In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
De Oude Grieken
Stadstaten in het oude Griekenland
Slide 1 - Tekstslide
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Wat weet je eigenlijk van Griekenland?
Slide 4 - Woordweb
Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen waarom de Oude Grieken kolonies hadden gesticht en op welke manier ze hun stadstaten bestuurden.
Slide 5 - Tekstslide
Griekse
stadstaten (1)
Griekenland bestond nog niet als één land
Er waren steden die als landen werden bestuurd: bijvoorbeeld met een eigen koning
Zo'n zelfstandige stad heet een polis (stadstaat): staat, gevormd door een stad met omliggend gebied
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Bergen, heuvels en dalen
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Griekse
stadstaten (2)
Poleis (meervoud van polis) worden op verschillende manieren bestuurd
Ze hebben wel vaak dezelfde 'Griekse' cultuur, taal en goden
De bekendste poleis waren Athene en Sparta
Slide 10 - Tekstslide
Kolonies buiten Griekenland
Een kolonie is een gebied van een land buiten dat land
Griekenland is door het droge klimaat en de rotsachtige grond erg onvruchtbaar (slechts 20% is geschikt voor landbouw)
Een mislukte oogst betekende al snel een hongersnood
Slide 11 - Tekstslide
Oplossing
Sommige Grieken trokken weg, op zoek naar een beter leven
Rond 750 v. Chr. hadden de Grieken kolonies in Spanje, Italië en Turkije
Slide 12 - Tekstslide
Griekse samenleving
Er waren grote verschillen tussen inwoners van de Griekse steden.
Burgers hadden rechten: grond bezitten en inspraak in het bestuur.
Geen burgerrechten: vreemdelingen, vrouwen en slaven.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Video
Sparta
Een koning heeft de macht (monarchie)
Oorlog en het leger zijn belangrijk
Kinderen krijgen een zware, Spartaanse opvoeding
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Athene
Het volk heeft de macht (democratie)
Demos = Volk
Krateo = Heersen
Alleen volwassen mannen mochten stemmen;
Volksvergadering (Ekklesia)
Directe democratie in de buitenlucht (Agora)
Ostracisme = schervengericht
Om te voorkomen dat een iemand te machtig werd.
Slide 18 - Tekstslide
Kolonies buiten Griekenland (3)
Tussen de kolonies en het 'moederland' ontstond zoveel handel dat de Grieken rond 550 v. Chr. geen nieuwe kolonies meer stichten.
Door de Griekse kolonies raakte de mensen in het Middellandse Zeegebied bekend met de Griekse cultuur (zoals: mythologie, beeldhouwkunst, enz.)
Slide 19 - Tekstslide
Athene
Het volk is de baas (democratie)
Oorlog en het leger zijn minder belangrijk
Kinderen krijgen een opvoeding met veel kunst en cultuur
Er zijn slaven
Slide 20 - Tekstslide
De Atheense
democratie
In Athene was het volk de baas.
Er werd gestemd over belangrijke beslissingen.
Dat was niet altijd zo geweest...
Slide 21 - Tekstslide
Macht en honger (1)
Athene is waarschijnlijk ook ooit een monarchie geweest (laatste koning: Kodros?)
Rond 600 v. Chr. wordt Athene bestuurd door rijke families, die veel bloedige ruzies om de macht hebben.
De inwoners hebben weinig te vertellen
Slide 22 - Tekstslide
Macht en honger (2)
Als de graan duur was kregen de arme Atheners graan van de rijke families.
Als ze dat niet konden terugbetalen, werden ze verkocht als slaaf!
Solon komt in 594 v. Chr. met nieuwe wetten: je kon niet meer verkocht worden als slaaf
Slide 23 - Tekstslide
Het volk beslist
Ondanks Solon's wetten blijft het verschil tussen arm en rijk groot
Arme Atheners hadden het zwaar en er kwamen nieuwe ruzies
Rond 500 v. Chr. komt Kleisthenes met nieuwe wetten en voert een échte democratie in
Slide 24 - Tekstslide
Democratie?!
Niet helemaal...
...alleen mannelijke burgers (ongeveer 16% van de bevolking)
Vrouwen, slaven en vreemdelingen mochten niet meepraten.
Slide 25 - Tekstslide
Kenmerken van de Atheense democratie
Atheense vrije mannen met burgerrecht mogen stemmen
Directe democratie
Volksvergadering (buiten)
Ostracisme (schervenrechtbank) voorkomt teveel macht bij één persoon
Onbetaalde baan
Slide 26 - Tekstslide
Verschillen met de Nederlandse democratie
Alle mannen en vrouwen >18 jaar
Indirecte democratie
Eerste en Tweede Kamer (binnen)
Verkiezingen (meestal om de 4 jaar)
Betaalde baan
Slide 27 - Tekstslide
Welk bestuur had de stad Athene?
A
Keizer
B
Democratie
C
Adel
D
Koning
Slide 28 - Quizvraag
Wat betekent democratie?
A
Een koning regeert
B
Het volk regeert
C
Een tiran regeert
D
Een kleine groep rijken regeert
Slide 29 - Quizvraag
I. Athene lag in Griekenland, Sparta niet. II. Athene was een stadstaat, Sparta niet.
A
stelling I is juist,
stelling II is onjuist.
B
stelling I is onjuist, stelling II is juist.
C
Stelling I en II zijn allebei juist
D
Stelling I en II zijn allebei onjuist
Slide 30 - Quizvraag
Begrippen uit deze les
Kolonie
Polis (stadstaat); Poleis
Democratie
Monarchie
Burger
Ostracisme
Tiranie
Aristocratie
Oligarchie
Volksvergadering
Slide 31 - Tekstslide
Jaartallen uit deze les
800 v. Chr. - 550 v. Chr.: Griekse kolonisatie
500 v. Chr.: wetten van Kleisthenes: Athene wordt een democratie