijn om werk te zoeken


Slide 16 - Tekstslide


Christendemocraten

  • O.a. het CDA (Christen Democratisch Appèl)
  • Er moet bezuinigd worden op de verzorgingsstaat
  • Niet alleen de overheid moet mensen helpen, ook moeten mensen vrienden en familie helpen als dat kan. Naastenliefde en solidariteit



Slide 17 - Tekstslide


Sociaaldemocraten

  • O.a. de Pvda (Partij van de Arbeid)
  • De verzorgingsstaat moet worden aangepast
  • Maatregelen zijn nodig zodat iedereen ook in de toekomst in welvaart kan leven.
  • De belasting van de rijken kan omhoog kan om de verzorgingsstaat te kunnen blijven betalen; nivellering.



Slide 18 - Tekstslide


Links-liberalen

  • O.a. D66 (Democraten '66) en GroenLinks
  • De verzorgingsstaat moet worden aangepast aan de moderne samenleving

  • D66 wil voorkomen dat mensen afhankelijk worden van een uitkering en wil dat mensen een goede opleiding krijgen .
  • GroenLinks wil mensen met tijdelijke arbeidscontracten beschermen.



Slide 19 - Tekstslide


Verzorgingsstaat niet aanpassen?


  • O.a. SP (Socialistische Partij) en PVV (Partij voor de Vrijheid)
  • De verzorgingsstaat zoveel mogelijk in stand houden.
  • De overheid moet maar ergens anders op bezuinigen, zoals de bureaucratie
  • Hogere belastingen voor de allerrijksten.



Slide 20 - Tekstslide

Bij welke opvatting sluit jij je aan?
A
VVD
B
CDA
C
Sociaaldemocraten
D
Links-liberalen

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Video

Aandachtspunten: 
  • De functies van de verzorgingsstaat: ook voorbeelden kunnnen herkennen
  • De drie modellen van de verzorgingstaat kennen en kunnen beargumenteren welke bij Nederland past (of niet)
  • Weten wat het verband is tussen politieke stromingen en de visie op de verzorgingsstaat
  • Het sociale verzerkeringsstelsel kennen
  • Weten wat het verschil is tussen volksverzekeringen en werknemersverzekeringen 
  • Weten voor welke belangen werkgevers- en werknemersorganisaties opkomen en waar een cao goed voor is 




Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag (10 minuten)
Voorbeeldopdrachten 

Slide 24 - Tekstslide

Antwoorden
2. Omdat in een volledige vrijemarkteconomie geen ruimte is voor een overheid die zich actief bemoeit met de economie zoals dat in de verzorgingsstaat wel gebeurt. 
Het opleggen van economische regels en restricties, zoals een minimumloon, een verbod op kinderarbeid of uitkeringen voor zieken en werklozen maakt een markteconomie immers minder vrij. 
3. a. Tot die tijd was armenzorg een zaak van liefdadigheid door particuliere en kerkelijke instellingen. Met de Armenwet verplichtte de overheid zich de zorg voor hulpbehoevenden op zich te nemen. 
b. - De ziektewet is alleen bedoeld voor werkenden, de bijstandswet is voor alle burgers. 
- Voor de ziektewet betalen werkenden premies. De bijstandswet wordt gefinancierd uit algemene middelen van de overheid 


Slide 25 - Tekstslide

Heeft iedereen kans op een goede opleiding?
1968: Mammoetwet (na onderzoek Van Heek dat afkomst een rol speelt mbt onderwijskans). Sociale ongelijkheid terugdringen: onwenselijk (talent verloren)/ onrechtvaardig (afkomst):
  • Invoeren brugklas (uitstel schooltype keuze)
  • Invoeren studiefinanciering
  • Kansen voor meisjes sinds de jaren '60 namen toe
  • Verschil tussen allochtonen en autochtonen gaat langzaam

Slide 26 - Tekstslide

Noem 2 factoren die het verschil in kansen kunnen veroorzaken.

Slide 27 - Open vraag

Waarom bemoeit de overheid zich met ongelijke onderwijskansen? Noteer twee belangrijke redenen.

Slide 28 - Open vraag

Lees de bron. Zou je je afkomst beschouwen als 'brute luck' of 'option luck' ? Beargumenteer!

Slide 29 - Open vraag

Par.7: De toekomst van onze verzorgingsstaat

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Welke sociale verschillen wil de verzorgingsstaat overbruggen?
2. Verschil tussen jong en oud:
  • Hoge tempo vergrijzing
  • Wie betaalt de rekening? 
3. Autochtonen en allochtonen:
  • Discussie over de oorzaken van de verschillen (eigen inspanning?, vooroordelen, discriminatie?)
  • Stimuleren integratie door overheid (taal, inburgeringscursus, voorkomen tegenstelling zwarte en witte scholen)

Slide 32 - Tekstslide

Welke tegenstellingen zullen (volgens de WRR) in de toekomst zorgen voor druk op de verbindingsfunctie van de verzorgingsstaat?

