NAH les 1

NAH, Niet Aangeboren Hersenletsel
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Keuzedeel 0067 (NAH)MBOStudiejaar 2,3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

NAH, Niet Aangeboren Hersenletsel

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen:
2 periodes.
- Lessen volgen
- opdrachten in de praktijk
- opdrachten als huiswerk
- opdrachten in de les

- Afronden oefenopdracht
- maken van het examen

Slide 2 - Tekstslide

Wat hebben we nodig:

- Boek van eduactief?
- Laptop
- Aandacht en betrokkenheid
- telefoon?


Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je al

Slide 4 - Woordweb

Wat wil je leren

Slide 5 - Woordweb

K                 T
  L                  E
     E                  S
        I                    T
          N
              E

Slide 6 - Tekstslide

Wat is NAH?
A
Extra activiteit in de hersenen waardoor mensen heel druk worden
B
Stoornis aan de hersenstam waardoor mensen niet meer zelfstandig kunnen ademhalen
C
Negatieve activiteit in de hersenen waardoor mensen depressief worden
D
Elke afwijking of letsel aan de hersenen die na de geboorte is ontstaan

Slide 7 - Quizvraag

In welke twee soorten kun je NAH indelen?
A
Beschadiging aan de linker hersenhelft en beschadiging aan de rechter hersenhelft
B
Traumatisch letsel en niet-traumatisch letsel
C
Motorische hersenletsel en psychische hersenletsel
D
Hersenletsel wat de persoon beïnvloed en hersenletsel wat de omgeving beïnvloed.

Slide 8 - Quizvraag

Hoe ontstaat traumatisch hersenletsel?

A
Door een oorzaak van buitenaf waarbij het hoofd een harde klap oploopt
B
Door het meemaken van een heftige gebeurtenis waar iemand erg van geschrokken is.
C
Doordat iemand iets in zijn oor krijgt en heel hard gaat schudden met zijn hoofd.
D
Doordat iemand te lang onderwater heeft gelegen en daardoor te weinig zuurstof heeft gekregen.

Slide 9 - Quizvraag

Geef drie voorbeelden van niet-traumatisch hersenletsel

Slide 10 - Open vraag

Uit welke drie gebieden bestaan de hersenen?
A
Linker hersenhelft, rechter hersenhelft en de grote hersenen (cortex).
B
Hersenstam, linker hersenhelft en kleine hersenen (cerebellum).
C
Hersenstam, kleine hersenen (cerebellum) en grote hersenen (cortex).
D
linker hersenhelft, rechter hersenhelft en hersenstam

Slide 11 - Quizvraag

Welke ervaring heb je met NAH?

Slide 12 - Tekstslide

Op een schaal van 1 tot 10, hoe ervaren ben je met het werken met mensen met NAH
110

Slide 13 - Poll

Slide 14 - Video

Wat is je eerste reactie op de documentaire.

Slide 15 - Tekstslide

Definitie NAH
Afwijking of beschadiging van de hersenen die na de geboorte door ziekte of andere oorzaken is ontstaan, met soms grote-, soms voor anderen onzichtbare- gevolgen voor de manier waarop de getroffene en zijn/haar naasten hun leven kunnen leven. (Uit: Jurrius, 2015). 

Slide 16 - Tekstslide

Voor volgende week
Voor dit keuzedeel moet je werken met zorgvragers met NAH.
Overleg met je werkbegeleider welke zorgvrager je voor dit keuzedeel zou kunnen gebruiken. Verzamel de NAH informatie over deze zorgvrager, die gaan we volgende week delen

Slide 17 - Tekstslide