Ensemble on lit les phrases-clés exercice 26C, page 72
Après tu fais en duo exercice 26 D et E.
Fini? je maakt ex. 27 op een apart blaadje. Schrijf per personage (Clément, Julia en Vincent) drie hele zinnen (dus 3x3 zinnen) waarin je vertelt
1) waar hij/zij woont
2) hoe hij/ zij naar school gaat
3) welke activiteit hij/zij doet.
Blaadje lever je bij mij in.