spijsvertering en complicaties na langdurige bedrust

Complicaties bij langdurige bedrust en spijsvertering. 
Aan bod komt: 
- Trombose (rest van de vorige les) 
- Spijsverteringsstelsel 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zit 24 slide, met interactieve quiz, tekstslide en 2 video.

Onderdelen in deze les

Complicaties bij langdurige bedrust en spijsvertering. 
Aan bod komt: 
- Trombose (rest van de vorige les) 
- Spijsverteringsstelsel 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diep veneuze trombose
Rode huid
Warm
Pijnlijk (tijdens wandelen)
Zwelling
Glimmende huid

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

trombose 
  1. in bloedvat ontstaat een stolsel (trombus)
  2. bloedvat vernauwt zich(trombose)
  3. bloeddoorstroming vermindert

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

trombose 2

in een ader ontstaat dan:

  • trombosebeen (DVT), risico van longembolie

in slagader ontstaat dan:

  • etalagebenen
  • hartinfarct
  • herseninfarct

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verzorging van mensen met een motorische beperking
Contracturen = 
een niet normale stand van een gewricht of lichaamsdeel


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Decubitus
Verder te bestuderen in je boek! Hoofdstuk 2. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

                                   Spijsvertering

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is spijsvertering?
  •  Het gaat om je basis behoeften -> eten en drinken
  •  Spijs = voedsel
  •  Spijsvertering = voedsel vertering in het lichaam
  •  Spijsverteringskanaal; Mond, keelholte, slokdarm, maag, dunne darm en dikke darm (dit zijn de spijsverteringsorganen)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functies spijsvertering
  • Voedsel opnemen (via de mond)
  • Voedsel fijnmaken (kauwen)
  • Voedsel vervoeren (door spierbewegingen)
  • Voedsel afbreken en verteren (door verteringssappen en spierbewegingen)
  • Voedingsstoffen voor de lichaamscellen afgeven aan het bloed ( via wand dunne darm)
  • Onverteerbare voedselbestanddelen afvoeren (anus)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mond
  • Kauwen
  • Speeksel
  • Huig
  • Strottenhoofd
  • Strottenklepje

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke voedingsstoffen worden in je mond al verteerd? (kleiner gemaakt)
A
Koolhydraten
B
Vetten
C
Eiwitten

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slokdarm
  • Spieren die samentrekken en ontspannen -> peristaltiek
  • Zorgt voor voedseltransport
  • Verbinding tussen mond en maag

  • Enige functie: Vervoer van voedsel van mond naar maag

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk orgaan heeft nog meer peristaltiek? (kneedfunctie)
A
De darmen
B
De alvleesklier
C
De mond
D
De maag

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maag
  • Elastische gespierde zak
  • Kan uitzetten en krimpen
  • Bewaren voedsel totdat het naar de darmen kan

Functies:
  • Verder kneden en fijnmaken van voedsel
  • Afbreken van eiwitten en vetten
  • Doden van bacteriën

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twaalfvingerige darm

  • Bovenste gedeelte van de dunne darm
  • Even lang als 12 vingers (+/- 30 cm)
  •  Voedsel wordt verder verteerd
+ sap uit alvleesklier
+ galsap uit de lever

  • Galsap verdeelt vet in kleine druppeltjes
  • Na inwerking van de sappen is het voedsel verdeeld in de kleinst mogelijke deeltjes. Dit is nodig voor opnamen in het bloed.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dunne Darm: 
Dunne darm:
- Kan tot wel 5 tot 6 meter lang zijn
-  Bestaat uit darmvlokken aan de binnenzijde (geplooid slijmvlies)
- In elke darmvlok zit een bloedvat (haarvat) deze nemen de voedingsstoffen op.  

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dikke darm: 


  • Ongeveer 1,5 meter lang
  • Bestaat uit blinde darm, dikke darm, endeldarm
  • Veel bacteriën (Darmflora) -> belangrijk bij afbreekproces schadelijke bacteriën
  • Laatste voedingsstoffen worden opgenomen
  • Er wordt veel vocht onttrokken, dus de voedselbrij wordt dikker
  • Er wordt slijm toegevoegd
  • Overgebleven voedselbrij wordt naar de endeldarm vervoerd (met aan het einde de anus). 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Endeldarm en anus
  • Verzamelplaats voor ontlasting
  • Spieren worden in reflex samengetrokken (ontlasting verlaat lichaam via anus)
  • Anus wordt afgesloten met kringspier

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk orgaan hoort niet bij het spijsverteringsstelsel?
A
Lever
B
Darmen
C
Maag
D
Alvleesklier

Slide 21 - Quizvraag

A en D verteren niet. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dit deel verbindt de mond met de slokdarm
Hierin wordt voedsel dat via de slokdarm uit de mond komt verder gekneed en fijn gemaakt
Dit deel is vele meters lang
Dit deel vervoert voedsel verder het spijsverteringskanaal in
Klieren in de wand vormen slijmstoffen en glijstoffen
Met dit deel kun je genieten van je eten

Keelholte

Maag

Dunne darm

Slokdarm

Dikke darm

Mondholte

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hebben we geleerd?
Hoofdstuk 4 van je boek de opdrachten maken. 

Zelfstudie: powerpoint die ik heb meegestuurd. Komt ook nog later terug tijdens de studie. 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies