5 februari 2021 1A

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Klas 1

Les devoirs 

Huiswerk voor vandaag	Werkboek: chapitre 3: ex. 17 inleveren in LU, 18a Herhalen: chapitre 2: vocabulaire ABEFG - grammaire CH - bron F (les heures) - phrases-clés DI Leren: chapitre 3: vocabulaire AB - grammaire C
Maken/leren voor de volgende les	In werkboek: ex. 19ab In LessonUp : Herhaal de onderdelen die je lastig vindt Herhalen : chapitre 2: vocabulaire ABEFG - grammaire CG - bron F - phrases-clés DI Leren: chapitre 3: vocabulaire AB E + grammaire C (avoir)
Programme d'aujourd'hui	Corriger ex. 18a --> Ik kan vragen in een Franse tekst herkennen en vertalen Faire ex. 18b --> Ik kan een korte mail schrijven

• We draaien het rad
• Er wordt een naam aangewezen
• Jullie maken de opdracht/vragen die op het scherm staan
• Ondertussen zet de docent de afbeelding klaar
• De afbeelding wordt gepresenteerd
• Je kunt ook de volgende les aan de beurt komen

jij houdt van =

1. tu aimer
2. tu aime
3. tu aimes
4. tu aimers

Martien et Erica ... un château.

1. ont
2. a

Maak de onderstaande zin ontkennend:
Elle chante

1. Elle ne chante pas
2. Elle chante ne pas
3. Elle non chante pas
4. Elle non chante non

J' ... treize ans.

1. ont
2. avons
3. a
4. ai

let op!

Gebruik het ww avoir

als je vertelt hoe oud iemand is

Goed = J'ai 13 ans.

Afbeelding ex. 17

• We draaien het rad
• Er wordt een naam aangewezen
• Jullie maken de opdracht/vragen die op het scherm staan
• Ondertussen zet de docent de afbeelding klaar
• De afbeelding wordt gepresenteerd
• Je kunt ook de volgende les aan de beurt komen

Ex. 18

Vragen staan dikgedrukt (--> 18a)

1. Hallo iedereen!
   
2. Ik zoek een penvriend(in).
   
3. Ik heet Jean-Baptiste en ik woon in Montpellier.
   
4. Dat is in het zuiden van Frankrijk.
   
5. Ik ben 12 jaar.
   
6. Ik heb een zus.
   
7. Zij heeft Maelys.
   
8. Ik zit in de brugklas/ eerste klas.

Ex. 18

Vragen staan dikgedrukt (--> 18a)

1. En jij, hoe heet jij?
   
2. Waar woon je?
3. Hoe oud ben je?
4. Wanneer is je verjaardag?
5. Heb je een broer of een zus?
6. En in welke klas zit jij?
7. Antwoord snel!
8. Tot snel!  - Jean-Baptiste

Afbeelding ex. 17

• We draaien het rad
• Er wordt een naam aangewezen
• Jullie maken de opdracht/vragen die op het scherm staan
• Ondertussen zet de docent de afbeelding klaar
• De afbeelding wordt gepresenteerd
• Je kunt ook de volgende les aan de beurt komen

Ex. 18

Vragen staan dikgedrukt (--> 18a)

1. En jij, hoe heet jij?
   
2. Waar woon je?
3. Hoe oud ben je?
4. Wanneer is je verjaardag?
5. Heb je een broer of een zus?
6. En in welke klas zit jij?
7. Antwoord snel!
8. Tot snel!  - Jean-Baptiste

18b

Schrijf een berichtje terug aan Jean-Baptiste. Geef antwoord op de vragen die hij stelt. 

Deze staan dikgedrukt bij 18a.

Afbeelding ex. 17

Heb je de lesdoelen bereikt?
1: Ik kan vragen in een Franse tekst begrijpen.
2: Ik kan een korte Franse tekst schrijven.

Ik heb beide doelen bereikt.

Ik kan alleen vragen in een Franse tekst begrijpen.

Ik kan alleen een korte Franse tekst schrijven.

Ik heb beide doelen niet bereikt.

www.kahoot.com

Klokkijken: https://www.digipuzzle.net/digipuzzle/animals/puzzles/setclock_fr_eduspel.htm

Qui sont-ils?: http://platea.pntic.mec.es/~cvera/bds/hotpot/asterix7.htm