Slide 33 - Open vraag

Par. 4. De verzorgingsstaat, de prakijk

Slide 34 - Tekstslide

Wat wordt bedoeld met sociale verzekeringen en sociale voorzieningen?

Slide 35 - Open vraag



  • Socialezekerheidsstelsel: zorgt ervoor
    dat mensen verzekerd zijn van een inkomen bij werkloosheid, ziekte, ouderdom of
    arbeidsongeschiktheid
    . Sociale
    verzekeringen zijn alleen voor degenen die daar aan meebetaald hebben.
     Sociale zekerheid in
    Nederland is gebaseerd op solidariteit en samenhorigheid


--> Deze worden gefinancierd uit premieheffing



  • Sociale voorzieningen Sociale voorzieningen
    zijn voor iedereen die (legaal) in Nederland is ingeschreven.


--> worden
gefinancierd uit algemene
middelen (via
het rijk, belastingen)



Slide 36 - Tekstslide

Welke sociale verzekeringen bestaan er?

Slide 37 - Open vraag

Slide 38 - Tekstslide

Wat houdt marktwerking in? Ben je voor of tegen marktwerking in de zorg?

Slide 39 - Open vraag

3

Voordelen:

- Ziekenfonds werd te duur

- Patiënten bewust maken van kosten

- Burgers kunnen zelf hun zorgpakket samenstellen op basis van hun persoonlijke situatie


Nadeel:

- Volgens veel burgers is de kwaliteit van de zorg sterk achteruit gegaan: burgers moeten bijvoorbeeld lang wachten op behandeling

In 2006 werd de gereguleerde marktwerking in de zorg ingevoerd ter vervanging van het ziekenfonds. Sindsdien is de zorgmarkt geprivatiseerd en wordt er concurrentie gevoerd tussen de semipublieke zorgverzekeraars, maar ook tussen ziekenhuizen en zorginstellingen.

Slide 40 - Tekstslide

Moeten verslaafden altijd zorg krijgen?
A
JA
B
NEE

Slide 41 - Quizvraag

Vind jij dat kinderen verplicht de zorg van hun zieke ouders (mantelzorg) op zich moeten nemen en dat de overheid dit ook stimuleert?
A
JA
B
NEE

Slide 42 - Quizvraag

De wet Inkomen en Arbeid (WIA) is voor mensen die:
A
Langer dan 6 maanden ziek zijn
B
Langer dan 1 jaar ziek zijn
C
Langer dan 2 jaar ziek zijn

Slide 43 - Quizvraag

Iemand die in de WW zit, ontvangt een uitkering ter hoogte van zijn laatstverdiende loon
A
Juist
B
Onjuist

Slide 44 - Quizvraag

Lodewijk van 18 heeft een auto-ongeluk gehad en heeft kans nooit meer te werken
A
AOW
B
ZW
C
WAJONG
D
WIA

Slide 45 - Quizvraag

Tijdens de WW ben je verplicht om een baan te zoeken
A
Juist
B
Onjuist

Slide 46 - Quizvraag

Tijdens een reorganisatie bij de McDonalds wordt Hendrik ontslagen. Hij heeft recht op de volgende uitkering:
A
Geen, jammer Hendrik
B
WW
C
AOW
D
IAOW

Slide 47 - Quizvraag

Wat is geen sociale voorziening?
A
ANW
B
WWB
C
Wajong

Slide 48 - Quizvraag

Uitkering voor mensen die geen werk hebben heet:
A
Wajong
B
WWB
C
WW
D
ZW

Slide 49 - Quizvraag

Door een ongeluk kan Lodewijk II het werk niet meer uitvoeren dat hij eerst deed. Hij heeft recht op;
A
ZW
B
WIA
C
ANW
D
WW

Slide 50 - Quizvraag

Slide 51 - Video

Zoek op je
telefoon een (nieuws)artikel van (het liefst) meer dan 300 woorden over
vakbonden, cao-onderhandelingen, werkgeversorganisaties, stakingen of een ander
onderwerp waarbij de sociale partners betrokken zijn.



  1. Geef een korte samenvatting

  1. Welke belangentegenstellingen komen aan de orde?

  1. Welke standpunten worden door de betrokkenen ingenomen over de kwestie?

  1. Wat is de uitkomst / stand van zaken?

Par.3 Sociale partners en de overheid

Slide 52 - Tekstslide