Lezen paragraaf 2dl2 - onderwerp en hoofdgedachte

Welkom!
Pak je leesboek.
Verder deze les:
- Herhalen theorie: onderwerp en hoofdgedachte
- Bespreken huiswerk
- Verder met paragraaf 2 van Lezen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Pak je leesboek.
Verder deze les:
- Herhalen theorie: onderwerp en hoofdgedachte
- Bespreken huiswerk
- Verder met paragraaf 2 van Lezen

Slide 1 - Tekstslide

Het onderwerp van een tekst
  • Iedere tekst gaat ergens over.
  • Als je het onderwerp van een tekst wilt weten, stel je jezelf de vraag: Waar gaat deze tekst over?
  • Het onderwerp schrijf je zo kort en precies mogelijk op. 
  • Je antwoord bestaat uit één of enkele woorden (geen hele zin met werkwoorden)

Slide 2 - Tekstslide

De hoofdgedachte
Hoofdgedachte = het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp zegt.

Zo vind je een hoofdgedachte:
  1. Onderwerp zoeken.
  2. Wat is het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp zegt? 
  3. Van deze twee dingen samen, maak je één zin.


Slide 3 - Tekstslide

Pak je huiswerk
We bespreken de opdrachten klassikaal. 

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht 2
verschonen (al. 1) – iets vuils vervangen door iets fris
trend (al. 2) – ontwikkeling
traditionele (al. 3) – gebruikelijke
geaccepteerd (al. 4) – goedgevonden; toegestaan
prominentere (al. 4) – belangrijkere; grotere
assortiment (al. 4) – aanbod


Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 3
1 Het onderwerp van de tekst is kinder- en jongerenkleding. waar
2 De hoofdgedachte van de tekst is: Hoelang bestaat kinder- en jongerenkleding al? niet waar

Slide 6 - Tekstslide

Lees opdracht 4 en 5
Er wordt zo een filmpje afgespeeld. Luister en kijk goed, en beantwoord daarna de vragen bij opdracht 4 en 5. 
Vraag 5 van opdracht 5 hoef je niet te maken! 

Slide 7 - Tekstslide

Bespreken opdracht 4 en 5

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 5
1 verschil tussen jongens- en meisjeskleding
2 C Jongens- en meisjeskleding bestond altijd al, maar van ± 1960-1985 was er ook genderneutrale kleding.
3 hergebruik door een jonger broertje of zusje
4 Het gaat om de zin ‘Voor meisjes werd het nu geaccepteerd om broeken te dragen.’ (al. 4)

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag
Maak opdracht 6 en 7 op bladzijde 20 en 21.
Dit is huiswerk voor morgen!

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag
Open je boek op bladzijde 19 en lees tekst 1.
Schrijf voor jezelf op:
- Het onderwerp
- De hoofdgedachte

We bespreken dit zo. Klaar? Begin alvast met het huiswerk: opdracht 2 en 3 op bladzijde 19.

Slide 11 - Tekstslide