H11 voortplanting paragraaf 11.4 zwangerschap

11.4 zwangerschap 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

11.4 zwangerschap 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je:
- beschrijven hoe de moeder en het kind veranderen tijdens de zwangerschap
- beschrijven  hoe het kind zich ontwikkelt in de baarmoeder
- beschrijven waar je rekening mee moet houden tijdens de zwangerschap
- beschrijven  wat er gebeurt tijdens de bevalling.

Slide 2 - Tekstslide

Vertel de leerlingen wat ze kunnen verwachten van deze les en de leerdoelen.
Wat weet je al over zwangerschap en bevalling?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Zwangerschap
Zwangerschap is een periode van negen maanden waarin de vrouw en het kind veranderen en zich ontwikkelen.

Slide 4 - Tekstslide

Gebruik afbeeldingen om de veranderingen in het lichaam van de vrouw te laten zien. Bespreek hoe de hormonen veranderen en welke invloed dit heeft op de vrouw.
Veranderingen van de moeder
Tijdens de zwangerschap verandert het lichaam van de moeder. Haar buik wordt groter, ze kan last hebben van ochtendmisselijkheid en vermoeidheid.

Slide 5 - Tekstslide

Laat de leerlingen weten wat er met het lichaam van de moeder gebeurt en wat de meest voorkomende symptomen zijn.
Ontwikkeling van de baby
Het kind begint als een bevruchte eicel en groeit uit tot een volledige baby in de baarmoeder.
De eerste  12 weken van de zwangerschap noem je het ongeboren kind een embrio.
Na 12 weken noem je het kindje een foetus.

Slide 6 - Tekstslide

Gebruik afbeeldingen om de ontwikkeling van de baby te laten zien, vanaf de conceptie tot aan de geboorte. Bespreek de verschillende stadia van ontwikkeling.
Hoe leeft het kindje in de baarmoeder?
Het kindje leeft in een vruchtwaterzak in de baarmoeder. Het vruchtwater beschermd het kindje tegen stoten en uitdrogen.  Het kindje is via de navelstreng verbonden met de placenta. 

Slide 7 - Tekstslide

Laat de leerlingen zien hoe de baby zich in de baarmoeder bevindt en hoe het zich ontwikkelt.
Het ongeboren kind 
De placenta scheidt het bloed van moeder en kind. 
De voedingsstoffen en zuurstof gaan van de moeder naar het kind. En de afvalstoffen en koolstofdioxide van het kind naar de moeder.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Rekening houden tijdens zwangerschap
Tijdens de zwangerschap moet de moeder gezond eten, voldoende rusten en stoppen met roken en alcohol drinken.

Slide 10 - Tekstslide

Beschrijf de dingen die de moeder kan doen om een gezonde zwangerschap te hebben. Bespreek ook de dingen die ze moet vermijden.
Hoe gaat de bevalling?
De bevalling begint als de baby klaar is om geboren te worden. 
De bevalling  gaat in 3 stappen.

Slide 11 - Tekstslide

Vertel de leerlingen over de verschillende stadia van de bevalling en hoe de baby uiteindelijk wordt geboren.
Na de geboorte
Na de geboorte begint de baby met ademen. 
De verloskundige of ouder knipt de navelstreng door. Het stompje navelstreng valt na een paar dagen af. Het litteken dat overblijft is de navel.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er na de geboorte?
A
De baby gaat terug naar de baarmoeder
B
De baby slaapt voor 24 uur
C
De baby begint met ademen
D
De baby begint te praten

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet een zwangere vrouw doen om gezond te blijven?
A
Ongezond eten, weinig rusten en veel roken en alcohol drinken
B
Alleen maar fastfood eten en nooit bewegen
C
Gezond eten, voldoende rusten en stoppen met roken en alcohol drinken
D
Veel sporten en nooit rusten

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van de placenta?
A
Het beschermen van de baby tegen stoten
B
Het transporteren van zuurstof van de baby naar de moeder
C
Het scheiden van het bloed van moeder en kind
D
Het voeden van de baby met chocolade

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een embryo?
A
Een dier
B
Een ongeboren kind in de eerste 12 weken van de zwangerschap
C
Een volwassene
D
Een ongeboren kind in de laatste 12 weken van de zwangerschap

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat verandert er tijdens de zwangerschap?
A
Het lichaam van de vader
B
Het weer
C
De tijd
D
Het lichaam van de moeder

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Samenvatting
Als het goed is kan je nu:
- beschrijven hoe de moeder en het kind veranderen tijdens de zwangerschap
- beschrijven  hoe het kind zich ontwikkelt in de baarmoeder
- beschrijven waar je rekening mee moet houden tijdens de zwangerschap
- beschrijven  wat er gebeurt tijdens de bevalling.

Slide 19 - Tekstslide

Vertel de leerlingen wat ze kunnen verwachten van deze les en de leerdoelen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 20 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 21 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 22 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.