Parlementaire Democratie 1: Wat is democratie?

Deze les
Afsluiting Rechtstaat - interactieve studiewijzer
Introductie Parlementaire democratie - mindmap
Democratie vs. dictatuur - The dictator
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Deze les
Afsluiting Rechtstaat - interactieve studiewijzer
Introductie Parlementaire democratie - mindmap
Democratie vs. dictatuur - The dictator

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting Rechtsstaat
1. Vink de leerdoelen die je hebt bereikt af.
2. Maak een top 5 van kernbegrippen (gebruik p.84)
3. Bedenk 1 goeie vraag.
4. Schrijf voor jezelf in 2-5 zinnen wat jij zeker gaat onthouden uit deze periode (bij afsluitende gedachte)
timer
1:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is democratie?
Leerdoelen:

Je weet aan welk thema we vanaf nu werken 
Je hebt je voorkennis geactiveerd
Je weet wat een soevereine staat is
Je weet wat politiek inhoudt.


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lees 1.1 en 1.2 p. 88-89
Schrijf de volgende antwoorden in je schrift:
Wat is een staat?
Wat is soevereiniteit?
Wat is politiek?
Leg in je eigen woorden uit wat het dilemma van efficiëntie of participatie inhoudt?

timer
1:00

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Activeren voorkennis
Wat weet je al over het thema parlementaire democratie.

Maak (een halve) mindmap. -->

timer
1:00

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Schrijf kenmerken op:
b: kenmerken democratie 
a: kenmerken dictatuur
2. Wat is de grap/moraal van het verhaal?

Slide 6 - Tekstslide

1:08 - 1:10

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Avondklok of geen avondklok?
- Wat is het probleem? 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Op welk beginsel van de rechtsstaat (p.32) is de uitspraak van de rechter gebaseerd?
A
Grondrechten
B
Het sociaal contract
C
Het legaliteitsbeginsel
D
Trias politica

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Avondklok of geen avondklok?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wetgevende macht
Uitvoerende macht
Rechtsprekende macht

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Avondklok of geen avondklok?
- Juridische grond avondklok klopt niet.  (?)
- Staat gaat in hoger beroep
- Kabinet bedenkt nieuwe mogelijke wet 
- Verkiezingen?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Avondklok of geen avondklok?
Juridische invalshoek
Sociaal-culturele ~
Sociaaleconomische ~
Politieke invalshoek

p. 22

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat nu?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is jouw vertrouwen in dit kabinet hierdoor gedaald?
Ja
Nee

Slide 18 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Zou je hierdoor op een andere partij stemmen?
Ja
Nee

Slide 19 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Stel, je mag stemmen op 17 maart. Op welke partij zou jij stemmen?
VVD
CDA
PvdA
D66
PVV/FVD
Denk
SP
Partij voor de Dieren
GroenLinks

Slide 20 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Stemmen op een politieke partij hoort bij:
A
Indirecte democratie
B
Directe democratie
C
Religieuze dictatuur
D
Militaire dictatuur

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een referendum hoort bij
A
Directe democratie
B
Indirecte democratie
C
Religieuze dictatuur
D
Militaire dictatuur

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef een voordeel of een nadeel van een indirecte democratie (zet erbij: voordeel/nadeel)

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken democratie

Slide 24 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Burgers moeten zich aan de wet houden.
A
Dictatuur
B
Democratie
C
Allebei

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De regering verbiedt een nieuwe politieke partij
A
Dictatuur
B
Democratie
C
Allebei

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De overheid heeft het geweldsmonopolie
A
Dictatuur
B
Democratie
C
Allebei

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er wordt gefraudeerd bij verkiezingen.
A
Dictatuur
B
Democratie
C
Allebei

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op tv mag je grappen maken over de regering.
A
Dictatuur
B
Democratie
C
Allebei

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ministers worden niet door het volk gekozen.
A
Dictatuur
B
Democratie
C
Allebei

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rechters zijn onafhankelijk
A
Dictatuur
B
Democratie
C
Allebei

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Politici komen hun beloften niet na
A
Dictatuur
B
Democratie
C
Allebei

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De winnaar van de verkiezingen haalt vaak meer dan 90% van de stemmen
A
Dictatuur
B
Democratie
C
Allebei

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies