V2 -K3 Paragraf H: Lesen

V2 - Woche 45 - Stunde 2
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

V2 - Woche 45 - Stunde 2

Slide 1 - Tekstslide

Planung

Wiederholung: het geslacht van zelfstandig naamwoorden 

Lesen: Paragraf H
  • Besprechen: Lernliste D-N
  • Text lesen: Schülerzeitung Mozartgymnasium
  • Machen: Aufgabe 49, 50



Ziele

  • Je kunt de hoofdregels voor het geslacht voor zelfstandig naamwoorden gebruiken. 

  • Je kunt in korte teksten informatie over personen en plaatsen begrijpen.



Slide 2 - Tekstslide

Der...Die...Das

Slide 3 - Tekstslide

vrouwelijke personen, dieren en woorden met de uitgang -e, -ung, -heit, -keit, krijgen het lidwoord..
A
...die
B
...der
C
...das

Slide 4 - Quizvraag

Mannelijke personen en dieren krijgen het lidwoord ...
A
...das
B
...die
C
...der

Slide 5 - Quizvraag

Nederlandse onzijdige woorden krijgen meestal in het Duits het lidwoord....
A
...der
B
...das
C
...die

Slide 6 - Quizvraag

Der, die oder das?
Büchlein
A
der
B
die
C
das

Slide 7 - Quizvraag

Der, die oder das?
Bruder
A
der
B
die
C
das

Slide 8 - Quizvraag

Der, die oder das?

Haus
A
der
B
die
C
das

Slide 9 - Quizvraag

Der, die oder das?
Westen
A
der
B
die
C
das

Slide 10 - Quizvraag

Der, die oder das?
Dienstag
A
der
B
die
C
das

Slide 11 - Quizvraag

Der, die oder das?
Tüchlein (doekje)
A
der
B
die
C
das

Slide 12 - Quizvraag

Der, die oder das?
März
A
der
B
die
C
das

Slide 13 - Quizvraag

Der, die oder das?
Lehrerin
A
der
B
die
C
das

Slide 14 - Quizvraag

Der, die oder das?
Tier
A
der
B
die
C
das

Slide 15 - Quizvraag

Der, die oder das?
Hengst
A
der
B
die
C
das

Slide 16 - Quizvraag

Der, die oder das?
Adresse

A
der
B
die
C
das

Slide 17 - Quizvraag

Der, die oder das?
Theater
A
der
B
die
C
das

Slide 18 - Quizvraag

Der, die oder das?
Universität
A
der
B
die
C
das

Slide 19 - Quizvraag

Der, die oder das?
Mannschaft
A
der
B
die
C
das

Slide 20 - Quizvraag

Der, die oder das?
Brötchen
A
der
B
die
C
das

Slide 21 - Quizvraag

Der, die oder das?
Freiheit
A
der
B
die
C
das

Slide 22 - Quizvraag

Snap je de regels voor het geslacht van het zelfstandig naamwoord?
A
Nee, ik snap er niks van.
B
Ja, ik begrijp het helemaal.
C
Ja, ik begrijp het, maar ik moet nog meer oefenen.

Slide 23 - Quizvraag

Paragraf H - Lesen
Buch: Seite 92 und 93

  • Besprechen: Fragen + Text 
  • Machen: Auf.49  --> Markeer de zinsdelen in tekst waar antwoord staat
  • Hulpmiddel: Wörterbuch D-N
  • Zeit: 15 Minuten, danach besprechen

Fertig = Wochenaufgaben abschließen (Paragraf E + Slim Stampen B & E)

timer
15:00

Slide 24 - Tekstslide

nächste Stunde
Wochenaufgaben besprechen

Grammatik: wiederholen: meervoud zelfstandig naamwoord

Paragraf G: Schreiben 


Slide 25 - Tekstslide

der Stundenplan
Arbeite zu zweit. 

Eine stellt eine Frage anhand des Studenplans. Die Frage wird in einem Satz beantwortet mit angabe von Zeit, Fach und Tag.
Danach Rollen wechseln.

Bespiel:
Frage: Wann hast du Deutsch?
Antwort: Ich habe am Montag um fünf vor acht Deutsch. 
timer
5:00

Slide 26 - Tekstslide

Wie heißen die Tagen der Woche auf Deutsch?

Slide 27 - Tekstslide