Mein Zimmer Sprechen 2H1 (les 2)

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Mein Zimmer
  • Vorige les

  • Groepjes maken

  • Filmpje opzoeken

Slide 2 - Tekstslide

mein Zimmer, dein Zimmer
  • Einddoel: kamer van een klasgenoot presenteren

  • Tussendoel: Interview een klasgenoot over zijn / haar kamer

  • Groepjes van 2: A - B en B - A
  • Groepjes van 3: A - B, B - C en C-A

Slide 3 - Tekstslide

Was wir heute machen:
  • Ik ken meubels 
       in het Duits

  • Ik ken kleuren
       in het Duits

  • Ik kan mijn kamer 
       beschrijven

Slide 4 - Tekstslide


Meine Gitarre
A
liegt auf dem Bett.
B
steht auf dem Schreibtisch.
C
hängt an der Wand.
D
liegt auf dem Fußboden.

Slide 5 - Quizvraag


Meine Lampe
A
steht neben dem Bett.
B
steht auf dem Schreibtisch.
C
steht vor dem Fenster.
D
steht neben dem Computer.

Slide 6 - Quizvraag


Das Kissen
A
liegt unter dem Stuhl.
B
liegt im Schrank.
C
liegt auf dem Stuhl.
D
liegt auf dem Bett.

Slide 7 - Quizvraag

Welke meubelstukken/voorwerpen staan in je kamer? (gebruik eventueel je Boek blz. 74, 75)

Slide 8 - Woordweb

gelb
rosa
blau
schwarz
rot
weiβ

Slide 9 - Sleepvraag

Welke kleuren ken je in het Duits?

Slide 10 - Woordweb

Slide 11 - Video

Ich beschreibe dir wie mein Zimmer aussieht.
Wenn man reinkommt, steht vorne links (kies 1)

mein Bett, mein Schrank, mein Schreibtisch, meine Lampe, mein Stuhl, mein ...

Slide 12 - Tekstslide

Hinten links an der Wand
steht ..........(kies er 1 uit)
mein Bett, mein Schrank, 
mein Schreibtisch, 
meine Lampe, mein Stuhl,...

Slide 13 - Tekstslide

In der Mitte steht/ liegt/ ist 
(kies 1)
ein Teppich, ein Stuhl, 
eine Bank, 
ein Fernseher, 
ein kleiner Tisch

Slide 14 - Tekstslide

Welche Farbe haben die Wände?
Die Wände sind ...

Was hängt an deiner Wand? 
An meiner Wand hängen 
Poster von ...


Slide 15 - Tekstslide

Hausaufgaben 27. Januar: 
Maak minstens 5 interview-vragen in het Duits.
Gebruik:
- de standaard zinnen uit je boek (blz. 76 en 77)
- de woordenlijst (blz. 74 en 75)
- de vraagwoorden: was, wo, wie etc
- de zinnen uit deze Lessonup (zie magister)

Slide 16 - Tekstslide

Hausaufgaben 27. Januar: 
Maak van zinnen uit je boek een Duitse vraag maakt:




3. Wo steht dein Stuhl?
5. Was hängt an deiner Wand?

Slide 17 - Tekstslide